Speech bij nieuwjaarsbijeenkomst Vereniging van Hogescholen
Speech door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ingrid van Engelshoven, bij nieuwjaarsbijeenkomst van de Vereniging Hogescholen, Den Haag, 17 januari 2018
Beste mensen,
Ver buiten ons land vierde ik het kerstreces – samen met mijn man en dochter. En zo rond de jaarwisseling liep ik tegen een prachtig Chinees spreekwoord aan:
“Het beste moment om een boom te planten is twintig jaar geleden.
Het één na beste moment is vandaag.”
Ik vind het een treffende manier om te zeggen dat je op ieder moment kunt beginnen met groeien.
Hoe jong of oud je ook bent.
En ik lees er ook in dat we ons moeten realiseren dat groeien tijd vraagt. Want de één doet dat sneller dan de ander.
Ik hoop dat deze gedachten niet alleen mij sturen, het komende jaar. Maar ook u. En dat het hbo daar nóg beter van wordt.
Want ik ben onder de indruk van wat ik zie, sinds ik minister ben. Ik zie u hard werken aan onderwijsvernieuwing. Met nieuwe onderwijsvormen, en aandacht voor ondernemerschap.
De combinatie tussen mooie ambities in verdiepend onderwijs en praktijkgericht onderzoek die ik in het hbo ontmoet, spreekt me enorm aan.
En wat me ook steeds positief opvalt is de samenwerking.
Sectorbreed, via een onderzoeksagenda als ‘Onderzoek met impact’. Maar ook op de individuele instellingen, waar in de eigen regio wordt samengewerkt.
De ‘Centres of Expertise’ vind ik zo’n succesvoorbeeld. Zo zag ik aan de Hogeschool Utrecht hoe studenten, docenten, bedrijven en onderzoekers duurzamere en gezondere steden écht dichterbij brengen, in het ‘Smart Sustainable Cities’ project.
Laat ik daarom met deze boodschap beginnen: ik zie hoe hard er wordt gewerkt aan een toekomst, voor iedereen die via het hbo wil groeien.
En dat is exact waarvoor het hbo bedoeld is.
Veel jongeren die als eerste in hun familie naar het hoger onderwijs gaan, doen dat bij u. Ik heb dan ook een sterk geloof in de emancipatiefunctie van uw instellingen. En daarom is toegankelijkheid een prioriteit voor mij, de komende jaren.
Op dat vlak worden slimme stappen gezet.
Neem de Associate Degree, die de stap van mbo naar hbo gemakkelijker maakt.
Wat mij betreft gaan we door op deze weg.
Want ik hecht eraan dat we kansen creëren voor iedereen die wil doorleren.
Beste mensen,
U hoort hoe blij ik ben met het werk dat u verricht.
Dit geeft mij als Minister ook het vertrouwen, dat ik vertrouwen mag géven.
Ik ben blij dat dat kan.
Want het is fantastisch als vertrouwen haar werk goed doet. Ben je niet in staat om vertrouwen te geven, dan doe je de doelen waar je aan werkt tekort.
Dan ontneem je mensen de kans om verantwoordelijkheid te pakken, eigenaarschap te voelen én van daaruit te handelen. En als je echt pech hebt, dan rem je intrinsiek gemotiveerde mensen af.
Dat is niet hoe ik als mens door het leven wil gaan – en ook niet als minister. Het was de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt die rake taal sprak, toen hij zei:
“Het is vreselijk om over je schouder te kijken en niemand te zien terwijl je probeert een leider te zijn.”
Ik vind dat een belangrijke boodschap – waarvan ik hoop dat u die als bestuurder ook zo voelt.
Want een nóg beter hbo, dat wordt gemaakt ín dat hbo.
Dat bewijst u bijvoorbeeld via de voorinvesteringen.
Die zorgen ervoor dat er al hard aan het verbeteren van kwaliteit is gewerkt.
Maar er is nog meer te doen – om nóg beter te worden.
En daarmee kom ik uit bij mijn ideeën over hoe we ze gaan vormgeven… en waar de heer De Graaf al even prikkelend aan refereerde: de kwaliteitsafspraken.
Op dit punt wil ik echt een kanteling maken.
Van verantwoording waarbij je naar boven kijkt, naar verantwoording richting elkáár. Van verticaal naar horizontaal. Als partners onderling. En laten we daarbij ook de focus verleggen van prestaties en rendement op de korte termijn, naar kwaliteit op de lange duur.
Bij de kwaliteitsafspraken gaat het primair over de besteding van de studievoorschotmiddelen.
En het is de student die moet merken dat het onderwijs beter wordt, dankzij die middelen.
Want daarmee lossen we een belofte in.
Ik heb daarbij een sterk geloof in ‘eigen’ afspraken – tussen instellingen, docenten, studenten en het werkveld. En die afspraken kunnen prima per instelling verschillen.
Want onderwijskwaliteit kan vele gedaantes hebben.
En daarom wil ik ook dat instellingen zélf kiezen welke doelen gehaald moeten worden om hún onderwijs nog beter te maken.
Kijk daarbij natuurlijk wel naar de thema’s die we allemaal omarmd hebben met de Gemeenschappelijke en de Strategische Agenda.
Kies vervolgens waar je voor gaat en schrijf dat helder op. Dat maakt het mogelijk om richting het ministerie
– maar in de eerste plaats richting je eigen instelling –,
antwoord te geven op de vraag:
“Hoe heeft ónze hogeschool de middelen van het studievoorschot gebruikt om de kwaliteit te verhogen?”.
Met een duidelijk antwoord op deze vraag geeft u ook mij de kans om mijn werk goed te doen.
Als ik:
- Eén: de optelsom van alle kwaliteitsafspraken kan beoordelen;
- Twee: kan terugzien dat het proces goed is doorlopen,
- En drie: de kwaliteitsverbetering van instellingen kan volgen en onderling vergelijken…
… dan laat ú mij op een deugdelijke manier verantwoording afleggen.
Eigenlijk zeg ik vandaag dus eenvoudigweg: ons wederzijds vertrouwen is onmisbaar, voor ons beiden.
Hoe de weg naar goede afspraken er precies uit gaat zien, daarmee gaan we de komende tijd aan de slag. Zodat het afspraken worden die recht doen aan de wensen en ambities die we samen tegenkomen.
Beste mensen,
Laten we in 2018 het woord ‘vertrouwen’ niet alleen uitspreken, maar gaan voorleven.
Ik wens u een heel goed jaar toe.