Stand van zaken Nederlandse bijdrage noodhulp orkaan Irma
Momenteel zijn 550 Nederlandse militairen aanwezig op Sint Maarten, 49 personen van de Nationale Politie ondersteunen het Korps Politie Sint Maarten ter plekke, 40 personen van het Urban Search and Rescue Team helpen met noodhulp en opstarten van de brandweer- en ambulancezorg, 4.000 mensen zijn geëvacueerd. Via luchttransport en schepen wordt dagelijks voedsel, water en medisch materiaal aangevoerd en het Joint Support Ship Zr. Ms. Karel Doorman vertrekt met meer hulpgoederen. Dat is een greep uit de noodhulp die Nederland, maar ook Curaçao, Aruba en Bonaire, bieden aan de eilanden Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba na orkaan Irma. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties schrijft dit vandaag aan de Tweede Kamer.
De afgelopen dagen heeft de focus van de noodhulpverlening voor de drie eilanden gelegen op het eerste herstel van de vitale infrastructuur, waaronder het op gang brengen van vliegverkeer, de bereikbaarheid van de havens, herstel van de wegen en waterdistributie. Voor de komende tijd ligt de prioriteit voor Sint Maarten op het verdere herstel van de vitale infrastructuur: vliegveld, zeehaven, gevangenis, waterleidingen, huizen, ziekenhuis, huisartsenpraktijken, apotheken, scholen en het verbeteren van het functioneren van de distributiepunten. De bevolking moet zo snel mogelijk het dagelijks leven weer kunnen oppakken. Voor Sint Eustatius en Saba is het dagelijks leven weer op gang gekomen na het snelle herstel van de primaire infrastructuur als wegen, waterdistributie, elektriciteitsvoorziening, vliegvelden en haven.
Voor de inzet op langere termijn, de noodzakelijke en spoedige opbouw van Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, is een tijdelijke Ministeriele Commissie Wederopbouw Bovenwindse Eilanden ingesteld. Deze ministeriële commissie heeft onder meer tot taak de aard en prioritering van de Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw te bepalen. Ook kijkt de commissie naar de rol van Nederland, de Europese Unie en andere internationale organisaties en naar de bestuurlijke, juridische en financiële kaders. Zo nodig zal hierover in de Rijksministerraad besloten worden.