Staat gaat in hoger beroep tegen uitspraak fosfaatreductieregeling
De Staat gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter waarmee onlangs een beperkt aantal boerenbedrijven is uitgezonderd van de fosfaatreductieregeling. Voor alle andere melkveebedrijven blijft de fosfaatreductieregeling onverkort van toepassing.
Dit schrijft staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) in een brief aan de Tweede Kamer na overleg met het zuivelbedrijfsleven, de diervoederindustrie en de Rabobank. Deze partijen hebben samen het fosfaatreductieplan opgesteld voor behoud en verlenging van de zogeheten derogatie, een uitzondering op de Europese mestregels. De sectorpartijen steunen de Staat in het aantekenen van het hoger beroep.
Eigen belang sector
De fosfaatreductieregeling moet nog dit jaar leiden tot een forse reductie van de fosfaatproductie. Dit is noodzakelijk omdat het Europese fosfaatplafond is overschreden. Deze overschrijding leidt tot het verlies van de derogatie op basis waarvan Nederland veel meer dierlijke mest mag gebruiken dan is toegestaan volgens de nitraatrichtlijn. Het verlies van deze uitzonderingspositie zou grote financiële gevolgen hebben voor de Nederlandse veehouderij.
Van Dam: "Uit recente cijfers van het CBS blijkt dat een groot deel van het doel om de fosfaatproductie in 2017 weer onder het Europees plafond te brengen, al is gehaald. Maar we zijn er nog niet. Het is in het eigen belang van de melkveehouderij om nu met volle vaart door te zetten. Alleen dan behoudt de sector zicht op derogatie.”
Gronden voor hoger beroep
Er zijn goede gronden om tegen de uitspraak in hoger beroep te gaan. Zo is onder andere het oordeel van de rechter dat de fosfaatreductieregeling disproportioneel uitpakt voor de eisende melkveehouders aanvechtbaar. Daarnaast meent de Staat dat de regeling voorzienbaar was voor alle melkveehouders. Zij wisten dat er maatregelen getroffen zouden worden als het Europees fosfaatplafond werd overschreden.
Het hoger beroep betekent dat bedrijven die naar aanleiding van het recente vonnis besluiten zich nu niet aan de fosfaatreductieregeling te houden, hierbij een risico nemen dat voor eigen rekening komt. Het hoger beroep wordt aangetekend via een spoedappèl om zo de periode waarin onzekerheid bestaat over de status van de uitspraak tot een minimum te beperken. Met het spoedappèl wordt gehoopt op een uitspraak in augustus.
Jongvee
In de brief schrijft Van Dam verder dat hij samen met de sector kijkt of er draagvlak is voor een alternatieve invulling van het jongveegetal. Het jongveegetal is onlangs geïntroduceerd om te voorkomen dat melkveehouders hun vee tijdelijk zouden onderbrengen bij niet-melkleverende bedrijven. Deze niet-melkleverende veehouderijen zijn namelijk vrijgesteld van het fosfaatreductieplan.
Afgelopen week gaven de sectorpartijen aan dat de introductie van het jongveegetal tot onbedoelde effecten leidt in de melkveesector. De staatssecretaris heeft de sector daarom uitgenodigd op korte termijn te onderzoeken of er draagvlak is voor een alternatieve invulling van het jongveegetal. Voorwaarde is wel dat dit niet ten koste gaat van de effectiviteit van de regeling en geen ongewenste markteffecten voor andere sectoren geeft.