Korte toespraak van minister-president Mark Rutte bij de herdenking van A.G. (Fred) van der Spek in de Tweede Kamer
Mevrouw de voorzitter,
In een periode waarin velen in de Nederlandse politiek het woord 'principe' met een hoofdletter P schreven, was er één man die dit begrip bij voorkeur helemaal in kapitalen spelde. Die man was Fred van der Spek.
Wie politicus wordt, heeft overtuigingen. Dat is van alle tijden. Maar standvastiger, idealistischer en vasthoudender dan Fred van der Spek zijn er in onze parlementaire geschiedenis maar weinig. Hij is een leven lang trouw gebleven aan zichzelf en alles waar hij voor stond. En dat waren bepaald geen kleine idealen. Nog in 2004, op 80-jarige leeftijd zei hij: 'Ik sta onverminderd achter de beginselen van socialisatie en pacificatie en ik geloof in de haalbaarheid ervan.'
Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over en dat paste bij hem. Geen twijfel, maar overtuiging. Fred van der Spek wist niet eens wat het was om met meel in de mond te praten. Voor tegenstanders kon hij hard zijn, zeker in die gepolariseerde jaren '70. Tegen de legendarische Bibeb vertelde hij ooit dat mensen over hem zeiden dat iemand met zo'n scherpe tong eigenlijk geen pacifist kon zijn. En hij gaf blijk van zelfkennis op dit punt toen hij zei: 'Ik sla niemand dood, maar ik ben vaak dodelijk sarcastisch.'
Van der Spek was al actief in de landelijke politiek toen ik nog geboren moest worden. Maar zijn politieke hoogtepunt en dat van zijn partij moeten we situeren rond de grote kernwapendemonstraties aan het begin van de jaren '80. Ik was toen zelf een jaar of 16 en - het zal u niet verbazen - geen aanhanger van de PSP. Tegelijkertijd herinner ik me heel goed de enorme uitstraling en energie van Fred van der Spek. Hij was een man van het heilig vuur en daar kon ik toen, en nu nog steeds, alleen maar groot respect voor opbrengen.
Bovendien was er ook een andere, meer goedlachse en zelf-relativerende kant. Fred van der Spek hield ervan om tegenstanders in een debat met een kwinkslag op het verkeerde been te zetten. En hij vertelde op latere leeftijd met smaak hoe hij zijn politieke vrienden ter linkerzijde op de kast kon krijgen door in de Kamer grappen te maken met Hans Wiegel, die hem overigens ook vaak thuisbracht na late debatten. Een onverwacht koppel, maar Wiegel herinnert zich die ritjes nog goed. In zijn woorden: 'In de auto kletsten we honderduit en hadden we veel pret.'
MdV, die twee kanten - het principiële en de zelfrelativering - komen misschien nog wel het mooist samen in de typering die Fred van der Spek in 2003 desgevraagd zelf gaf van zijn politieke leven. 'Dat je gelijk kunt hebben, zonder het te krijgen', zei hij.
Met zijn overlijden verliest Nederland een idealist van de oude stempel. Wij herdenken Fred van der Spek met diep respect. Zijn familie en andere nabestaanden wens ik veel kracht toe bij de verwerking van dit grote verlies.