Visquota 2018: Meer haring, kabeljauw en tarbot
Diverse commerciële vissoorten in de Noordzee hebben zich de afgelopen jaren goed ontwikkeld. Nederlandse vissers mogen daarom volgend jaar meer haring, kabeljauw, tarbot en griet vangen. De Europese visserijministers en de Europese Commissie hebben hierover in Brussel een akkoord bereikt. Ook met tong en schol gaat het goed. Om op langere termijn een duurzame vangst op deze soorten te garanderen is voor komend jaar nog wel een reductie van het quotum afgesproken.
Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit spreekt van een evenwichtig akkoord: “Een goede balans tussen ecologie en economie; waarbij vissoorten die onder druk staan zich verder kunnen herstellen en vissers thuiskomen met verantwoorde vangsten”.
Belangrijkste Noordzeequota voor 2018 (ten opzichte van 2017)
Vissoort | Quotum voor Nederland |
---|---|
Tong | - 2,5% |
Schol | - 13% |
Tarbot, griet | + 44% |
Witje, tongschar | gelijk aan 2017 |
Kabeljauw | + 10% |
Rog | + 20% |
Haring | + 20% |
Makreel | - 20% |
Horsmakreel (Westelijke wateren) | + 21% |
Grote zilvervis | + 20% |
Tarbot en griet
Voor tarbot en griet – vissoorten die vaak als bijvangst in de netten belanden – gaat het quotum in 2018 met 44% omhoog, en voor het lopende jaar is er een tussentijdse ophoging van 20%. De vangst van tong en tarbot wordt hierdoor beter met elkaar in balans gebracht.
Paling en zeebaars
Het akkoord over de visquota omvat ook nieuwe maatregelen gericht op paling en zeebaars, twee vissoorten waarvan de populatie kritiek is. Ten aanzien van paling is afgesproken dat er met ingang van volgend jaar tijdens de paaiperiode (drie maanden) niet op aal mag worden gevist. Hiermee krijgt de aanpak die Nederland al enkele jaren met succes hanteert nu in de rest van Europa navolging. Het eerder voorgestelde totaalverbod op palingvisserij in kustwateren is daarmee van de baan.
Voor zeebaars hebben de Europese visserijministers afgesproken dat de vangst volgend jaar sterk wordt beperkt. Over de volle breedte (trawlers, staand want-visserij en de haken-en-lijnen-methode) mag er gemiddeld 60% minder zeebaars worden gevangen dan in 2017. Voor de recreatieve visserij geldt vanaf 1 januari dat alle gevangen zeebaars moet worden teruggezet in zee.
Systematiek visquota
Elk jaar in december beslissen de Europese visserijministers en de Europese Commissie over de totale vangsthoeveelheden (total allowable catches, TAC's) voor het jaar erop. De TAC’s zijn gebaseerd op wetenschappelijk advies van onder andere de International Council on the Exploration of the Sea (ICES), het principe van maximale duurzame opbrengst (MSY) en op de meerjarenplannen tegen overbevissing. De quota voor de Nederlandse visserijsector en voor de individuele vissers worden vervolgens aan de hand van een vaste verdeelsleutel afgeleid van de totale vangsthoeveelheden. In deze quota is rekening gehouden met compensatie in verband met de aanlandplicht, die sinds 2015 in fases wordt ingevoerd. Dit voorkomt dat de ondermaatse vis, die niet bestemd is voor menselijke consumptie, ten koste gaat van het quotum.