Toespraak minister Bijleveld bij de presentatie van de Defensienota

Minister Bijleveld hield deze toespraak tijdens een persconferentie op het terrein van de generaal-majoor Kootkazerne in Stroe.

Dames en heren,

Dank u wel voor uw komst naar deze bijzondere locatie. Het zal niet vaak voorkomen dat een minister u toespreekt vanaf een hefbrug op een kazerne… Wij hebben deze plek - de generaal-majoor Kootkazerne in Stroe - niets voor niets gekozen! Dat is niet alleen om dat het midden in ons land ligt, tussen de prachtige Veluwse bossen. Het is ook een symbolische plek om te praten over een nieuw perspectief voor onze krijgsmacht. Hier in Stroe zijn twee belangrijke ondersteunende eenheden van de landmacht gevestigd.

Precies het soort eenheden waar te lang en teveel op is bezuinigd.
Deze eenheden hebben zo weinig mensen, dat ze hun compagnies niet gevuld krijgen.

Dat hebben ze soms tijdelijk opgelost door senior taken op junior schouders te laten rusten.
Maar ze kwamen steeds vaker tot de conclusie dat dat niet houdbaar is, en dat ze een compagnie moesten stilleggen.

Waardoor ze vervolgens niet kunnen voldoen aan alles wat er van hun gevraagd wordt…
Deze eenheden hebben materieel staan op de parkeerplaats, dat ze dolgraag zouden willen gebruiken.
Maar ze hebben niet de middelen (zoals reserveonderdelen) of de training om er mee te werken.
Ze moeten dit materieel dus iedere dag onderhouden. Raken het iedere dag aan.

Maar kunnen en mogen er niet mee werken…
Dames en heren,
Wat je hier ziet in Stroe, maakt pijnlijk duidelijk wat het grotere probleem is binnen de krijgsmacht.

Wij hebben een krijgsmacht waar jarenlang veel aan is gevraagd... en weinig aan is gegeven...
Een krijgsmacht die alsmaar maar moest denken in "meer doen met minder"…

Een krijgsmacht die keihard gevochten heeft om ondanks die bezuinigingen haar taken goed te vervullen.
En die gelukkig steeds in staat is geweest om indrukwekkende prestaties te leveren.
...maar een krijgsmacht die inmiddels ook zegt: de grens van wat wij kunnen, is bereikt.
En eigenlijk soms zelfs al overschreden...

En dat delen de staatssecretaris en ik.

Vandaag slaan wij na decennia van bezuinigingen,  die bladzijde definitief om.
En gaan wij Defensie een nieuw perspectief bieden.

Het Regeerakkoord 'Vertrouwen in de toekomst' biedt ons daarvoor een flinke steun in de rug.

Defensie krijgt er deze kabinetsperiode ruim 5 miljard euro extra bij.
Dat geeft ons ruimte om investeringen te doen.

In onze mensen.
In onze middelen.
En in onze manier van werken.

De staatssecretaris en ik hebben de afgelopen maanden intensief gesprekken gevoerd - met mensen van zowel binnen als buiten Defensie – en van laag tot hoog in onze organisatie.
Allemaal om tot een realistische, toekomstgerichte Defensienota te komen.
Die nota zullen wij straks uitdelen en is uiteraard ook te vinden op onze website www.defensie.nl.
Maar voordat wij dat doen, wil ik u alvast een aantal belangrijke punten meegeven. 
Ik wil u meenemen in de kern van onze gedachtegang en in de hoofddoelen die we willen bereiken.

Dat doe ik aan de hand van de drie elementen die ik net noemde: mensen, middelen en manieren.
En ik begin met onze Mensen.

Maar niet dan nadat ik gezegd heb dat onze opdracht een afgeleide is van het statuut van het Koninkrijk en de Grondwet.

Misschien wel de belangrijkste uitdaging voor Defensie in de komende jaren is: hoe herstellen wij het vertrouwen in de organisatie?

Hoe zorgen wij dat Defensie een plek is waar mensen graag en lang willen werken?

Een organisatie die mensen de ruimte geeft om zich te ontwikkelen.

En het beste uit zichzelf te halen.
En die hordes jong talent aantrekt.

Dit draait allemaal om behoud en werving.

We gaan zorgen dat mensen sneller kunnen instromen bij Defensie en dat werving bijvoorbeeld ook lokaal kan.

