Reactie minister Hugo de Jonge op evaluatie Jeugdwet
Minister Hugo de Jonge (VWS) reageert op het evaluatierapport van de Jeugdwet dat vandaag is aangeboden aan de ministeries van VWS, JenV en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
"Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet in werking getreden. Die wet was hard nodig. Voor de decentralisatie waren er veel te veel bestuurslagen betrokken bij de uitvoering van de jeugdzorg: Rijk, provincies, gemeenten, etcetera. Iedereen had iets te zeggen, het geld kwam uit allerlei verschillende potjes en de zorg was allemachtig versnipperd. Als iedereen een beetje verantwoordelijk is, is uiteindelijk niemand verantwoordelijk. Het was echt nodig om die zorg dichter bij huis, dichter bij jongeren en in de wijk te organiseren. In the end gaat het natuurlijk om dat niet de wet maar de werkelijkheid beter is geworden. Daarom is het belangrijk dat die wetten ook geëvalueerd worden. Vanochtend ontving ik samen met directeur-generaal Carsten Herstel (namens de minister voor Rechtsbescherming) en Eelco Eerenberg (namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten), zo’n evaluatierapport over de Jeugdwet. Want hoewel met de decentralisatie van de Jeugdwet een goede beweging in gang is gezet en ouders positief zijn over de uiteindelijke hulp, ervaren juist kwetsbare kinderen en ouders dat niet altijd. De evaluatie leert ons namelijk dat eenoudergezinnen en gezinnen met een laag inkomen grote moeite hebben om de weg naar de juiste hulp te vinden. Dat hangt sterk samen met de grote diversiteit van wijkteams tussen gemeenten. Wat mag een gezin eigenlijk van deze teams verwachten? Met welke vragen kunnen ze aankloppen? Als dat niet helder is georganiseerd, lukt het nooit om toegang tot de zorg en ondersteuning dichter bij mensen te brengen. Een ander belangrijk punt uit de evaluatie is de samenwerking tussen domeinen, zoals de jeugdhulp, het onderwijs en bijvoorbeeld de schulphulpverlening. Daar komen gemeenten nog te weinig aan toe. Wat gaan we nu doen? Ik denk dat, wat in de opvoedingen goed is, nu eigenlijk ook goed is voor de jeugdzorg: orde, rust en regelmaat. Dat betekent niet dat we met onze knieën onder het bureau blijven zitten. Nee, er is werk aan de winkel. De komende maanden werk ik daarom samen met gemeenten, professionals, ouders en kinderen aan het programma ‘Zorg voor de jeugd’. Daarbij is het onze opdracht om de bovenstaande knelpunten aan te pakken en de zorg voor kinderen en hun ouders merkbaar beter te maken."