Korte toespraak van minister-president Mark Rutte bij de presentatie van het nieuwe boek van prof.dr. Henk Wesseling, Scheffer-Renan- Psichari. Een Franse cultuur- en familiegeschiedenis, 1815-1914
Dames en heren, mijnheer Spijkers, maar natuurlijk vooral: waarde professor Wesseling,
Dank voor dit mooie nieuwe boek en neem het me maar niet kwalijk dat ik vandaag toch maar de formele aanspreektitel ‘professor’ gebruik. Dat is niet om plechtig te doen – dat ligt niet zo in mijn aard – maar omdat ik sinds mijn studententijd huizenhoog naar u opkijk.
En eerlijk is eerlijk: ook wel met enige jaloezie. Want zoveel verteltalent, zoveel eruditie en zoveel wijnkennis met zoveel gemak, eloquentie en flair gebracht – dat is bepaald niet iedereen gegeven.
Een Leidse collega zei ooit over u: ‘Wesseling is eigenlijk geen historicus, maar een homo universalis. Hij is geen man die in de archieven zit; dat vuile werk laat hij graag aan anderen over. Geschiedenis beoefent hij niet als vak, maar als levenshouding.’ Einde citaat. En dat was een rake kwalificatie. Het is maar hoogstzelden, dames en heren, dat persoon en werk zo samenvallen als bij Henk Wesseling.
En ook al had ik tussen alle formatiebesprekingen door nauwelijks gelegenheid om de drukproef door te nemen, ik twijfel er niet aan dat we dat beeld met dit boek opnieuw bevestigd zullen zien. Want het gaat over Frankrijk, het gaat over spraakmakende personen en het behandelt met een grote greep een eeuw cultuurgeschiedenis. Dat is dus vier keer een Wesselingboek ten voeten uit. ‘Parijs is nog ver’ zeggen wielerjournalisten vaak. Maar in uw werk is het eigenlijk precies het tegenovergestelde. Parijs en Frankrijk zijn altijd heel dichtbij.
We zitten nu midden in de formatie. En eerlijk gezegd schoot mij deze dagen wel iets door het hoofd. De vorige keer namelijk, dat ik een boek van u las, was in het voorjaar van 2012, tijdens de besprekingen in het Catshuis met Maxime Verhagen en Geert Wilders. En we weten allemaal hoe dat is afgelopen. Ik las toen die prachtige biografie over Charles de Gaulle, De man die nee zei. Je zou kunnen zeggen dat die titel achteraf heel goed paste bij de uitkomst van die besprekingen...
En nu ligt er dus een nieuw boek. Toch maak ik me geen zorgen. Ik zal het de komende weken met alle soorten van genoegen gaan lezen en ook in volkomen gemoedsrust. Ten eerste omdat ik het niet goed denkbaar vind dat de titel en ondertitel van dit boek voorspellende waarde zullen hebben voor de uitkomst van de formatieonderhandelingen. En ten tweede omdat ik niet bijgelovig ben. Een goed boek van een begenadigd schrijver en een geboren verteller is altijd en in elke situatie welkom.
En dat geldt zeker voor mij, zeker op dit moment. Want u kunt zich waarschijnlijk voorstellen dat formatiestukken meestal niet een meeslepende leeservaring opleveren. Ook daarom is dit boek zeer welkom.
Professor Wesseling, ik begreep dat een van uw favoriete quotes deze is: ‘Je suis historien., donc j’aime la vie.’Ik denk dat al uw lezers dat zullen beamen, want de levenskunst spat van bijna elke pagina af die u schreef. Dank daarvoor en nogmaals dank voor dit eerste exemplaar van uw nieuwe boek.