Korte toespraak van minister-president Mark Rutte in de Tweede Kamer bij de herdenking van de aanslag bij een Londense moskee
Mevrouw de voorzitter,
De afschuwelijke aanslag eergisterennacht bij een moskee in Londen laat zien hoe deze vorm van terroristisch geweld iedereen kan raken. Concertgangers in Parijs en Manchester, flanerende toeristen in Westminster, reizigers op de Brusselse luchthaven en nu dus een groep vreedzame gelovigen die zich in de vroege nacht van zondag op maandag vanwege de ramadan verzameld hadden bij hun gebedshuis. Mensen die simpelweg hun geloof wilden belijden, werden uit het niets overvallen door een daad van blinde haat.
Wij herdenken vandaag een dodelijk slachtoffer en spreken onze steun en ons medeleven uit in de richting van nabestaanden en iedereen die door deze aanslag is getroffen. Ons hart is opnieuw in Londen.
Laat ons vandaag nogmaals beseffen hoezeer deze recente daden van geweld terug te voeren zijn op het gif van een agressief wij-zij denken. Een manier van denken die uitsluit en mensen tegen elkaar opzet. Vijandig tegen alles wat anders is.
En dat is meteen de enige echte wij-zij tegenstelling. Zij, de kleine groep die kiest voor geweld tegen onschuldige medeburgers. En wij, die met meer zijn, en die geloven in de weg van overleg, democratie en gelijkheid.
Ik wil hier graag mijn waardering uitspreken voor de vertegenwoordigers van de Islamitische gemeenschap in Nederland, die gisteren opriepen tot rust en kalmte. En vanzelfsprekend steun ik die oproep. Want het is zoals een van hen het verwoordde: ‘De terroristen zullen pas stoppen als de samenleving uit elkaar wordt gerukt. Dat laten wij niet gebeuren.’
MdV, ik citeer deze woorden met grote instemming, want dit is en blijft het enig juiste antwoord op aanslagen als deze, tegen wie dan ook gericht. Dank u wel.