Toespraak staatssecretaris Mona Keijzer op algemene ledenvergadering MKB Nederland
Toespraak van Mona Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, op de algemene ledenvergadering van MKB Nederland, Den Haag.
Dames en heren,
Deze bijeenkomst is voor mij een bijzondere. Ik ben staatssecretaris voor Economische Zaken en Klimaat, en wanneer mensen mij vragen wat daaronder valt, noem ik het midden- en kleinbedrijf als eerste. Het is dan ook mooi dat mijn eerste bezoek aan een belangenorganisatie een bezoek aan úw ledenvergadering is. Met de leiders van ons midden- en kleinbedrijf.
Maar u bent zeker niet de eerste ondernemers die ik in deze functie ontmoet, want ik heb vrijdag en maandag al werkbezoeken afgelegd.
Ik ben dus begonnen met mijn MKB-toer. MKB.... Mona Keijzer Bezoekt.... Het kan geen toeval zijn...
Ik was vrijdag bij twee starters in de life sciences in Leiden (NCardia en Mimetas) en bij slagerij Stronkhorst in Amstelveen, een familiebedrijf van nu al drie generaties. De vierde generatie heeft er wel bijbaantje gehad maar doet wat anders. Ik denk dat opa Gerrit (81 jr oud, de tweede generatie) stiekem hoopt dat de 4e generatie (nu tussen de 23 en 31 jr) nog tot inkeer komt. Maar dat zal wel goed komen.
Maandag was ik eerst in Rijssen-Holten, zoals u allemaal weet is dat de MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland. Daarna bij twee ondernemers in Amsterdam die dankzij Qredits een succesvol bedrijf hebben kunnen opzetten.
Maar mijn bezoeken begonnen vrijdagochtend bij Octatube in Delft, een grensverleggend architectenbureau. Daar was ook Hare Majesteit koningin Maxima, want bij Octatube werd de nieuwe Staat van het MKB gepresenteerd door het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering, waar zij deel van uitmaakt. Wij mogen ons gelukkig prijzen dat de koningin de belangen van het midden- en kleinbedrijf tot de hare heeft gemaakt. Mede door haar aanwezigheid was het een feestje.
Als je bij dit soort bedrijven komt, dan maakt dat je trots. Trots, dat je de komende jaren kunt helpen om het midden- en kleinbedrijf te versterken. Wat betekent dat: versterken? Het begint met een ondernemer die weet waar zijn/haar kracht zit en die daarin zichzelf blijft. Dat raakt aan wat de essentie van het midden- en kleinbedrijf is, en dat is de menselijke maat.
In een wereld waarin alles groter, anoniemer en onpersoonlijker wordt, onderscheidt het midden- en kleinbedrijf zich door persoonlijk contact en betrouwbaarheid. Het mkb moet die waarden vasthouden en gelijktijdig meebewegen met grillige ontwikkelingen in technologie en markt. Als we willen dat het midden- en kleinbedrijf sterker uit deze veranderingen komt, dan moeten we die menselijke maat en dat vertrouwen koesteren.
En dat geldt niet alleen voor de kleine detailhandel, maar ook voor grotere bedrijven met 100 of 200 medewerkers. Het zijn vaak klinkende namen in een regio, die niet alleen aan veel mensen werk bieden, maar ook graag meedoen aan het sponsoren van een voetbalclub of de ijsbaan. Honderdduizenden Nederlanders hebben bij die bedrijven hun collega’s, gewoon in hun eigen woonplaats of vlakbij in hun regio. En ze kennen de baas persoonlijk. En de baas hen.
Het is vooral de digitalisering die de MKB-wereld opschudt. De nieuwe ‘Staat van het MKB’ laat zien dat het achterblijven op dit vlak betekent dat bedrijven niet doorgroeien wordt, terwijl dat wel kàn. Digitalisering biedt allerlei mogelijkheden om je klantcontacten te verbeteren en je boekhouding te automatiseren. En er zijn weer ondernemers die daar hun brood mee verdienen. Ik denk bijvoorbeeld aan het ‘Het handboek voor digitale slagkracht’, dat het Amsterdams ICT-bureau Van Ons vorige week heeft gepresenteerd.
Zelfs heel grote, oude sectoren veranderen door de digitalisering. Kijk maar naar de energiewereld. Vanouds werd die gedomineerd door mammoetondernemingen. Maar nu bestaat het energie-innovatienetwerk al voor meer dan de helft uit mkb-ondernemingen.
