Toespraak staatssecretaris Knops bij Eindfeest Hembrug
Toespraak van staatssecretaris Knops (BZK) bij het Eindfeest Hembrug, in Zaandam op 14 maart 2018. Alleen het gesproken woord geldt.
Dames en heren, fijn om vandaag hier te zijn.
Het is een feestelijke dag. Het Hembrugterrein staat weer op de kaart. We komen van ver, maar dit oude defensieterrein knettert weer van dynamiek en beloften. En daar kunnen alle betrokken partijen trots op zijn. De Provincie Noord-Holland, de Gemeente Zaanstad, het ministerie van Defensie en tal van andere organisaties en ondernemers.
Mijn dank gaat uit naar u allen.
Het Hembrugterrein is vanaf 2012 getransformeerd van een vervallen fabrieksterrein naar een gemengd gebied van prachtig gerestaureerde gebouwen en ongerepte natuur. In dat jaar nam het Rijksvastgoedbedrijf het terrein van Defensie over om het te ontwikkelen en te verkopen.
Maar dat was nog niet zo eenvoudig in die tijd. Het was crisis en het gebied was ernstig verwaarloosd.
Toch durfden we het met elkaar aan. Omdat we de verantwoordelijkheid hebben om ons erfgoed niet verloren te laten gaan. Omdat we ons niet door risico’s en problemen laten afschrikken. Maar vooral omdat we de schoonheid en mogelijkheden van dit gebied zagen.
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft haar maatschappelijke verantwoordelijkheid altijd serieus genomen. Maar je kunt daar op verschillende manieren invulling aan geven.
Je kunt zorgen dat je je zo klein en dienstbaar mogelijk maakt. Daar is iets voor te zeggen. We werken met belastinggeld. Dus willen we zo efficiënt mogelijk werken. Zo sober mogelijk beheren. En onze gebouwen en gronden tegen een zo hoog mogelijke prijs verkopen. In het belang van de schatkist. In het belang van de belastingbetaler. Dat was de afgelopen jaren ons uitgangspunt, en daar zijn we goed in geslaagd. In 2017 verkochten we ruim 330 gebouwen en terreinen voor in totaal 317 miljoen euro. We deden en doen onze naam als Rijksvastgoedbedrijf beslist eer aan.
Maar daar is de afgelopen jaren wel iets bijgekomen. Een nieuwe opdracht. Of in ieder geval: een opdracht met nieuwe accenten en een nieuwe urgentie. De opdracht luidt: samen maatschappelijke meerwaarde tot stand brengen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat kennen we in Nederland al een tijdje. En ook voor het Rijksvastgoedbedrijf is het niet helemaal onbekend terrein. Zo spelen we al enige tijd een actieve rol bij de integrale gebiedsontwikkeling. Al in het vorige kabinet is geëxperimenteerd met het breder inzetten van vastgoed voor maatschappelijke doeleinden.
Maar ik wil meer doen. Ik wil nieuwe investeringen in rijksvastgoed verbinden aan maatschappelijke opgaven uit het regeerakkoord.
En ik zie daarvoor volop mogelijkheden. In krimpregio’s en in stedelijke gebieden, bij duurzaamheid en de energietransitie, bij de huisvesting van bijzondere doelgroepen, innovatie in de bouw, het aanpakken van jeugdwerkloosheid, het ondersteunen van lokale initiatieven in de openbare ruimte, en zo voort.
We spreken met gemeenten en andere partijen over deze en andere relevante thema’s, en over de vraag hoe we het initiatief kunnen nemen, of hoe we – letterlijk of figuurlijk- een steentje kunnen bijdragen.
Consequentie is dat we bij de verkoop en herontwikkeling niet in alle gevallen voor de hoogst mogelijke directe opbrengst gaan. We gaan - zoals dat zo mooi heet - voor een “zakelijk verantwoorde opbrengst met een maatschappelijk gewenst resultaat”. Je zou dit ook het ‘Nieuwe Vastgoedrendement’ kunnen noemen.
Zo experimenten we bijvoorbeeld met leegstaand rijkvastgoed in het sociale domein, waardoor we een bijdrage aan de aanpak van de jeugdwerkeloosheid kunnen leveren. Of de huisvesting van statushouders mede mogelijk maken.
