Wetsvoorstel naar Tweede Kamer: bijzondere positie opsporingsambtenaar in strafrecht
Politieagenten zijn straks niet meer automatisch verdachte bij een onderzoek naar geweldgebruik. Het geweldgebruik wordt voortaan bovendien getoetst aan een nieuwe, op de politieagent toegesneden delictsomschrijving die schending van de geweldsinstructie strafbaar stelt. Dit is de kern van een wetsvoorstel van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) dat vandaag bij de Tweede Kamer is ingediend.
Uitgangspunt is om recht te doen aan en meer rekening te houden met de speciale positie van de politieagent. Van der Steur: ‘Een politieagent mag en moet soms geweld toepassen. Dat hoort bij zijn taak. Dan past het niet een agent direct als verdachte te behandelen.’ De minister wil de opsporingsambtenaar niet buiten het strafrecht houden. Wél vindt hij dat de huidige algemene delictsomschrijvingen (mishandeling of doodslag) onvoldoende zijn toegespitst op situaties waarin de politieagent geweld toepast uit hoofde van zijn taak.
Daarom komt er een nieuwe, op de politieagent toegesneden delictsomschrijving die schending van de geweldsinstructie strafbaar stelt. Deze omschrijving biedt meer ruimte voor een passende reactie op geweldgebruik door een politieagent dan vervolging voor een algemeen geweldsdelict, zoals nu het geval is.
Het wetsvoorstel garandeert ook dat goed en gedegen onderzoek blijft worden gedaan naar de toedracht van het gebruik van geweld en naar de vraag of volgens de regels is gehandeld.