Beroepsonderwijs goed voorbereid op de toekomst
De nieuwe afspraken tussen het kabinet en de mbo-sector zijn cruciaal voor de verdere ontwikkeling van het mbo als beroepsonderwijs voor iedereen: jongeren, werkenden en werkzoekenden die zich willen bij- of omscholen, samenwerkingspartners zoals het bedrijfsleven en lokale overheden en werknemers. Het akkoord bevat afspraken over de nieuwe plannen van scholen over gelijke kansen, over het verder brengen van kwetsbare jongeren en over een leven lang ontwikkelen. Minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Ton Heerts, voorzitter MBO Raad, hebben vandaag hun handtekening onder het bestuursakkoord ‘Trots, vertrouwen en lef’ gezet. Het mbo is de eerste sector waarmee dit kabinet een akkoord heeft gesloten.
Het mbo staat er goed voor; de afgelopen zeven jaar hebben de scholen stevig geïnvesteerd in verdere verhoging van de kwaliteit. En dat is aantoonbaar gelukt. De scholen hebben over het algemeen hun financiën en onderwijs op orde. De tevredenheid van studenten en het bedrijfsleven is een inspiratie om verder te verbeteren en ook als werkgever kunnen scholen bij werknemers rekenen op waardering.
Minister Van Engelshoven: “De Nederlandse mbo’s behoren tot de beste van de wereld. Ik heb vertrouwen in deze sector. Vertrouwen in de studenten die worden opgeleid en de docenten die dat doen. Nu er vertrouwen is, vraag ik mbo-scholen lef te tonen en maximaal transparant te zijn. Om het mbo nóg sterker te maken."
Mbo voor iedereen
Ton Heerts, voorzitter MBO Raad: "Het mbo is het hart van de maatschappij en cruciaal voor onze economie. De mbo-scholen zijn er niet alleen voor het opleiden van vakmensen met de juiste skills voor de arbeidsmarkt van morgen, maar ook voor bijdragen aan de maatschappelijke opdracht die de regering centraal stelt in het regeerakkoord: goed burgerschap. En voor het kunnen bieden van gelijke kansen aan iedereen.”
Het bestuursakkoord biedt de scholen dan ook ruimte om zich de komende jaren ook specifieker te richten op jongeren in kwetsbare posities. Bijvoorbeeld door intensere samenwerking met het vmbo en het praktijkonderwijs die de overgang voor kansrijke jongeren moet vergemakkelijken en een diploma en daarmee kansen op de arbeidsmarkt beter haalbaar maken. Daarnaast kunnen scholen zich verder specialiseren als natuurlijke partner binnen een leven lang ontwikkelen voor studenten, voor het bedrijfsleven en voor (lokale) overheden. Het akkoord biedt tegelijk ruimte en vertrouwen aan scholen om als werkgever aantrekkelijk te zijn en te blijven; onder meer het verminderen van administratieve lasten door het schrappen van overbodige regels moet het werkplezier vergroten.
Regio
Het akkoord benadrukt het belang van samenwerking in de regio. Minister Van Engelshoven: “Mbo-scholen hebben een belangrijke rol in onze samenleving. Het beroepsonderwijs ondersteunt veel jongeren op weg naar een eigen bestaan. Aansluiting bij de regio is daardoor zo belangrijk. Door de opleiding van studenten meer up to date te houden met de nieuwste regionale innovaties, hebben studenten straks meer kans op het vinden van een goede baan. De mbo-scholen bied ik de ruimte om zich flexibeler mee te bewegen met ontwikkelingen in hun regio.”
Ton Heerts deelt deze visie: “De scholen zijn maximaal betrokken geweest bij de inhoud en steunen de afspraken. Zij gaan nu de afspraken verder uitwerken met partners in de regio, waaronder het bedrijfsleven en de gemeentes. Mooi ook dat we dit akkoord juist nu, zo vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen, sluiten. Ik roep alle nieuwe coalities die straks gevormd worden om met de scholen de mouwen op te stropen en een mbo-agenda af te spreken.”
Looptijd
Het bestuursakkoord heeft een looptijd van 4 jaar (2018-2022). De scholen committeren zich aan realisatie van de gemaakte afspraken door hun kwaliteitsagenda’s door een onafhankelijke commissie te laten monitoren. De commissie staat onder leiding van Michiel Scheffer. Bij haar toetsing maakt deze commissie maximaal gebruik van input van docenten, studenten, werkgevers.