Wetsvoorstel regelt betere bescherming privacy leerlingen
De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de privacy van leerlingen beter te beschermen. Door de invoering van een pseudoniem hoeven voortaan minder persoonsgegevens uitgewisseld te worden tussen een school en een aanbieder van digitale leermiddelen.
Digitale leermiddelen worden steeds vaker op school gebruikt. Leerlingen kunnen daardoor leren rekenen of spellen via apps. Deze digitale leermiddelen staan in de cloud. Om ze goed te laten werken zijn gegevens van de leerlingen nodig. Denk dan aan voornaam, klas, school, maar ook het niveau van taal of rekenen.
Scholen moesten tot nog toe relatief veel persoonsgegevens delen met bedrijven om de digitale leermiddelen of online lespakketten te kunnen gebruiken. Die situatie is onwenselijk, omdat het risico bestaat dat deze gegevens op straat terechtkomen na een hack of datalek. Met de invoering van een pseudoniem in de vorm van een code wordt het mogelijk om zo min mogelijk informatie vrij te geven. Zo hoeft bijvoorbeeld de geboortenaam en het geslacht van een leerling voortaan niet meer gedeeld te worden.
Om de privacy van leerlingen beter te beschermen is er ook een privacyconvenant afgesloten. Daarin hebben meer dan 130 partijen, waaronder bedrijven, scholen en sectorraden, afspraken gemaakt om de privacy van leerlingen te beschermen. Het aantal persoonsgegevens dat wordt uitgewisseld is daardoor al flink teruggelopen.
De wet gaat gelden voor basisscholen, middelbare scholen en het mbo en zal naar verwachting in januari 2018 in werking treden. Alle partijen die bij het convenant zijn aangesloten, hebben aangegeven zo snel mogelijk met het pseudoniem te willen gaan werken.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.