Wetsvoorstel modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer voor advies naar Raad van State
De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel van Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens Minister Blok van Veiligheid en Justitie, om bestuursorganen te verplichten om aanvragen, klachten en andere officiële berichten elektronisch in ontvangst te nemen. Met het voorstel, de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer, wordt de Algemene wet bestuursrecht gewijzigd en wordt geregeld dat burgers en bedrijven het recht krijgen om elektronisch zaken te doen met de overheid.
Niet iedere vorm van elektronische verzending wordt toegestaan. Ieder bestuursorgaan moet ten minste één kanaal aanwijzen, bijvoorbeeld een eenvoudig contactformulier op de website of een uitgebreid elektronisch aanvraagformulier. Burgers of bedrijven moeten dan (als ze niet via papier en post willen communiceren) een van die aangewezen kanalen gebruiken. Het bestuursorgaan zal moeten zorgen dat het opengestelde kanaal voldoende betrouwbaar en vertrouwelijk is. Dat kan vaak al door een beveiligde internetverbinding te gebruiken en de inzender te vragen om gebruik te maken van DigiD.
Uit het aanbod van digitale diensten van overheidsorganisaties blijkt dat momenteel 88% van de veel gevraagde producten nu al digitaal beschikbaar is. Het gaat bijvoorbeeld om het aanvragen van huur- of zorgtoeslag en het regelen van studiefinanciering. Dit wetsvoorstel vormt het sluitstuk van de kabinetsinzet om volledig elektronisch zaken te kunnen doen met de overheid.
Burgers houden in beginsel het recht om de aanvragen en klachten op papier in te dienen. Het wetsvoorstel regelt niet dat de burger ook verplicht wordt elektronisch met de overheid te communiceren. Alleen in specifieke gevallen is elektronisch verkeer verplicht, zoals het doen van belastingaangifte.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.