Natuurlijk brengt digitalisering ook uitdagingen mee. Denk aan plotseling opkomende concurrentie door de Uber-taxi en de maaltijdbezorgers en aan de rechtspositie van de mensen die daar werken. Ik wil werken vanuit de notie van een ‘eerlijke economie’ en zo ook naar deze ontwikkelingen kijken.
En terwijl webwinkels groeien als kool, moeten we alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat winkelstraten leeglopen. Ik begrijp de economische processen wel die daarachter zitten, maar het geeft een ongemakkelijk gevoel. Ook in dit opzicht moeten we inhoud blijven geven aan de menselijke maat.
In de detailhandel en de horeca is die doorslaggevend. De concurrentie van webwinkels en bezorgmaaltijden is fel. Maar het bezoek aan een winkel of een restaurant biedt een klant het plezier van het persoonlijke advies, het rondneuzen in de winkel en het snuffelen op de menukaart.
Ik geniet ervan dat een vriendelijke serveerster je precies vertelt wat je gaat eten en welke wijn daar het beste bij past. Dat kun je van een maaltijdbezorger niet verwachten.
Staatssecretaris Mona Keijzer
Afgelopen vrijdagavond zat ik nog in het Damhotel. Een aanrader: op vrijdagavond uit eten. Het is er dan niet zo druk, dat is fijn voor u en fijn voor het restaurant. Ik geniet ervan dat een vriendelijke serveerster je precies vertelt wat je gaat eten en welke wijn daar het beste bij past. Dat kun je van een maaltijdbezorger niet verwachten.
Ik wil nog even inzoomen op de retail. Als ik goed geïnformeerd ben zijn hier onder meer vertegenwoordigers aanwezig van de non-foodsector, de slagers, de gemakswinkels, de zelfstandige winkeliers en de bloemisten. Zij, en alle andere retailers, vervullen een belangrijke rol in de samenleving. Voor een snel groeiend aantal oudere mensen is de wandeling naar een van deze winkels hun dagelijkse portie lichaamsbeweging en het vaste uurtje waarop ze hun buren en kennissen ontmoeten.
We mogen trots zijn op onze winkelcultuur, waarin het accent ligt op binnensteden en dorpskernen, waar ‘weidewinkels’ uitzondering zijn en geen regel. Gelukkig heeft u de afgelopen jaren – samen met overheden – de retaildeals en de retailagenda opgezet. Die gaan helemaal over het vitaal houden van winkelgebieden in steden en dorpen, juist omdat die voor de leefbaarheid zo belangrijk zijn.
De mooiste verschijning van de menselijke maat in het midden- en kleinbedrijf zijn misschien wel de familiebedrijven. Daar hebben we er maar liefst 270.000 van. Bij de meeste werken niet meer dan vijftig mensen. Dankzij de familiestructuur is er continuïteit. Ervaring gaat over van generatie op generatie en bij elke generatiewisseling is er weer een impuls om te vernieuwen.
En niet zelden slaan familiebedrijven met hun niche-producten internationaal hun vleugels uit. Bijna elke Nederlandse regio heeft wel zo’n kampioen. Ik denk Wiskerke uit Kruiningen die de grootste uienteler ter wereld is. Of Bandell uit de Meern, een fabrikant en wereldleider van inpakmachines. Ik vraag me af of we de familiestructuur later ook weer zullen aantreffen bij al die ICT- en techbedrijven die de laatste jaren zijn opgericht. Daar zitten we pas in de eerste generatie.
Ook dit is midden- en kleinbedrijf. Dat is de wereld van snelle starters en groeiers en die lopen tegen dezelfde vragen op als de oudere leden van MKB-Nederland.Vragen over financiering, betaaltermijnen en het vinden van geschikt personeel. Dit zijn onderwerpen die bij iedereen hoog op de agenda staan en mijn ministerie zet zich daarvoor in.
Zo werken wij aan financieringsondersteuning, monitoren wij het naleven van fatsoenlijke betaaltermijnen en coördineren wij de uitvoering van het Techniekpakt.
U vertegenwoordigt de menselijke maat, niet alleen in de economie, maar in de hele samenleving.
Staatssecretaris Mona Keijzer
Dames en heren,
Dit is hoe ik naar het midden- en kleinbedrijf kijk. U vertegenwoordigt de menselijke maat, niet alleen in de economie, maar in de hele samenleving. Daarom zal ik me ervoor inzetten dat u ook op die manier kunt ondernemen. Met een menselijke toets, zonder