Koninkrijk der Nederlanden in maart voorzitter VN Veiligheidsraad
Het Koninkrijk der Nederlanden is vanaf 1 januari een jaar lang lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Minister Koenders van Buitenlandse Zaken was vandaag in New York aanwezig bij de Algemene Vergadering van de VN, waar de stemming hierover plaatsvond. Het Koninkrijk, waartoe ook Aruba, Curaçao en Sint-Maarten behoren, is in maart 2018 een maand voorzitter van de Veiligheidsraad. Vanaf oktober dit jaar zal het Koninkrijk al als waarnemend lid meedraaien en bij de vergaderingen zijn.
De minister liet na afloop van de verkiezing weten trots te zijn op de tijdelijke zetel in het belangrijkste orgaan voor internationale vrede en veiligheid. ’De Veiligheidsraad is het visitekaartje van de VN. Het lidmaatschap vormt een uitgelezen mogelijkheid om op het hoogste niveau invloed te hebben en onderwerpen die voor ons belangrijk zijn op de agenda te krijgen’, aldus de minister. ‘De vele complexe conflicten en spanningen in de wereld vragen om een daadkrachtig optreden van de Veiligheidsraad. Daar zetten we ons met hart en ziel voor in.’
Het Koninkrijk wil er volgend jaar onder meer aan bijdragen dat VN-vredesoperaties zo efficiënt en effectief mogelijk worden ingezet. Volgens Koenders is het essentieel dat operaties scherpere mandaten krijgen: ‘Wij zullen ons er hard voor maken dat vredesmissies een duidelijk toegespitste opdracht krijgen en dat er tijdig afspraken worden gemaakt over de beschikbare mensen en middelen en het eindscenario.’
Tijdens de zetelverkiezingen vorig jaar waren al afspraken gemaakt met Italië om de zetel voor 2017-2018 op te splitsen, zodat beide landen een jaar vertegenwoordigd zouden zijn. Dat de zetel vanaf 2018 aan het Koninkrijk der Nederlanden wordt overgedragen, is nu formeel bekrachtigd.
Koenders bedankte de Italianen voor de goede samenwerking en hun werk in de Veiligheidsraad tot nu toe. Daarnaast benadrukte hij het belang van Europese samenwerking, ook in de VN. Koenders: ‘We willen de gestelde doelen bereiken in intensieve samenwerking met onze Europese partners, zodat we nog betere invulling kunnen geven aan de rol die Europa op het wereldtoneel zou moeten spelen.’