Kabinet werkt aan hardere aanpak rijden onder invloed van alcohol
Het kabinet wil deelname aan het verkeer met te veel alcohol op strenger aanpakken. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat schrijven in een brief aan de Tweede Kamer dat ze voornemens zijn daartoe een set aan maatregelen te nemen. Zo willen ze personen die met te veel alcohol op rijden sneller kunnen uitsluiten van deelname aan het verkeer en harder kunnen aanpakken.
Rijden onder invloed van alcohol levert een gevaar op voor de verkeersveiligheid. In 2017 zijn ruim 17.000 bestuurders aangehouden met een promillage van 0,8 of meer. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) heeft de schatting gedaan dat er in 2015 75 tot 140 verkeersdoden als gevolg van rijden onder invloed van alcohol vielen. Het doel van het kabinet is om het aantal personen dat onder invloed van alcohol deelneemt aan het verkeer te verminderen, waardoor ook minder verkeerslachtoffers te betreuren zullen zijn.
Om dit te bereiken heeft minister Grapperhaus een wetsvoorstel gemaakt om de strafmaxima te verhogen voor ernstige verkeersdelicten, waaronder rijden onder invloed. Dit wetsvoorstel gaat nog deze week in consultatie.
Minister Van Nieuwenhuizen verlaagt in overleg met het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) de grens van het onderzoek naar de geschiktheid. Voor ervaren bestuurders ligt de grens nu op 1,8‰ en wordt deze mogelijk 1,3‰. Voor bestuurders die al eerder in de fout gingen wordt de grens mogelijk verlaagd van 1,3‰ naar 1,0‰. Hoe lager de grens hoe eerder het rijbewijs ongeldig is en hoe sneller deze bestuurders verboden wordt de weg op te gaan. Het plan wordt nu verder uitgewerkt en volgt dit voorjaar.
Bestuurs- en strafrecht
Verder stellen de ministers maatregelen voor die de effectiviteit van de maatregelen en sancties verhogen en het stelsel van bestuurs- en strafrecht vereenvoudigen. In dat kader wordt onder meer voorgesteld de recidiveregeling ernstige verkeersdelicten te laten vervallen, omdat deze regeling het stelsel erg complex maakt en de effectiviteit beperkt is. Zeker als de grens van het onderzoek naar de geschiktheid wordt verlaagd.
Onderzocht wordt of het rijbewijs op andere manieren, dan op grond van het onderzoek naar de geschiktheid, ongeldig kan worden verklaard. Bijvoorbeeld door de rechter de bevoegdheid te geven het rijbewijs ongeldig te verklaren. Ook wordt bezien of de rechter de mogelijkheid kan worden gegeven een ontzegging van de rijbevoegdheid dadelijk uitvoerbaar te verklaren, zodat wordt voorkomen dat de betrokkene aan het verkeer kan blijven deelnemen tijdens de behandeling van het hoger beroep.
Daarnaast is het voorstel om het stelsel zo in te richten dat het bestuursrechtelijke traject (zoveel als mogelijk) is afgerond voordat de zaak strafrechtelijk wordt beoordeeld. Op deze manier weet de strafrechter bijvoorbeeld of de betreffende bestuurder al een onderzoek naar de geschiktheid opgelegd heeft gekregen en of hij hier al dan niet geschikt uit is gekomen, zodat hij kan afwegen of hij daarnaast nog een passende en effectieve straf kan opleggen.
Door uitspraken van de Hoge Raad en de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State werd eerder geconstateerd dat het alcoholslotprogramma niet meer kon worden toegepast in het bestuursrecht. Uit nader onderzoek is gebleken dat invoering van het alcoholslot in het strafrecht weinig meerwaarde biedt, omdat rechters het alcoholslot naar verwachting slechts in een beperkt aantal gevallen zullen opleggen. Daarnaast zijn er andere nadelen van het alcoholslot in het strafrecht. Zo blijkt uit een factsheet van SWOV dat het effect van het alcoholslot op recidive beperkt is tot de duur van het programma. Ook is het stelsel van het alcoholslot niet waterdicht. Er wordt een extra drempel opgeworpen om met alcohol op deel te nemen aan het verkeer, maar niet voorkomen kan worden dat personen die te veel hebben gedronken alsnog een ander voertuig nemen of anderen laten blazen.
De voorkeur gaat uit naar de eerder hierboven genoemde maatregelen. Ook kijkt het kabinet met veel belangstelling naar de proef met de zogeheten Alcoholmeter. Met de Alcoholmeter wordt het gebruik van alcohol continu gemeten. De Alcoholmeter is gekoppeld aan het alcoholverbod, een van de bijzondere voorwaarden die de rechter kan opleggen bij een voorwaardelijk opgelegde sanctie na het plegen van een delict onder invloed van alcohol. De proef loopt tot eind 2018. Uit de eerste ervaringen blijkt dat Alcoholmeter bijdraagt aan een gedragsverandering om af te zien van alcohol.