Congres ‘25 jaar Nieuw BW, met het oog op de toekomst’

Iedereen heeft in het dagelijkse leven  te maken met het Burgerlijk Wetboek. Op 1 januari 1992 is het grootste deel van het Nieuw Burgerlijk Wetboek ingevoerd. Het verving het oude wetboek uit 1838. Dit jaar bestaat dat deel van het Nieuw Burgerlijk Wetboek 25 jaar. Alle reden om hierbij stil te staan met een congres, dat door de sector privaatrecht van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid op maandag 20 november werd georganiseerd. Ruim 250 belangstellenden namen hieraan deel.  Zij kwamen vooral uit de wetenschap, rechterlijke macht, overheid en advocatuur.
 

Minister Sander Dekker tijdens het congres ‘25 jaar Nieuw BW, met het oog op de toekomst’

Viering 25-jarig bestaan en blik op de toekomst

Dagvoorzitter Ton Hartlief, advocaat-generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar privaatrecht, opende het plenaire deel van het congres. Daarna vertelde minister Sander Dekker aan de hand van voorbeelden, zoals de koop van een woning en het opstellen van een samenlevingscontract, over de belangrijke rol die het Burgerlijk Wetboek vervult in het leven van eenieder. Hoogleraar en oud-minister Ernst Hirsch Ballin schetste het belang van het Burgerlijk Wetboek voor de rechtstaat en de invloed die het heeft op het optreden van de overheid. Waar vroeger het burgerlijk recht en het bestuursrecht nog gescheiden werelden waren, lopen de werelden tegenwoordig in elkaar over. De voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol, pleitte in haar speech voor voldoende civielrechtelijk geschoolde juristen in de Eerste en Tweede Kamer, juist om wetswijzigingen in het burgerlijk recht goed te kunnen beoordelen. Trendanaliste Christine Boland schetste tot slot de veranderende samenleving: er is sprake van een transitie, waarbij kloven groter worden en nieuwe initiatieven ontstaan. Hiermee moet wetgeving rekening houden, om ook in de toekomst van nut te kunnen zijn.

Workshops

In de middag werd in workshopverband een aantal actuele onderwerpen besproken. JenV wilde graag horen of de praktijk pleit voor wetswijziging. Hoogleraren leidden de onderwerpen in, waarna discussie met de workshopdeelnemers volgde. Eén van de elf workshops ging over de wens van de praktijk om te komen tot een nieuwe regeling voor vennootschap onder firma, maatschap en commanditaire vennootschap . De huidige regeling dateert nog uit de 19e eeuw en is dringend aan vervanging toe, zo werd gesteld. In een andere workshop is gevraagd om wetgeving  ter ondersteuning van het beheer van bedrijvenparken, waaraan alle daar gevestigde ondernemingen moeten meedoen en meebetalen.

Er is verder een oproep gedaan om de status van licenties op rechten van intellectuele eigendom, vooral in geval van faillissement, te verduidelijken. Het familierecht (onderdeel van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek) is volop in ontwikkeling. De vraag werd gesteld of de huidige wet teveel uitgaat van de ‘klassieke’ familieverbanden. Nog een onderwerp van de nieuwe tijd: data. Data wordt steeds belangrijker. Moet de eigendom van data worden geregeld? Voorstanders hiervan willen duidelijkheid of en door wie data kunnen worden verkocht. Tegenstanders menen dat het te vroeg is voor wetswijziging. Zij vertrouwen voorlopig op het huidige recht en eventueel de invulling daarvan door de rechter. Gerry ter Huurne, afdelingshoofd van de sector privaatrecht, sloot het congres af met een wrap up van de workshops.