Preek van de Leek
Minister Schippers (VWS) hield op zondagmiddag 19 februari 2017 in de Paaskerk te Baarn de Preek van de Leek. Zij liet zich daarbij inspireren door Johannes 8:1-11.
Beste mensen, gemeenteleden, buurtgenoten,
Voor u staat een atheïst. Een atheïst in de kerk. Ik had het zelf ook niet gedacht.
Ik wil u allereerst allemaal bedanken dat u bent gekomen. U hebt de tijd vrijgemaakt; de moeite genomen om naar mij te komen luisteren. Ik hoop dat ik dat kan waarmaken.
Want natuurlijk heb ik mijn twijfels gehad toen ik deze uitnodiging kreeg. Ik heb al heel wat speeches gehouden als minister, in allerlei situaties en voor allerlei mensen. Maar dit is wel wat anders. Een preek herinner ik mij uit mijn kindertijd als iets belerends, als een opgeheven vingertje.
Toch heb ik ja gezegd. Omdat elkaar ontmoeten en echt contact maken de belangrijkste opdracht van deze tijd is.
Je zou ook kunnen zeggen: verbinding - dat is een beetje een modewoord. Het wordt te pas en te onpas gebruikt. Omdat het heel gemakkelijk klinkt, heel makkelijk gezegd is. Terwijl het niet makkelijk is - integendeel.
Waar kom ik vandaan?
Ik ben opgegroeid in Dordrecht en Drenthe. Gereformeerd gedoopt. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 5 jaar was. Eind jaren '60 was dat nog niet geaccepteerd.
Ja, de ouderlingen kwamen op bezoek. Maar niet met een luisterend oor. Niet met steun. Maar om te vertellen wat wel en niet mocht en kon. Mijn moeder heeft hen eigenhandig de deur uitgezet.
Daar werd natuurlijk schande van gesproken. Contacten werden verbroken.
Intolerantie is niet alleen iets van deze tijd. Het is van alle tijden.
Vergeleken met toen is er veel veranderd. De kerk is ruimdenkender. Dat u mij heeft uitgenodigd is daar ook een bewijs van.
De samenleving is ruimdenkender over eigen keuzes. Zoals echtscheiding. Over mensen accepteren zoals ze zijn. Homo’s en transseksuelen bijvoorbeeld. Over de dingen in het leven die je misschien niet plant, maar die wel gebeuren. Zoals ongehuwd moederschap.
We gunnen elkaar onze vrijheden en keuzes. Althans, zo lijkt het. Het oordeel is helaas nooit ver weg.
In de tekst die ik zojuist heb voorgelezen dreigt een vrouw te worden gestenigd omdat ze is betrapt op overspel. Vreselijk. Zo ging dat in die tijd. En helaas, zijn er plekken op de wereld waar dat nog steeds gebeurt.
Gelukkig niet hier. Gelukkig niet bij ons.
Maar wat als we die stenen niet letterlijk nemen, maar figuurlijk? In mijn optiek staan ze voor het oordeel over de keuzes van een ander. Voor meteen reageren, zonder na te denken. Zonder eerst naar jezelf te kijken.
Nee, wij gooien niet met stenen naar elkaar. Niet letterlijk. Maar wij nemen elkaar wel voortdurend de maat. Wij vrouwen onderling bijvoorbeeld:
- Zij werkt fulltime. Waarom is ze überhaupt aan kinderen begonnen?
- Zij werkt niet. Dan stel je maatschappelijk toch niks voor?
- Zij nam veel te jong kinderen. Dan ben je toch niet klaar voor het moederschap?
- Zij nam veel te laat kinderen. Zielig zeg dat die kinderen zo'noude moeder hebben.
- Zij is te dik. Ze zal wel geen discipline hebben.
- En zij is zó mooi, ze zal wel dom zijn.
Het kan nog veel erger.
- De keiharde tweets, racistische reacties, lukrake beschuldigingen en bedreigingen op social media.
- Beledigende spreekkoren op de voetbaltribunes.
- De steeds extremere uitlatingen op nieuwssites.
U zag zo even de beelden.
Nee. Wij stenigen niet. Wij twitteren gewoon wat in ons opkomt.
Wij stenigen niet, maar we oordelen hard over iedereen die niet precies zo denkt zoals wij.
We stenigen niet, maar wie het niet met ons eens is, die kan geen goede intenties hebben. Die is een racist en dom. Of een zakkenvuller en een wegkijker.
