Nederland draagt extra bij aan bewijzenbank Syrië
Nederland trekt € 1,5 miljoen uit voor de VN-databank voor bewijsmateriaal van ernstige misdaden die in de afgelopen jaren in Syrië zijn gepleegd. Minister Koenders van Buitenlandse Zaken kondigde dat donderdag aan vanuit New York, waar hij deelneemt aan de Algemene Vergadering van de VN.
De bewijzenbank is eind 2016 opgericht door de VN. Medewerkers zullen de verzamelde gegevens over de meest ernstige misdrijven analyseren. Ook stellen ze strafrechtelijke dossiers op die op een later moment gebruikt kunnen worden bij de vervolging van de verdachten van deze misdrijven.
Koenders: ‘Zonder gerechtigheid is er geen vrede. Daarom moeten de daders van gruwelijkheden worden bestraft. Maar gerechtigheid voor de Syrische bevolking is een zaak van de lange adem. Dat vereist een langdurige inzet van de internationale gemeenschap.’
Minister Koenders sprak onlangs met het hoofd van de databank, Catherine Marchi-Uhel. In dat gesprek heeft hij de volledige medewerking van Nederland toegezegd om van de bewijzenbank een succes te maken. Daar hoort volgens Koenders een meerjarige bijdrage bij. Direct na de oprichting droeg Nederland als eerste land al €1 miljoen bij.
Koenders speekt deze week in New York veel over de situatie in Syrië. Zo nam hij deel aan een bijeenkomst onder leiding van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Rex Tillerson. De deelnemers, waaronder Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Jordanië, waren eensgezind over de noodzaak voor een duurzame politieke oplossing voor het conflict in Syrië. Dat blijft een harde voorwaarde voordat er geïnvesteerd kan worden in de wederopbouw van het land. ‘Stabiliteit in het land is alleen mogelijk als er gerechtigheid wordt en is gedaan’, aldus Koenders.
Hij overlegde ook met de VN-gezant voor Syrië, Staffan de Mistura, over de vredesbesprekingen in Genève. Koenders benadrukte daarbij dat het voor Nederland van groot belang blijft dat de Syriërs zelf beslissen over de toekomst van hun land.