Aanpassing overgangstermijn afschaffing precariobelasting
De Tweede Kamer heeft vandaag tijdens de stemmingen het amendement Veldman en Fokke aangenomen. Hierdoor wordt de duur van de overgangstermijn voor gemeenten voor de afschaffing van de precariobelasting voor nutsnetwerken beperkt. Gemeenten mogen tot uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken heffen.
Het kabinet had bij het indienen van zijn wetsvoorstel gekozen voor een overgangstermijn tot 1 januari 2027 zodat gemeenten de effecten kunnen opgevangen van inkomstenderving vanwege het afschaffen van deze vorm van precariobelasting. Op initiatief van de Tweede Kamer is de overgangstermijn nu dus gehalveerd. Het overgangsrecht geldt alleen als een gemeente een verordening met tarief had voor precariobelasting op kabels en leidingen op 10 februari 2016, de datum waarop minister Plasterk het wetsvoorstel voor afschaffing van de precariobelasting heeft aangekondigd. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal heffen naar het tarief zoals dat gold op 10 februari 2016. Zo wordt voorkomen dat de tarieven verder oplopen en het aantal gemeenten dat precario heft verder stijgt.
Het kabinet wil precariobelasting op nutsbedrijven afschaffen omdat burgers nu soms meebetalen aan de heffing van een precariobelasting door een gemeente waar zij zelf niet wonen en dus ook zelf niet hebben gestemd op de gemeenteraad. Dit komt omdat nutsbedrijven nu in sommige gemeenten precariobelasting moeten betalen over het netwerk dat zij op de gemeentegrond exploiteren. Nutsbedrijven berekenen dat door aan al hun klanten, die echter vaak in een andere gemeente wonen dan de gemeente die de belasting heft op het bedrijf.