Reactie naar aanleiding van uitzending Zembla over interlandelijke adopties
Tv programma Zembla had op 28 maart een uitzending over misstanden bij adopties en de rol van de Nederlandse overheid hierbij.
Minister Dekker (Rechtsbescherming) vindt het belangrijk dat mensen hun afstammingsinformatie kunnen achterhalen. Het is evenzeer van belang dat ouders geheel vrijwillig en goed geïnformeerd afstand doen van hun kind. Het is dan ook uitermate betreurenswaardig dat dit in bepaalde adoptieprocedures die in het verleden hebben plaatsgevonden kennelijk niet zo heeft plaatsgevonden. De minister realiseert zich goed dat dit voor betrokkenen emotioneel zwaar moet zijn.
Interlandelijke adoptie is vanuit particulier initiatief ontstaan. De wet- en regelgeving met betrekking tot interlandelijke adoptie is mede door het toenemend aantal adopties steeds verder aangescherpt, zowel in Nederland als in de zendende landen. Ook zijn procedures van interlandelijke adoptie de afgelopen decennia steeds zorgvuldiger geworden, onder andere doordat steeds meer landen zijn toegetreden tot het Haags Adoptieverdrag. De werking van het verdrag zorgt ervoor dat steeds meer kinderen in het eigen land opvangen worden.
De bemoeienis van de overheid in de controle op de adoptieprocedures is met de jaren steeds groter geworden. Zo worden al geruime tijd alle adoptievoorstellen van de vergunninghouders door de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden beoordeeld. Verder is er sinds 2008 een kwaliteitskader voor de vergunninghouders waaraan zij zich geconformeerd hebben dat in 2013 is geactualiseerd. Ook wordt er actiever op internationaal vlak contact gezocht door de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden met de zendende landen. De primaire verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige afstandsprocedure en dossiervorming daaromtrent lag en ligt echter bij de zendende landen.
Tegelijkertijd onderkent minister Dekker dat er kwetsbaarheden in het systeem zitten. Hij neemt die zorgpunten zeer serieus en zet er op in om deze aan te pakken. Daarbij zal er vanuit Nederland nooit waterdichte garantie gegeven kunnen worden dat een procedure zuiver is verlopen, omdat we afhankelijk zijn van het handelen van de buitenlandse overheidsinstanties en dus de zendende landen. Dat neemt niet weg dat de minister van mening is dat de mogelijkheid van interlandelijke adoptie moet blijven bestaan. Een goed gereguleerde adoptieprocedure biedt kansen voor kinderen die daarbij gebaat zijn, want die kinderen zijn er nog steeds.
Minister Dekker heeft in zijn brief van 10 januari jl. aangegeven dat er maatregelen zijn getroffen om geadopteerden die op zoek zijn naar hun afstammingsinformatie onder andere tegemoet te komen door FIOM een helpdeskfunctie te geven (door het geven van voorlichting aan en het beantwoorden van vragen van geadopteerden en hun adoptieouders). Deze helpdeskfunctie wordt momenteel ingericht. Ook zal FIOM dan gratis inzage geven in de dossiers die onder het beheer van het ministerie van Justitie en Veiligheid vallen.
Verder is er een gesprek geweest met de vergunninghouders om na te gaan hoe zij de geadopteerden tegemoet kunnen komen in kosteloze inzage in hun dossier. De vergunninghouders zijn verantwoordelijk voor de dossiers van adopties die via hun organisatie plaatsvinden en zijn er wettelijk aan gehouden inzage in het dossier te bieden. Zij bezien momenteel hoe ze hiermee om zullen gaan en komen er op korte termijn bij het ministerie van Justitie en Veiligheid op terug.