Nederland steunt VN-databank voor bewijzen gruweldaden Syrië

Nederland draagt geld en expertise bij aan de op te richten databank van de Verenigde Naties om bewijsmateriaal te verzamelen van gruweldaden die in Syrië zijn gepleegd. ‘Deze bewijzenbank is een duidelijk signaal dat de afschuwelijke misdaden die begaan zijn, niet worden vergeten. De daders mogen hun straf niet ontlopen. Dit had voorkomen moeten worden, niettemin is het essentieel’, aldus minister Koenders van Buitenlandse Zaken.

De minister is verheugd dat de Algemene Vergadering van de VN woensdagavond heeft besloten de bewijzenbank voor Syrië in het leven te roepen. Nederland was een van de drijvende krachten achter de aanname van deze resolutie, die het onderzoek naar en de vervolging van daders van mensenrechtenschendingen in Syrië zal faciliteren.

Het gaat daarbij om misdrijven die zijn begaan door het Assad-regime, ISIS en alle andere strijdende partijen. Daarvoor is al veel bewijs beschikbaar, maar dat is vaak versnipperd en niet op een centrale plaats aanwezig. Medewerkers van de databank zullen ook toetsen of het aangeleverde bewijs bruikbaar is in een rechtbank.
 
Het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) zal het project op poten zetten. Nederland stelt hiervoor één miljoen euro beschikbaar en biedt ook deskundigheid aan. Begin 2017 wil Nederland in Den Haag een expertbijeenkomst organiseren, waar samen met de VN en andere internationale partners nader vorm wordt gegeven aan de bewijzenbank.
 
Sinds het begin van de oorlog in Syrië in 2011 zijn er bijna een half miljoen mannen, vrouwen en kinderen omgekomen. ‘De gruwelijke berichten uit Aleppo tonen aan hoe belangrijk goede bewijsvergaring is, om recht te doen aan de slachtoffers, daders effectief te kunnen bestraffen en mogelijke toekomstige daders te ontmoedigen’, aldus Koenders. In het Syrische conflict zijn veel oorlogsmisdaden begaan. Zo zijn hulpkonvooien aangevallen, ziekenhuizen doelbewust gebombardeerd en kinderen gefolterd.
 
Een Russisch veto in de VN-Veiligheidsraad maakt onderzoek door het Internationaal Strafhof naar misdaden in Syrië voorlopig nog onmogelijk. Koenders: ‘Het gaat erom dat we nu goed vastleggen wat er gebeurd is om straffeloosheid te voorkomen. In Cambodja zagen we dat het 30 jaar duurde voordat de daders vervolgd kunnen worden. Hopelijk hoeft het voor Syrië niet zo lang te duren. Maar uiteindelijk zal er gerechtigdheid zijn.'