Proef met recht op maatwerk op middelbare scholen
Dertig middelbare scholen doen mee aan een proef met verschillende vormen van onderwijs op maat voor leerlingen. Met de proef willen het ministerie van OCW, de VO-raad en scholierenorganisatie LAKS onderzoeken hoe een ‘recht op maatwerk’ van leerlingen in de praktijk uitpakt en wat het leerlingen oplevert. De leerlingen krijgen veel meer ruimte om hun opleiding zo samen te stellen dat hun talenten het beste tot uiting komen. Zij worden bijvoorbeeld aangemoedigd om hun beste vakken op een hoger niveau te volgen, extra vakken te volgen naast het standaard lesprogramma of alvast vakken te volgen op een vervolgopleiding.
Beeld: ©Hollandse Hoogte / Phil Nijhuis
Steeds meer middelbare scholen willen hun onderwijs beter aan laten sluiten bij de specifieke behoeften en talenten van leerlingen. In de wet is daar inmiddels veel ruimte voor maar in de praktijk wordt die ruimte door scholen nog niet altijd benut of maken leerlingen weinig gebruik van de mogelijkheden op school. ‘Dat is zonde,’ aldus staatssecretaris Dekker, ‘Niet ieder kind past precies in het vakje vmbo, havo of vwo. Nu bepaalt je slechtste vak nog te vaak hoe goed je kunt zijn in je beste vak. Dat is demotiverend voor leerlingen en een verkwisting van talent.’
Volgende stap
Sinds 2007 bestaat de mogelijkheid voor leerlingen om vakken op een hoger niveau te volgen. Sinds vorig jaar mogen scholen hun onderwijstijd anders indelen om tijd vrij te spelen voor een stage of een vak aan een andere opleiding. Op veel scholen gebeurt dit ook, maar het blijft vaak beperkt tot een klein deel van de leerlingen. De bedoeling van de proef is om maatwerk voor grote groepen leerlingen mogelijk te maken. Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad: ‘Scholen willen graag meer maatwerk bieden maar zoeken naar een goede volgende stap. Het mooie aan deze proef is dat scholen het gewoon kunnen gaan doen en dat ze ondersteuning krijgen als ze tegen problemen aanlopen. En van de ervaringen die zij opdoen, kunnen straks ook alle andere scholen profiteren.
Leerling centraal en niet het systeem
De scholen die meedoen aan de proef gaan uit van de talenten en passies van de leerling. Een havist met een met passie voor techniek mag bijvoorbeeld als extra vak het praktijkvak metaalbewerking gaan volgen. Maar het kan ook een optie zijn om een vak waarin de leerling goed is vast in het voorlaatste jaar af te ronden, om in het laatste jaar tijd vrij te spelen voor vakken waarin hij of zij minder goed is. Sven Annen, voorzitter van het LAKS: ‘De crux is dat deze scholen niet uitgaan van het systeem, maar van de talenten en interesses van hun leerlingen.’
Regelen in de wet
De proef loopt twee jaar en wordt intensief gevolgd door onderzoekers. Dekker wil uiteindelijk in de wet regelen dat leerlingen op alle middelbare scholen gebruik kunnen maken van de ruimte om te versnellen, zich te verbreden of verdiepen in hun opleiding. Nu is het nog zo dat leerlingen afhankelijk zijn van het aanbod van scholen. Dekker wil dit omdraaien zodat scholen binnen de grenzen van wat redelijk en billijk is, maatwerk kunnen leveren als leerlingen daarom vragen. Met de proef wordt hier ervaring mee opgedaan.