Asscher: verjaringstermijn bij overtredingen met gevaarlijke stoffen verlengen
De Inspectie SZW kan als het aan minister Asscher ligt bedrijven gaan bestraffen die in het verleden de regels voor het werken met gevaarlijke stoffen hebben overtreden. Dit omdat gezondheidsklachten bij werknemers soms pas na tientallen jaren ontstaan. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid pleit er daarom voor om de nu geldende verjaringstermijn van 5 jaar te verlengen. Ook komt er als het aan de bewindsman ligt een gespecialiseerd team dat bij bedrijven gaat controleren of zij hun werknemers voldoende beschermen tegen schadelijke stoffen, zo schrijft hij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Aanleiding voor de Kamerbrief is een onderzoek naar de werkomstandigheden bij chemiebedrijf Dupont in Dordrecht en de lessen die daaruit getrokken kunnen worden. De minister besloot tot dit onderzoek nadat de afgelopen jaren in verschillende mediaberichten (oud) werknemers van het bedrijf klaagden over gezondheidsschade door het werken met de chemische stoffen DMAC en PFOA. In dit feitenonderzoek, dat de Inspectie SZW uitvoerde, is gekeken naar de regels en maatregelen rondom de blootstelling aan gevaarlijke stoffen in de afgelopen 45 jaar. Omdat deze gebeurtenissen soms tientallen jaren geleden plaatsvonden en de wet- en regelgeving toen anders was, is het onderzoek niet bedoeld om een oordeel te vellen over het handelen van Dupont in het verleden. Wel wil de minister lessen trekken voor de toekomst om te zorgen dat werknemers beter beschermd worden tegen gevaarlijke stoffen.
Een van die lessen is dat werknemers beter geïnformeerd moeten worden over de risico's van werken met gevaarlijke stoffen. Daarvoor ontwikkelt de Inspectie SZW samen met onder meer de FNV een speciale app. Ook gaat de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) de kennis van bedrijfsartsen vergroten over de gezondheidsrisico's van gevaarlijke stoffen.
De minister schrijft in zijn brief verder dat hij zich in Europees verband gaat inzetten om de regels voor zogenoemde reprotoxische stoffen verder aan te scherpen. Dat zijn stoffen die nadelig kunnen zijn voor de vruchtbaarheid en schadelijk voor het ongeboren kind. Die aanscherping zou kunnen inhouden dat deze stoffen in de toekomst vervangen moeten worden voor andere, minder schadelijke stoffen. Ook komt er een kennisplatform waarin bedrijven en Nederlandse kennisinstituten zoals het RIVM, TNO en de Gezondheidsraad kennis gaan uitwisselen over het veilig werken met schadelijke stoffen.