Beschikbaarheid ELV-bedden in Zuid-Limburg gestroomlijnd met ELV-loket
In het indiceren van de ELV-bedden hebben huisartsen een centrale rol gekregen. Zij hebben echter geen enkel zicht op het aantal bedden dat voor kortdurend eerstelijns verblijf beschikbaar is en waar deze bedden zich bevinden. Zorgorganisatie ZIO, Zorg In Ontwikkeling, lanceerde hiertoe in samenwerking met een aantal zorgaanbieders het ELV-loket. Het ELV-loket is verbonden aan TIPP: het huisartsenverwijsbureau.
In de regio Zuid-Limburg zijn er meerdere zorgaanbieders die eerstelijns verblijf-bedden aanbieden. Niemand heeft echter actueel zicht op het aantal bedden en welke bedden voor welke zorg beschikbaar zijn. Dat maakt doelmatig verwijzen zo goed als onmogelijk.
Probleem: onduidelijk waar beschikbare bedden zijn
‘Sinds dit jaar kan de huisarts een patiënt die tijdelijk extra zorg nodig heeft verwijzen naar een ELV-bed’, vertelt Frank Amory, Coördinator Ketenzorg bij ZIO, Zorg In Ontwikkeling. Dat betekent dat een huisarts op zoek moet gaan naar een eerstelijns verblijf bed. In de praktijk moet hij met diverse zorgaanbieders in de regio Maastricht rondbellen of er een bed vrij is. Dat kost natuurlijk veel tijd. Er zijn wel huisartsen of assistenten geweest die twee dagen op zoek zijn geweest naar een bed.
Een ander probleem was dat een huisarts bij geen beschikbaarheid de weg zocht via het ziekenhuis. In onze regio waren er ziekenhuizen die een opnamestop instelden, omdat ze vol lagen met ouderen die er eigenlijk niet op hun plaats waren.’
Oplossing: ELV-loket
Amory: ‘Om huisarts te helpen een beschikbaar bed te vinden, hebben we een ELV-loket ingericht. Het loket helpt een huisarts bij het indiceren en of het inderdaad een eerstelijnsfunctie betreft en heeft zicht op waar een bed vrij is. Diverse zorgaanbieders in de regio zijn erop aangesloten.’ De huisarts indiceert of een laagcomplex, hoogcomplex of palliatief bed nodig is. ‘Voor een huisarts is dat vaak lastig. Via het ELV-loket kan hij hierover overleggen met de specialist ouderengeneeskunde.’
Vervolgens is de huisarts, eventueel samen met de wijkverpleegkundige, verantwoordelijk voor de uitvoering van de laagcomplexe medische zorg. De specialist ouderengeneeskunde in de eerste lijn is verantwoordelijk voor de hoogcomplexe medische zorg, eventueel in overleg met de huisarts. De derde categorie zijn de bedden voor palliatieve zorg, de hospices.
‘Om aanspraak te kunnen maken op een ELV-bed moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan’, vervolgt Amory. ‘Er moet sprake zijn van een medische noodzaak; de ELV-bedden zijn nadrukkelijk géén bedden voor respijtzorg. En met uitzondering van de palliatieve bedden, moet de patiënt na de opname terug naar huis kunnen. Voor de hoogcomplexe bedden moet er bovendien sprake zijn van complexe en/of multidisciplinaire zorg.’
Hoe is het ELV-loket ingericht?
Amory: ‘Het ELV-loket is bemand door een planner, die niet inhoudelijk deskundig is maar voor de huisarts eventueel de contacten met de specialist ouderenzorg legt. De planner heeft zicht op het totaal aantal beschikbare bedden. Dat is ook belangrijke informatie voor zorgverzekeraars.
Vooralsnog is het ELV-loket alleen tijdens kantooruren geopend.
Wie is gebaat is bij die oplossing?
‘Alle betrokkenen zijn bij het ELV-loket gebaat’, aldus Amory. ‘De patiënt kan sneller worden opgenomen. En de huisarts kan zijn of haar tijd aan andere zaken besteden.’
Meer informatie
Kijk op de website van ZIO, Zorg In Ontwikkeling en op de website van TIPP
Betrokken organisaties
De zorgaanbieders in de regio die ELV-bedden aanbieden, zijn: Sevagram, Envida, Mosae Zorggroep, de Geriatrische Revalidatiezorg GRZ en het kloosterbejaardenoord De Beyart.
Contactpersoon
Frank Amory, Coördinator Ketenzorg bij ZIO, Zorg In Ontwikkeling,
f.amory@zio.nl, 043-350 69 87
Geplaatst op: 16 november 2017
Laatst gewijzigd op: 15 augustus 2018