Kabinet maakt plannen bekend voor windparken op zee 2024-2030
Het kabinet wil tussen 2024 en 2030 nieuwe windparken op de Noordzee bouwen die, samen met de andere windparken op zee, voldoende duurzame stroom opleveren voor 40% van ons huidige totale elektriciteitsverbruik. De aanleg van de windparken geeft een sterke impuls aan de economie en levert naar schatting 10.000 banen op. Dat blijkt uit de ‘Routekaart windenergie op zee 2030’, waarin het kabinet de plannen ontvouwt en aanwijst waar tussen 2024 en 2030 nieuwe windparken mogen komen. De routekaart geeft belanghebbenden duidelijkheid en zorgt voor zekerheid voor ontwikkelaars van windparken. Die zekerheid droeg eerder al bij aan een forse kostendaling voor windenergie op zee, waardoor er nu een windpark zonder subsidie gebouwd kan worden. Vanaf 2021 opent het kabinet de tenders voor de nieuwe windparken.
Van 4,5 naar 11,5 gigawatt tussen 2024 en 2030
In het Energieakkoord is afgesproken dat in 2023 vijf windparken moeten zijn gerealiseerd die, samen met de bestaande windparken, een totaal vermogen hebben van circa 4,5 gigawatt. Op grond van het regeerakkoord moet daar tussen 2024 en 2030 voor nog eens 7 gigawatt aan windparken op zee bij komen. Ook in het Klimaatakkoord zal windenergie op zee een rol spelen.
Economische kansen
Het kabinet ziet in de uitvoering van de routekaart 2030 een impuls voor het Nederlandse bedrijfsleven en de economie. Naar schatting gaat het om 15 tot 20 miljard aan investeringen en 10.000 banen gedurende 2024-2030. Het Nederlandse marktaandeel voor wind op zee (25 procent in Europa) kan verder worden uitgebouwd, ook richting Azië en Amerika. Tegelijkertijd betekent de beschikbaarheid van almaar goedkopere, duurzame energie een concurrentievoordeel voor onze industrie. Ook gerelateerde activiteiten zoals transport, opslag en de omzetting naar andere energiedragers zoals waterstofgas kunnen door de routekaart een impuls krijgen.
Noordzee als duurzame energiebron
Het Nederlandse deel van de Noordzee is ruim anderhalf keer zo groot als ons landoppervlak, en is belangrijk voor scheepvaart, visserij en natuur. Met de toenemende vraag naar duurzame energie biedt de relatief geringe waterdiepte, het gunstige windklimaat en de nabijheid van havens en (industriële) energieverbruikers kansen voor de energietransitie. Om rekening te houden met de talrijke activiteiten op de Noordzee, heeft het kabinet bij het opstellen van de routekaart de belanghebbenden betrokken. Zo is bijvoorbeeld gekeken naar de kansen en de ambities van kustgemeenten. Met het windenergiegebied ‘Ten noorden van de Waddeneilanden’ ondersteunt het kabinet de ambities van de provincie Groningen voor verduurzaming en economisch perspectief voor de regio.
Doorgroei
Het kabinet geeft verder aan dat de bouw van nog meer windparken op zee na 2030 alleen zinvol is als ook niet-elektrische energiegebruik (80% totale energievraag) duurzaam wordt. Dit vraagt om een omschakeling naar duurzame elektriciteit bij de industrie, verwarming van gebouwen en mobiliteit, maar ook het maken van “groene moleculen” zoals waterstof geproduceerd met elektriciteit van windparken. Dit is precies waarover aan de onderhandelingstafels van het Klimaatakkoord gesproken wordt. Met het oog op een eventuele verdere doorgroei van windenergie op zee zal het kabinet mogelijk op termijn nieuwe windenergiegebieden aanwijzen. In de later dit jaar te publiceren Noordzeestrategie 2030 wil het hiervoor een visie en kansrijke opties neerleggen. Visserij en natuur, maar ook de inpassing in de energievoorziening en het vinden van ruimte op land voor de distributie van de energie vormen daarbij de belangrijkste uitdagingen.
Omvang (GW) | Windenergiegebied | Kortste afstand uit de kust | Start procedure kavelbesluit | Tender | Ingebruikname | ||||
1,4 | Hollandse Kust (west) | 51 km vanaf Petten | 2018 | 2021 | 2024 t/m 2025 | ||||
0,7 | Ten noorden van de Waddeneilanden | 56 km vanaf Schiermonnikoog | 2019 | 2022 | 2026 | ||||
circa 4,0 | IJmuiden Ver | 53 km vanaf Den Helder; 80 km vanaf Ijmuiden | 2020 | 2023 t/m 2026 | 2027 t/m 2030 | ||||
circa 0,9 | n.t.b. |
|
|
|
|
Beeld: ©Ministerie van Economische Zaken en Klimaat