Of neem de energietransitie: 1 van de grote opgaven van dit kabinet. Van het energiegebruik vindt 1 derde plaats door het verwarmen van gebouwen. Wil je de CO² uitstoot terugbrengen, dan zal je dus ook veel moeten doen aan gebouwen. Bij elke renovatie kijken we dan ook op welke manier het betreffende gebouw meteen energieneutraal kan worden gemaakt.
Kijk bijvoorbeeld naar het project Energierijk Den Haag. Samen met de gemeente, de provincie en een aantal andere vastgoedeigenaren werken we daar aan de volledige verduurzaming van het energieverbruik van gebouwen in het centrumgebied. Het moet dienen als inspirerend voorbeeld voor de verduurzaming van de overige publieke gebouwenvoorraad in Nederland.
Een ander voorbeeld van succesvolle samenwerking tussen rijk en regio vinden we in de Flevopolder. Op initiatief van het Rijksvastgoedbedrijf is bij de verbreding van de A6 integrale gebiedsontwikkeling toegepast. Omdat deze Rijksweg dwars door Almere loopt, was er aandacht voor kwaliteit, gebiedsinpassing en duurzaamheid. Er is volop ruimte voor lokaal initiatief en vraaggerichte woningbouw.
Ook Hembrug past in dit rijtje. De aanpak van het Hembrugterrein is een prachtig voorbeeld van gezamenlijke integrale gebiedsontwikkeling met aandacht voor geschiedenis, duurzaamheid, ondernemerschap, woningbouw en werkgelegenheid. Uniek aan onze aanpak is dat we niet met een bestemmingsplan hebben gewerkt, maar met een afsprakenkader. Met harde afspraken en doelstellingen, maar ook met veel vrijheid voor creativiteit en nieuwe inzichten. En bijzonder was ook dat er een alliantie ontstond van partijen die hun écht verantwoordelijkheid wilden nemen, inclusief het dragen van financieel risico.
Zoals we het hier hebben gedaan willen we het vaker doen: in nauwe samenwerking met medeoverheden en private partijen werken aan een 'toekomstbestendige portefeuille'. Dergelijke samenwerking is niet alleen verstandig, het is ook noodzakelijk. De nieuwe Omgevingswet, waarmee we op Hembrug al hebben proefgedraaid, schrijft bijvoorbeeld echt een nieuwe manier van werken voor. Niet radicaal anders, want we blijven doen waar we goed in zijn. Maar toch anders. Je zou kunnen zeggen dat het Rijksvastgoedbedrijf meer dan ooit op zoek is naar kansen, innovatie en nieuwe allianties. Naar Coalitions of the Willing.
De komende maanden ga ik onderzoeken waar en met welke partijen belangrijke stappen gezet kunnen worden. De aard, doelen en opbrengsten van deze allianties zullen in elk initiatief verschillend zijn. Dat is logisch. Vast staat dat de verantwoordelijkheden in het omgevingsbeleid zo verdeeld zijn, en de vraagstukken vaak zo complex en uitdagend, dat alle partijen elkaar beslist nodig hebben en kunnen versterken.
Dus laten we samen werken aan een nieuw, breed vastgoedrendement. Aan spannende bouw- en ontwikkelingsprojecten met echte maatschappelijke meerwaarde. Aan een succesvolle en duurzame toekomst.
Hembrug is een lichtend voorbeeld. Maar Hembrug is pas het begin. Hembrug smaakt naar méér.
Dan nu: het boekje. Vandaag verschijnt Hembrug ontwikkelt. Van verborgen verleden naar bruisend heden. Het is een boekje vol mooie verhalen en achtergronden van het Hembrugterrein. Verhalen over industrieel erfgoed, het aanpakken van bodemverontreiniging, ondernemerschap en het organiseren van evenementen op het terrein.
Ik reik met veel plezier het 1e exemplaar uit aan Marcel Loosen, directeur van ABC Planontwikkeling. Als nieuwe eigenaar gaat hij het terrein met respect voor de geschiedenis verder ontwikkelen tot een bruisend woon-werk gebied. Dat zie ik met veel vertrouwen en belangstelling tegemoet.
Veel dank aan allen die een bijdrage hebben geleverd en dat nog gaan doen. Hemburg leeft weer en dat is prachtig nieuws!