En in het meest extreme geval: de ander, die niet precies zo denkt of gelooft als ik, moet dood. Dan gaat het eigen gelijk over in dreigementen en zelfs in terreur. Wordt het recht van de ander om zichzelf te zijn, in bloed gesmoord.
En denkt u misschien: dit gaat allemaal niet over mij?
Misschien herinnert u zich de Zwarte Pieten-discussie nog? Degenen die zich zorgen maken over het verdwijnen van een mooie traditie worden weggezet als racist. Zonder dat echt naar hen wordt geluisterd.
Degenen die zich gekwetst voelen door diezelfde traditie worden weggezet als aansteller of erger. Zonder dat echt naar hen wordt geluisterd.
Daar zit de oorzaak. We praten niet met elkaar. Alleen over elkaar.
Jezus zei niet: heb je gelijkgestemden lief. Hij zei: heb je vijanden lief. Ik zou willen zeggen: spreek eens met de mensen met wie je het radicaal oneens bent.
Waar zijn de mensen die het Sinterklaasfeest zo willen houden als het is, nou eigenlijk bang voor? Natuurlijk weten zij ook wel dat het Sinterklaasfeest altijd aan verandering onderhevig is geweest. Onze kinderen gaan niet meer in de zak naar Spanje en krijgen niet meer met de roe. Een Piet met roetvegen is helemaal niet zo ingrijpend. Als we iets verder willen kijken, dan blijkt het te maken te hebben met de angst voor het verlies van de Nederlandse identiteit, de traditionele feesten, onze manier van leven, onze normen en waarden.
En gaat het uiteindelijk helemaal niet over de precieze kleur van de schmink.
De tegenstanders zien in Zwarte Piet de bevestiging van een karikatuur waar zij in het dagelijks leven echt last van hebben. Het gaat hen niet om het bederven van een traditie maar om de discriminatie die zij ondervinden.
Hoe vinden we weer verbinding met elkaar?
Niet door alle moeilijke discussies uit de weg te gaan, alles op z’n beloop te laten, geen grenzen te stellen. Dat is geen verbinding. Dat is onverschilligheid. Dat is ieder voor zich.
Niet door een ander onze keuzes op te dringen. Dat is geen verbinding. Dat is intolerantie.
Hoe dan wel? Dat is volgens mij echt de vraag en het dilemma van deze tijd.
De farizeeërs die een kwetsbare vrouw bij Jezus brengen, stellen hem ook voor een dilemma. Als hij nee zou zeggen op de vraag 'wilt u dat wij haar stenigen?', dan hield hij zich niet aan de wet. Als hij ja zou zeggen, dan verloochende hij zijn eigen boodschap van liefde en tolerantie.
Dit komt heel dicht bij het dilemma waar wij als open en tolerante samenleving in deze tijd voor staan.
Wat doet Jezus? Hij laat zich niet in het ene of het andere kamp trekken. Hij neemt stelling zonder te polariseren en zegt: 'Wie van jullie zonder zonde is, laat die de eerste steen werpen.'
Ik vind dat een prachtige, wijze uitspraak. Je voelt je opgelucht als je het leest; blij voor die arme vrouw, die gewoon naar huis kan gaan. Oordeel niet zo snel en zo hard, is de boodschap. Denk even na. Kijk naar jezelf!
Jezus veroordeelt de vrouw niet. Maar hij kijkt ook niet weg. De situatie laat hem niet onverschillig. Hij spoort haar aan het voortaan beter te doen, naar de normen van die tijd. En hij houdt haar aanklagers een spiegel voor. Spreekt hen aan op hun intolerantie.
Hij neemt het voor deze vrouw op. En neemt daarmee bovendien een risico voor zichzelf.
Een mooi voorbeeld van niet oordelen, maar ook:
- Niet wegkijken.
- Je actief met de situatie bemoeien.
- Omzien naar de ander
- En een grens stellen
Dát is voor mij verbinding.
Veel kerken hebben dat goed begrepen. Mensen kunnen hier terecht met hun zorgen en problemen.
Maar omzien naar elkaar is voor mij ook de kern van het liberalisme. Liberalisme gaat over verantwoordelijkheid voor jezelf en voor elkaar. Over de vrijheid om je eigen keuzes te maken. Maar die vrijheid wordt begrensd door de vrijheid van anderen om ook hun eigen keuzes te mogen maken.
Die vrijheid kan dus niet samengaan met intolerantie. Die vrijheid kan ook niet samengaan met onverschilligheid. Ook de vrijheid kan niet zonder verbinding!
En verbinding kan niet zonder gesprek. We moeten dat gesprek met elkaar aangaan! Ook in onze klassen.
