Tweede Kamer stemt in met wetsvoorstel Computercriminaliteit III
Het wetsvoorstel van staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) dat de opsporing en vervolging van computercriminaliteit versterkt, is vandaag door de Tweede Kamer aangenomen. De regeling is een reactie op de snelle ontwikkelingen van de technologie en het internet. Opsporingsambtenaren hebben steeds meer last van versleuteling van elektronische gegevens. Internetgebruikers kunnen zelfs via bepaalde diensten gegevens anoniem transporteren. Dit speelt criminelen in de kaart.
Politie en justitie mogen straks heimelijk en op afstand (‘on line’) onderzoek doen in computers. Dat kan een personal computer zijn, een mobiele telefoon of een server. Het geeft opsporingsambtenaren ruimte om verschillende onderzoekshandelingen toe te passen bij de opsporing van ernstige delicten. Zij kunnen gegevens ontoegankelijk maken of kopiёren, maar ook communicatie aftappen of observeren.
Voor alle onderzoekshandelingen geldt dat er een machtiging nodig is van de rechter-commissaris, op verzoek van de officier van justitie. Ook wordt de inzet van de bevoegdheid getoetst door de Centrale Toetsingscommissie, een adviesorgaan binnen het OM.
Ook komt er meer bescherming voor minderjarigen en consumenten. Het wordt mogelijk lokpubers in te zetten om de opsporing en vervolging van ‘groomers’, die via internet minderjarigen benaderen voor seksuele doeleinden, te vergemakkelijken. Malafide verkopers die op internet herhaaldelijk goederen of diensten te koop aanbieden, maar niet leveren, kunnen straks strafrechtelijk worden vervolgd.
Verder wordt heling van computergegevens als zelfstandig delict strafbaar. De strafbaarstelling dient om ook strafvervolging te kunnen instellen tegen degene die over gegevens van anderen beschikt zonder dat bewezen kan worden dat hij zelf die gegevens heeft overgenomen.