Kabinet erkent duurzaam keurmerk Maleisisch hout

Het kabinet erkent definitief het Maleisische duurzaam houtcertificaat MTCS. Door deze erkenning stimuleert de overheid het behoud en duurzaam beheer van de bossen in Maleisië. Het besluit tot erkenning van het keurmerk heeft staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd. In het rapport van de Inkoop Commissie Hout (TPAC) staat dat MTCS-hout voldoet aan de duurzaamheidseisen die het Rijk stelt in haar duurzaam inkoopbeleid. Bij de inkoop van hout kan het keurmerk MTCS net als de keurmerken FSC en PEFC gebruikt worden als bewijs voor duurzaam bosbeheer.

Dijksma: ‘Het beschermen van bossen is cruciaal in het tegengaan van klimaatverandering. Het zijn de longen van onze aarde die van vitaal belang zijn voor iedereen. MTSC heeft laten zien dat ze aan alle eisen voldoen om erkend te worden. Met de erkenning zet het kabinet een stap in de bescherming van bossen. Maar daar houdt de inspanning niet op. Omdat nog maar tien procent van de bossen wereldwijd is gecertificeerd, moeten we nu de energie gaan steken in de negentig procent die nog niet gecertificeerd is.’

Certificering van bossen

Certificering maakt het mogelijk dat de eigenaren van een bos geld verdienen door bos te behouden, in plaats van het bos te kappen en om te zetten in andere vormen van landgebruik. Om voor certificering in aanmerking te komen, moet de manier waarop het hout geoogst wordt aan veel regels voldoen. Deze regels hebben betrekking op sociale, economische en milieuaspecten.
 
Als hout geoogst en verhandeld wordt volgens de regels van een certificaat, wordt de schade aan het bos tot een minimum beperkt, wordt er ruimte gecreëerd voor behoud van biodiversiteit en worden de belangen van inheemse volken respectvol betrokken. Uit het rapport van TPAC blijkt dat MTCS aan de Nederlandse duurzaamheidsvoorwaarden voldoet en daarmee net als in de andere EU-lidstaten als duurzaam wordt aangemerkt.

 

Maximum aan bomenkap

In tropische bossen betekent dit dat er een maximum wordt gesteld aan het aantal bomen dat per hectare gekapt mag worden. Het stuk bos waar gekapt is, wordt vervolgens 25 tot 35 jaar met rust gelaten alvorens men terugkomt om weer hout te oogsten. Op deze manier blijft het bos staan en kan het, zolang het beheerd wordt volgens de eisen van het certificaat, duurzaam benut worden als leverancier van hout en andere producten en diensten. Het bos blijft zo van ecologische, sociale en economische betekenis.