Persconferentie na ministerraad 9 maart 2018
Minister-president Rutte gaat in de wekelijkse persconferentie van 9 maart 2018 in op de importheffingen van de Verenigde Staten en de uitvoering van het regeerakkoord ten aanzien van de klimaatambities en het toekomstbestendig maken van de wetenschap in Nederland.
RUTTE:
Goedemiddag. We zijn vanochtend begonnen met een warm welkom voor Stef Blok als nieuwe minister van Buitenlandse Zaken. Ik ben natuurlijk blij dat het kabinet weer compleet is, want we hebben genoeg werk te doen de komende tijd. Vandaag stonden er ook nog wel een paar internationale onderwerpen op de agenda. Sigrid Kaag en Stef Blok hebben de ministerraad bijgepraat over het besluit van president Trump om een importheffing op staal en aluminium in te voeren. Dat besluit zat eraan te komen, maar is niettemin zeer teleurstellend. U weet: de Nederlandse belangen bij de staalmaatregelen zijn groot. De exportwaarde in 2017 was zo'n 550 miljoen euro, ruim een half miljard. En de Verenigde Staten is na de Europese thuismarkt de belangrijkste exportmarkt voor Nederlands staal. Daarmee zijn nu ook al onze inspanningen erop gericht om zoveel mogelijk flexibiliteit te realiseren voor onze export. We zijn erover in gesprek met de Verenigde Staten en ook de Europese Commissie is bezig om met een gezamenlijke Europese benadering van het vraagstuk te komen. Dit is ook zo'n onderwerp waarbij de Europese samenwerking zijn meerwaarde heeft. We zijn het grootste handelsblok van de wereld en in die zin kunnen wij ook gezamenlijk een vuist maken om de impact van deze maatregelen te beperken. Waarbij tegelijkertijd het verstandig is om de dialoog gaande te houden en te streven naar de-escalatie, dat kans te geven, maar niettemin moeten we ook duidelijk maken dat we bereid zijn uiteraard tegenmaatregelen te nemen.
Dan vandaag verschillende dingen op de agenda rondom de uitvoering van het Regeerakkoord. In de eerste plaats betreft dat onze klimaatambities. U weet: die zijn verreikend. We maken daar voor dit jaar 300 miljoen euro vrij en hebben besloten hoe we dat dit jaar gaan investeren. Bijna een derde daarvan gaat naar een wijkgerichte aanpak om ervoor te zorgen dat woningen gasvrij kunnen worden en de rest van het bedrag gaat onder meer naar verduurzaming van industrie, landbouw, maar ook van mobiliteit. En daar gaan de verschillende ministeries nu concreet mee aan de slag. We hebben ook een besluit genomen over de inzet van de middelen uit het Regeerakkoord voor wetenschap en onderzoek. In totaal investeren we 400 miljoen euro structureel en eenmalig 100 miljoen euro. Het grootste deel van dat geld is nu belegd. Het gaat onder meer om geld voor fundamenteel onderzoek in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda, oplopend tot 200 miljoen euro in 2020, en een versterking van de basisinfrastructuur, bijvoorbeeld de digitale onderzoeksinfrastructuur. En daarmee helpen we ook om de wetenschap in Nederland toekomstbestendig te maken.