Onderzoek naar verwachtingen Brexit
Twee op de drie Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk (VK) wonen, maken zich zorgen over hun toekomst vanwege Brexit. Met name het recht om in het VK te blijven wonen en werken houdt deze groep wakker, evenals toegang tot de gezondheidszorg. 60% houdt rekening met een “worst case scenario”, dat wil zeggen dat het VK de EU in maart 2019 zou verlaten zonder afspraken over het vervolg. Dit blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd door onderzoeksbureau Kantar Public in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Download 'Brexit onderzoek: Management summary' 1/4
Download 'Brexit onderzoek: Algemeen publiek in Nederland' 2/4
Download 'Brexit onderzoek: Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk' 3/4
Download 'Brexit onderzoek: bedrijven' 4/4
Nederlandse ondernemers zien de Brexit met meer vertrouwen tegemoet. Weliswaar verwacht 63% van de bedrijven die zaken doen met het VK dat Brexit grote gevolgen zal hebben voor de Nederlandse economie als geheel, maar over het eigen bedrijf maken ze zich minder zorgen. Bijna 80% verwacht daar geen grote gevolgen door Brexit. Zelfs als de onderneming structureel – bijna dagelijks - zaken doet met het VK, voorziet nog ruim de helft (59%) geen grote gevolgen voor het eigen bedrijf. Ruim de helft van de bedrijven die zaken doen met het VK is dan ook nog helemaal niet bezig om zich op Brexit voor te bereiden. Slechts een op de tien is daar in behoorlijke of hoge mate mee bezig.
Voor de meeste Nederlanders in Nederland is Brexit nog steeds een ver van het bed onderwerp, zo blijkt uit het onderzoek. Zo’n 60% maakt zich weinig tot geen zorgen over de impact van Brexit op hun persoonlijke leven. Slechts 3% maakt zich daar redelijk tot veel zorgen over. Desondanks verwacht de meerderheid van deze groep wel dat voor alle betrokken partijen (het VK, NL en de EU) de gevolgen van Brexit negatief zullen zijn. De schade voor het VK zal echter groter zal zijn dan voor Nederland en de EU, aldus de respondenten.
Vorige maand besloot de EU dat naar de volgende fase van de onderhandelingen met het VK kan worden overgegaan. Deze tweede fase moet alle uittredingszaken en afspraken over de transitieperiode vastleggen. Daarnaast wordt de toekomstige relatie tussen de EU en het VK in brede lijnen besproken. Pas na het officiële vertrek van het VK uit de EU kan het daadwerkelijke akkoord over de toekomstige relatie op detail niveau vastgelegd worden.
De regering roept ondernemers die zaken doen met het VK op zich voor te bereiden op Brexit. Het VK is eind maart 2019 geen EU-lid meer, welke afspraken er ook worden gemaakt, en dat betekent veranderingen in de procedures.
Uit het Kantar-onderzoek blijkt dat zowel de Nederlanders in het VK als het Nederlandse bedrijfsleven graag snel duidelijkheid willen krijgen over de nieuwe relatie tussen de EU en het VK. De regering moet zich volgens de respondenten met name inzetten voor behoud van de burgerrechten, soepele toegang tot de markt in het VK en vice versa en eenvoudige procedures.