Op steeds meer scholen zijn bepaalde onderwerpen niet meer bespreekbaar.
- De Holocaust,
- homoseksualiteit
- terrorisme
- de gelijkwaardigheid van mensen.
Ik vraag me af: hoe zou Jezus dat hebben aangepakt? Zou hij de weg van de minste weerstand hebben gekozen? Of zou hij zijn opgekomen voor de mensen die als eerste de dupe zijn van intolerantie; die als eerste hun rechten verliezen?
- De niet-mannen
- De niet-hetero’s
- De andersdenkenden.
Ik weet niet veel van Jezus, maar ik denk dat hij het gesprek zou aangaan. Grenzen zou stellen. Omdat hij zichzelf niet zou verloochenen.
Waarom vinden wij dat zo moeilijk?
Wij vinden onszelf verbindend als we anderen niet aanspreken op intolerantie. Maar is dat zo? Of vergroten we daarmee juist de kloof en het onbegrip tussen mensen?
Verbinding is niet: weg met ons!
Het negeren van onze geschiedenis en afdoen aan onze Grondwet is geen optie. Juist in deze klassen moeten deze onderwerpen aan de orde komen. Juist hier moeten we vertellen waar we vandaan komen en hoe we bereikt hebben wat we hebben bereikt.
Dat we een land zijn waar mensen die bedreigd worden niet voor niets een veilig heenkomen zoeken. Dat we een land zijn waar iedereen vrij is zijn eigen keuzes in het leven te maken. In verbinding en met verantwoordelijkheid voor elkaar.
We leven in een prachtig land. Maar we kunnen het samen beter.
Het mooie is dat juist de mensen die niet in dit land geboren zijn, ons soms de weg kunnen wijzen. Zoals Mastoora Sultani. Zij is geboren in Afghanistan, kwam als vluchteling naar Nederland en helpt nu andere vrouwen in die situatie op weg.
Zij maakt zich grote zorgen over de manier waarop wij omgaan met nieuwkomers. We zijn zo laks in het uitdragen van onze waarden en normen. We durven anderen niet te wijzen op het belang van vrijheid, van gelijkwaardigheid, het belang van onze Grondwet.
Daarmee ontnemen we mensen kansen, zegt Mastoora Sultani. Ik ben het daar mee eens.
De taal kennen, is je ticket naar een beter leven.
De Grondwet kennen is je ticket naar ontwikkeling en ontplooiing.
Empathie is je ticket naar vriendschap en verbinding.
Ik voel mij verbonden met deze vrouwen. Van wie er heel veel zijn in dit land. Moedige moslimvrouwen die proberen meer vrijheid te verwerven.
Die onze cultuur niet relativeren, maar omarmen. Die niet opgesloten willen zitten. Die zich willen losmaken van het patriarchaat. Die hun plek in onze samenleving opeisen.
Ja, het is gemakkelijker om weg te kijken. Om hen alleen te laten in hun strijd. Want voor je het weet word je in het verkeerde kamp geplaatst.
Laten we moediger zijn dan dat. Laten we eens buiten ons eigen kringetje treden, uit onze comfort zone. Daar kunnen we iets betekenen.
En natuurlijk is dat moeilijk. Natuurlijk zijn we allemaal druk.
Maar als onze minister-president - met zijn moordende agenda - elke donderdagochtend de tijd neemt om les te geven aan voornamelijk allochtone kinderen - dan moeten u en ik toch ook tijd kunnen maken?
Wie gooit er eigenlijk op zaterdagochtend vroeg het hek open van de voetbalclub? Wie leert ouderen een i-Pad te gebruiken waarmee zij hun wereld kunnen vergroten? Wie runt de lokale omroep, is luizenvader op school, of schenkt koffie in het verzorgingstehuis?
De wereld fijner maken begint bij jezelf, op je eigen werk, je school, je buurt. Het is cruciaal dat we elkaar ontmoeten en met elkaar in gesprek blijven. Met mensen uit verschillende culturen. Hoogopgeleid en laagopgeleid, jong en oud, ziek en gezond.
Ieders bijdrage om dat te bereiken – groot of klein – is van groot belang. Als ieder op zijn manier bijdraagt aan een warmere, meer liefdevolle samenleving, dan kunnen we samen een enorm verschil maken.
Dan is verbinding maken geen loos begrip meer, geen modewoord, maar een daad. Die ons land heel hard nodig heeft.
Ik wil u bedanken dat u naar mij hebt geluisterd.