Speech uitreiking Joke Smit Prijs
Toespraak door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ingrid van Engelshoven, bij de uitreiking van de Joke Smit-prijs, op 11 december 2017
‘Ondanks vijftig jaar emancipatie… zijn er nog altijd bedrijfstakken waar vrouwen met gelijk of gelijkwaardig werk minder verdienen dan mannen…’.
Het is een zin die je om de haverklap hoort langskomen. In de krant, op de radio, bij de koffiecorner of tijdens een verjaardagsfeestje. Een zin die al bijna geen verbazing meer wekt.
Een zin die ik de komende jaren nog regelmatig zal uitspreken, vrees ik.
Maar waarmee ik niks nieuws vertel.
Want het zijn de woorden van Joke Smit, uit haar pamflet Het Onbehagen bij de Vrouw.
Deze woorden zijn vijftig jaar oud. En ze zijn nog steeds actueel.
Beste mensen,
Ik ben ik er trots op dat ik hier sta, als minister van Emancipatie. Omdat ik ten diepste vind dat vrouwen en mannen gelijk zijn. En ik er ontzettend veel zin in heb om mijn energie te steken in de strijd voor gelijke kansen tussen vrouw en man. Trots ook omdat er al zoveel is gebeurd sinds 1967 – mede dankzij ú, hier in de zaal.
Voor de wet zijn man en vrouw inmiddels gelijk, en ook in de praktijk is er veel veranderd.
Lag de arbeidsdeelname vijftig jaar geleden nog beneden de 30 procent. Inmiddels is dat bijna 80 procent. De taken in het huishouden zijn eerlijker verdeeld en op sommige gebieden zijn de meisjes de jongens ingehaald. Zo doen meisjes het beter in het onderwijs en verdienen jonge vrouwen aan het begin van hun loopbaan meer dan hun mannelijke leeftijdsgenoten.
Reden genoeg dus om trots te zijn. Maar ik voel niet alleen trots. Ik voel ook ambitie en ongeduld – net als u waarschijnlijk. Omdát er nog een minister van Emancipatie nodig is om de Joke Smit-prijs uit te reiken - vijftig jaar na 1967. Ondanks het werk van u allen, hier in de zaal.
Want ons werk is nog niet af. Nog lang niet.
Minder dan een derde van de vrouwen van niet-westerse afkomst is economisch zelfstandig. Minder dan een derde..
Van de eenoudergezinnen met een vrouw aan het hoofd, leeft ongeveer een kwart in armoede. Dat zijn heel veel kinderen in ons land.
En bijna driekwart van alle werkende vrouwen heeft een deeltijdbaan.
Ik kies deze voorbeelden niet willekeurig. Ze gaan alle drie over de mate waarin vrouwen op eigen benen staan.
Over economische zelfstandigheid.
Het vertrekpunt van waaruit je je rechten kunt opeisen.
Want als je geen eigen inkomen hebt waar je van kunt leven, dan zit je gevangen.
Ik zeg het een beetje cru:
Dan ben je veroordeeld tot het huishouden en de kinderen.
En dan kan je niet weg, als je thuis mishandeld wordt.
Economische zelfstandigheid geeft je vrijheid.
En dat is niet alleen de vrijheid om te ontsnappen aan een ‘rot’ bestaan, zoals Joke Smit het zou noemen. Vrijheid is in zichzelf ook gewoon leuk. Het gevoel om op eigen benen te staan, je grenzen te kunnen verleggen. Letterlijk: om datgene uit eigen portemonnee te betalen dat je wil. Maar ook gewoon om dingen te bereiken in je werk. Te ervaren dat jouw inzet verschil kan maken.
Maar economische zelfstandigheid houdt niet op bij het individu. Het sijpelt door naar volgende generaties. Het betekent ook je kinderen uit de armoede trekken. Ze de kans geven zich ten volle te ontplooien. Hen een goed voorbeeld geven. Hen sociaal kapitaal meegeven dat je verzamelt in een werkomgeving.
En daarmee dient economische zelfstandigheid een tweede maatschappelijk belang: het verkleint de ongelijkheid in kansen tussen kinderen. Want als je werkt kun je je kinderen dezelfde vaardigheden overdragen die andere kinderen ook meekrijgen van hun werkende ouders. En als je een redelijk salaris hebt, kun je jouw kind de kansen bieden die andere kinderen ook krijgen: muziekles of een opleiding met nét wat hogere schoolkosten.
Dat wil niet zeggen dat het altijd makkelijk is. Als je economisch zelfstandig wil worden, moet je over een drempel heen. Je moet je comfort zone verlaten. Je dagelijkse routine veranderen. Of, zoals Eva Jinek zegt: aangaan waar je bang voor bent. Dat is de prijs die je betaalt voor vrijheid. Voor vrijheid, die in zichzelf een onbetaalbare waarde heeft.
Dit kabinet probeert die prijs zo laag mogelijk te houden. We doen dat door het aantrekkelijker te maken om te gaan werken en voor deeltijders om meer uren te maken. Daarnaast zetten we belangrijke stappen om de ongelijkheid tussen man en vrouw recht te zetten door door het partnerverlof uit te breiden naar vijf dagen en het aanvullend partnerverlof naar zes weken.
Daarmee zijn we er natuurlijk nog niet.
Economische zelfstandigheid kun je niet vanuit Den Haag afdwingen. Daar hebben we iedereen bij nodig, op alle niveaus. Te beginnen bij u. Als voorbeeld van een sterke vrouw die voor zichzelf opkomt en voor zichzelf zorgt. Die als rolmodel laat zien dát en hóe het kan. En die de vrouwen die ook economisch zelfstandig willen worden daarbij een handje helpt. Op wat voor manier dan ook.
Uiteindelijk maken vrouwen zelf hun keuze. Beslissen ze zelf welke kansen ze grijpen. Maar u kunt ze daarbij wel een duwtje in de rug geven.
Beste aanwezigen,
"Men zou het werken van gehuwde vrouwen kunnen vergelijken met uitbreiding van het onderwijs’’, schreef Joke Smit vijftig jaar geleden in Het Onbehagen bij de Vrouw. ,,Beide stellen mensen in staat hun horizon te verbreden en meer geïnteresseerd te zijn in de wereld omdat ze over meer aanknopingspunten beschikken.’’
,,Maar dat is niet het enige’’, vervolgt ze. ,,Wie geestelijk vrij is hoeft zich niet te laten verlammen door taboes, door schuldgevoel en door materiële omstandigheden. Wie erin slaagt zijn potenties te realiseren kan zich tevreden voelen.’’
Alleen dát al is voldoende om iedereen economische zelfstandigheid te gunnen. Je leeft immers maar één keer. En dat kan je dan maar beter goed doen!
Dank u wel