Nieuwe OV-begeleiderskaart gebruiksvriendelijker
Mensen met een beperking die onder begeleiding reizen met het openbaar vervoer, hebben voortaan nog maar één kaart nodig om de stations met poortjes in en uit te kunnen. Tot op heden gebruiken zij een OV-begeleiderskaart in combinatie met een losse chipkaart om de poortjes te kunnen openen. In het dagelijks gebruik blijkt dit, vooral voor mensen met een visuele beperking, niet erg praktisch en daarom heeft staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) in overleg met de vervoerders besloten om beide kaarten samen te voegen tot een nieuwe combikaart.
Aanvragers van nieuwe en vervangende kaarten krijgen niet langer meer twee kaarten thuisgestuurd, maar één hardplastic OV-begeleiderskaart met chip, waarmee zij op trein- en metrostations poortjes kunnen openen. De kaart maakt reizen met het openbaar vervoer makkelijker en toegankelijker voor reizigers die niet zonder persoonlijke begeleiding kunnen reizen.
Staatssecretaris Dijksma heeft op verzoek van de Tweede Kamer en de Oogvereniging in overleg met de vervoerders besloten om beide kaarten samen te voegen tot de nieuwe OV-begeleiderskaart, nadat in de praktijk was gebleken dat het reizen met twee kaarten verwarrend kan zijn en dat het risico op verlies groter is. Met name voor slechtziende en blinde reizigers is het makkelijker om te werken met één pas.
Bezitters van de huidige OV-begeleiderskaart en chipkaart blijven die gewoon gebruiken, totdat zij een bericht krijgen dat hun pas aan vervanging toe is.