We gaan meer aandacht besteden aan loopbaanbegeleiding en opleidingen, zodat werknemers binnen de organisatie door kunnen stromen naar nieuwe functies. Maar ook bijvoorbeeld langer kunnen blijven op een functie.

En we gaan het makkelijker maken om tijdelijk uit te stromen, om in deeltijd te werken of om als reservist te dienen.

Want ook op die manier kan je goede krachten behouden voor de organisatie!
In deze Defensienota staat ook dat wij de persoonlijke basisuitrusting van militairen, waaronder de gevechtsvesten en de ballistische bescherming gaan vervangen.
Dat is hoog tijd!

Daarnaast gaan wij ervoor zorgen dat er meer ruimte komt om te oefenen, te trainen, nieuwe vaardigheden te leren en praktijkervaring op te doen.

En we gaan er ook voor zorgen dat de huisvesting op orde komt.

Een aantal Defensielocaties die gepland stonden om gesloten te worden, zullen bij nader inzien toch open blijven.
Dat zijn in ieder geval:

Het Complex Brasserskade in Den Haag

Het munitiecomplex in Alphen

De Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum

De Joost Dourleinkazerne op Texel

Kamp Nieuw Milligen in Uddel

en de Koningin Wilhelminakazerne in Ossendrecht.

En misschien nog meer…

Dames en heren,

De bijna 60.000 mannen en vrouwen die voor Defensie werken, doen stuk voor stuk bijzonder werk.
En ik weet dat zij daar trots op zijn.

Terecht!

Dat mogen ze ook zijn. 
Ik vind ook dat ze dat uit mogen dragen.
Militair zijn is misschien wel de mooiste manier waarop je je land kan dienen.
Militairen zijn de ultieme beschermers van onze vaderlandse democratie.
Ik denk dat het niet alleen voor militairen zelf, maar ook voor de samenleving belangrijk is dat het militair uniform terugkeert in het straatbeeld.
Om die reden heb ik, na een eerdere versoepeling van het uniformverbod in 2016…

…in goed overleg met de MIVD en de Beveiligingsautoriteit besloten het verbod op te heffen.

Onze militairen moeten de vrijheid krijgen het uniform met trots te dragen.

Op straat…in het openbaar vervoer…

Zodat Defensie weer zichtbaar wordt in de maatschappij…

En onze militairen weer zichtbaar en voelbaar de waardering krijgen die zij verdienen…
Ik ben samen met onze staatssecretaris trots op onze mensen.
Een ander punt dat ik nog willen noemen met betrekking tot onze mensen, is dat we de huidige AOW-gat compensatie regeling wordt verhoogd van 90% naar 100%

Tenslotte, is het voor onze mensen van het grootste belang dat zij zo veilig mogelijk hun werk kunnen doen.

Dat de organisatie leert van fouten die in het verleden zijn gemaakt.

Het onderwerp veiligheid raakt alle aspecten van ons werk.

Het zit in de vezels van onze organisatie.

Het werk van Defensie brengt per definitie risico’s met zich mee. Daar kunnen wij niets aan veranderen.

Maar dat mogen geen onnódige risico’s zijn…
De risico’s die de organisatie zelf in de hand heeft, moet zij koste wat kost zien te beperken.

Wij zullen woensdag een aparte brief met plan van aanpak naar de Kamer sturen, samen met de OVV-reactie Kidal.

In de Defensienota maken wij hier de komende jaren 75 miljoen euro voor vrij.

 
En dan het tweede element waar wij in gaan investeren: onze Middelen.
Wij gaan veel van onze wapensystemen een zogeheten ‘midlife update’ geven.
En dan gaat het bijvoorbeeld over:

de Bushmasters

de Fenneks

de CV90’s

de Pantserhouwitsers

de Apaches

de Chinooks, waarvan er ook drie nieuwe worden aangeschaft

en verschillende andere wapensystemen

Daarnaast gaan wij ook nieuw materieel aanschaffen.

In ieder geval transportvliegtuigen, onderzeeboten en fregatten.

We gaan flink investeren in een betere IT-infrastructuur en in onze cybercapaciteiten.
We gaan onze inlichtingencapaciteiten opschroeven.

En we gaan de verdediging tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen versterken.
Dit is allemaal keihard nodig.

Want als we hier niet in investeren, staan wij stil onze ontwikkeling.
En ik kan u verzekeren dat onze tegenstanders niet stil staan…
Wij moeten hun één stap voor kunnen blijven.

Het derde element waar wij bij Defensie in gaan investeren, is onze Manier van werken.

