Nederland staat er goed voor
Nederland staat er goed voor: de Nederlandse economie groeit dit jaar het hardst van alle Europese landen en de werkloosheid bereikt in 2018 het laagste punt sinds 2008. Helaas voelt niet iedereen dit in de portemonnee. Uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden dreigden er volgend jaar in koopkracht op achteruit te gaan. Het kabinet vindt dat ook kwetsbare groepen moeten profiteren van de opleving van de economie en trekt 425 miljoen euro uit om hun koopkracht te repareren.
Minister Asscher en staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schrijven dat vandaag in de beleidsagenda 2018 die met de begroting aan de Tweede Kamer is gestuurd.
Het kabinet is sinds de verkiezingen van maart demissionair en komt niet meer met grote beleidswijzigingen. Hierdoor is het kabinet ook beperkt in het nemen van koopkrachtmaatregelen. Wel hecht het kabinet eraan dat ook haar laatste begroting een evenwichtig koopkrachtbeeld laat zien; alle inkomensgroepen gaan er ongeveer in dezelfde mate op vooruit.
De meerderheid van de Nederlanders zal volgend jaar meer in de portemonnee hebben. Van alle huishoudens gaat zo’n 82 procent erop vooruit. Binnen de groep werkenden gaat 87 procent erop vooruit. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn positiever dan eerder werd voorspeld. De werkloosheid daalt snel van 6 procent in 2016 naar 4,9 procent dit jaar en in 2018 tot 4,3 procent – het laagste punt sinds 2008. De werkgelegenheidsgroei ligt in 2017 eveneens op het hoogste niveau sinds 2008, in het afgelopen jaar kwamen er bijna 200 duizend banen bij.
Maar niet iedereen voelt dat het beter gaat en niet iedereen die kan of wil werken is al aan de slag. Zonder extra maatregelen zouden uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden erop achteruit gaan. Bovendien zou de koopkracht van mensen met een laag inkomen flink achterblijven bij die van hoge inkomens. Het kabinet trekt daarom 425 miljoen op de begroting voor maatregelen die de koopkracht voor deze groepen repareren.
De bezuiniging op de heffingskorting wordt deels uitgesteld voor bijstandsgerechtigden waardoor mensen met een bijstandsuitkering er gemiddeld genomen op vooruit gaan. Ook worden de zorgtoeslag en het kindgebonden budget verhoogd om (grotere) gezinnen met lagere inkomens tegemoet te komen. Werkenden met een lager inkomen hebben hier ook profijt van. Ouderen krijgen daarnaast een hogere ouderenkorting.
Grote uitgaven, zoals de stijgende zorgpremie en het eigen risico zijn in de koopkrachtberekeningen meegenomen. Ook is in de cijfers meegenomen dat de aanvullende pensioenen door pensioenfondsen nauwelijks worden geïndexeerd. Hierdoor gaat bijna een kwart van de ouderen met vooral een hoger aanvullend pensioen er op achteruit.
Koopkrachtcijfers voorbeeldhuishoudens 2018 - Actieven (%) |
---|
Alleenverdiener met kinderen | |
---|---|
modaal | 0,1 |
2 x modaal | 0,1 |
Tweeverdieners | |
---|---|
modaal + ½ x modaal met kinderen | 0,3 |
2 x modaal + ½ x modaal met kinderen | 0,6 |
modaal + modaal zonder kinderen | 0,3 |
2 x modaal + modaal zonder kinderen | 0,5 |
Alleenstaande | |
---|---|
minimumloon | 0,5 |
modaal | 0,3 |
2 x modaal | 0,7 |
Alleenstaande ouder | |
---|---|
minimumloon | 0,8 |
modaal | 0,3 |
Koopkrachtcijfers voorbeeldhuishoudens 2018 - Inactieven (%) |
---|
Sociale minima | |
---|---|
paar met kinderen | 0,2 |
alleenstaande | 0,1 |
alleenstaande ouder | 0,3 |
AOW (alleenstaand) | |
---|---|
(alleen) AOW | 0,4 |
AOW + 10.000 | 0,1 |
AOW (paar) | |
---|---|
(alleen) AOW | 0,2 |
AOW + 10.000 | 0,1 |
1In deze berekening houden we de raming van de nominale zorgpremie van het Ministerie van VWS aan. Deze raming valt in 2018 € 17 hoger uit dan de raming van het CPB. Een onderbouwing van de raming van het Ministerie van VWS is opgenomen in de begroting van het Ministerie van VWS.
2 Het modaal inkomen bedraagt in 2018 bruto € 37.500.