Noodhulp voor Rohingya
Het kabinet maakt geld vrij voor noodhulp aan de gevluchte Rohingya bevolking uit Myanmar. Minister Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel) heeft dat bekend gemaakt tijdens haar ontmoeting gisteravond met oud-secretaris-generaal van de VN Kofi Annan in Amsterdam.
‘De beelden op tv zeggen genoeg. Angstige vaders en moeder met hun kinderen op de vlucht in overvolle boten. Bij zoveel menselijk leed kunnen we niet ongevoelig blijven en de oproep van hulporganisaties negeren om meer te doen', aldus de minister.
In eerste instantie wordt 500.000 euro vrijgemaakt voor vluchtelingen die de grens over zijn gestoken en nu in Bangladesh verblijven. Naar schatting is dat aantal inmiddels opgelopen tot meer dan 150.000 mensen. Uit de provincie Rakhine in Myanmar, waar gevechten zijn uitgebroken tussen het leger en opstandelingen, komen eveneens zeer verontrustende berichten over mensenrechtenschendingen. Ook daar zijn veel mensen ontheemd en verblijven in zeer schrijnende omstandigheden. Ploumen: ‘Op dit moment is het voor hulporganisaties onmogelijk om daar te werken. Dat moet veranderen. Zodra de situatie het wel toelaat, gaan we bekijken wat we ook daar kunnen doen.’
De hulp die Nederland nu al kan bieden wordt verstrekt via de VN voedselorganisatie World Food Programme (WFP). Hulporganisaties verwachten dat het aantal vluchtelingen door het geweld in Myanmar verder zal stijgen en spreken over tekorten aan voedsel, water, tenten en sanitair.
Oud VN-topman Kofi Annan, die deze dagen Nederland bezoekt, heeft onlangs een advies uitgebracht over de toekomst van de provincie Rakhine in Myanmar. Het is daar al jaren onrustig door grote spanningen en regelmatig oplaaiend geweld tussen etnische- en religieuze groepen, waarbij ook het leger betrokken is. Daarin bepleiten Annan en zijn commissie van experts verbetering van de positie van alle gemeenschappen, versterking van mensenrechtenbewustzijn bij leger en politie en monitoring van het optreden van veiligheidstroepen.