Defensie wil een organisatie zijn die de luiken open heeft.
Die makkelijk samenwerkt

met civiele autoriteiten

met maatschappelijke organisaties

met het bedrijfsleven

en met internationale partners.

Dat is geen nieuw initiatief.

Daar zijn we een paar jaar geleden al mee begonnen, bij de introductie van het concept “adaptieve krijgsmacht”.
En daar gaan we in de toekomst nòg intensiever mee door.

Die samenwerkingsverbanden zorgen ervoor dat we snel  en flexibel kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en dreigingen.  In Nederland en daarbuiten.

En dat we langer en breder inzetbaar zijn, op alle geweldsniveaus.
Wij hebben die robuustheid en die flexibiliteit nodig.

Want de dreigingen waar we mee te maken hebben, worden steeds onvoorspelbaarder en complexer. Meer hybride ook.

Defensie moet zich kunnen aanpassen en breed kunnen samenwerken, om haar Grondwettelijke taken goed te vervullen.
Alleen dan kunnen wij ons grondgebied beschermen, civiele autoriteiten ondersteunen en de internationale rechtsorde bevorderen.
Alleen dan kunnen wij een betrouwbare partner zijn binnen de NAVO, de EU en de VN.

Wij nemen dan ook afscheid van de term ‘ambitieniveau’ om te bepalen wat we kunnen.

De inzet van de krijgsmacht is geen ambitie... Het is pure noodzaak!

Dames en heren,

Ik heb u in vogelvlucht meegenomen in de investeringen die Defensie de komende jaren gaat doen.
U zult in de nota nog meer van onze initiatieven lezen.
Maar ik wil er bij zeggen dat de staatssecretaris en ik bovenal realistisch zijn.
Wat we snel kunnen doen, doen we. 
Maar wat wij willen, kost tijd.

Een kwart eeuw bezuinigen heb je niet in een jaar opgelost.

Er zijn mensen die gedurende hun hele carrière bij Defensie alleen maar krapte, tekorten en schaarste hebben meegemaakt. 

Wij kunnen nu eindelijk weer dingen opbouwen.

En dat gaat nou eenmaal langzamer dan dingen afbouwen of afstoten.

Je kan een militaire eenheid met een pennenstreek opheffen.

Maar om een eenheid op te richten… om mensen te werven… en om ze op te leiden en te voorzien van het juiste materieel… zijn echt jaren nodig.

We zullen het dus stap voor stap moeten doen.

We zullen nadrukkelijk nee moeten zeggen als een politieke wens niet uitvoerbaar is…

Om de krijgsmacht een stabiel en sterk nieuw perspectief te geven, moeten we denken in lange lijnen.
Dat geldt ook voor het voldoen aan de doelstellingen van de NAVO en de afspraken die regeringsleiders met elkaar hebben gemaakt. 
Hiervoor zijn extra vervolgstappen en extra financiële middelen nodig.

En die politieke slag is nog niet gewonnen… Maar u leest er wel wat over op pagina 11.

Máár, dames en heren, ik zeg ook: het glas is halfvol.

Ik zie de toekomst van Defensie met vertrouwen tegemoet.

Want ondanks alles wat er speelt in deze organisatie – en dat is véél – heb ik de afgelopen maanden ook gezien dat er geweldige, inspirerende mensen werken.

Zowel burgers als militairen.
Het zijn mensen met een bijzonder DNA.
Die doorgaan waar een ander stopt.
En die denken in mogelijkheden, in plaats van beperkingen.
De staatssecretaris en ik hebben er in deze 5 maanden al veel ontmoet.
Deze mensen verdienen het om in een zo veilig mogelijke omgeving, met de goede spullen, onder fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en met een goede opleiding hun werk te kunnen doen.

Defensie verdient een nieuw perspectief.

We gaan een krimpende organisatie veranderen in een organisatie die weer groeit.

Een sterke organisatie, waar Nederland op kan rekenen.

Die haar Grondwettelijke taken met verve vervult.
En die beschermt wat ons dierbaar is!

Dames en heren,

Ik kan me voorstellen dat u vragen hebt.

Ik beantwoord die graag.

En dat doe ik niet alleen.

Ook staatssecretaris Barbara Visser, Secretaris-Generaal Wim Geerts en Commandant der Strijdkrachten luitenant-admiraal Rob Bauer staan straks klaar om uw vragen te beantwoorden.
Dus ik zou zeggen: brand los!