Energieagenda
De Energieagenda geeft aan hoe Nederland in 2050 nog nauwelijks broeikasgassen (CO2) uitstoot.
Energietransitie
De overgang naar duurzame energie wordt energietransitie genoemd. In de energietransitie stuurt het kabinet op vermindering van de uitstoot van CO2. De investeringen van de komende jaren, moeten passen bij een CO2-arme energievoorziening. Op deze manier benut Nederland de economische kansen die de energietransitie met zich meebrengt.
In 2013 is met 47 partijen het Energieakkoord gesloten. Deze afspraken lopen tot 2023. De Energieagenda beschrijft het einddoel in 2050 en de route daarnaartoe. Bedrijven en lokale overheden hebben zekerheid nodig zodat zij hun plannen erop kunnen afstemmen.
Geleidelijke en tijdige overgang
Nederland heeft zich gecommitteerd aan de afspraken van het klimaatakkoord van Parijs. Dat betekent een drastische beperking van de CO2-uitstoot naar bijna 0 in 2050. Nederland groeit in een geleidelijk tempo naar een CO2-arme economie in 2050.
Energiebesparing, minder aardgasgebruik en meer investeringen in hernieuwbare energie
Energiebesparing en terugdringing van het gebruik van aardgas. Hier zet het kabinet op in. Om dit te bereiken wil het kabinet duurzaam opgewekte elektriciteit en duurzame warme stimuleren. Hiervoor is een breed pakket aan maatregelen. Zo wordt gekeken hoe de verwarming van woningen, gebouwen en tuinbouwkassen kan verduurzamen. Bijvoorbeeld op de volgende manieren:
- De wettelijke verplichting voor aansluiting van huizen en gebouwen op het gasnetwerk zou kunnen vervallen.
-
Niet meer automatisch nieuwe gasnetten aanleggen voor nieuwbouwwijken.
Het kabinet wil ook de bron van energie verder verduurzame. De stroomopwekking van windmolens op zee is succesvol. Dit zal de komende jaren verder worden uitgebreid, ook met windparken die verder uit de kust liggen.
Ambities Energieagenda
Na 2023 heeft het kabinet de volgende ambities:
- Het aantal volledig elektrische auto's en auto's op waterstof zal verder toenemen. Vanaf 2035 is het alleen nog mogelijk duurzame auto’s in Nederland te verkopen.
- De spoorsector zal volledig overschakelen op groene stroom. Vanaf 2025 maken nieuwe OV-bussen gebruik van hernieuwbare energie of biobrandstof.
-
Fietsen moet aantrekkelijker worden. Daarom komen er meer veilige fietsverbindingen en een extra impuls voor fietsenstallingen in steden.
-
Het wegtransport zal moeten overschakelen van fossiele naar biobrandstoffen en zuinigere motoren.
-
Ook de luchtvaart zal moeten overgaan op CO2-arme brandstoffen en zal efficiënter moeten vliegen.
-
Daarnaast blijft de overheid de energiebesparing door de industrie krachtig stimuleren. Productieprocessen moeten veranderen zodat er minder CO2 wordt uitgestoten. De CO2 die toch nog wordt geproduceerd kan worden opgeslagen in lege aardgasvelden in de Noordzee.
Verantwoordelijkheid van iedereen
De energietransitie is alleen mogelijk als iedereen bijdraagt: burgers, bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en alle overheden. Het kabinet vindt het belangrijk om met de partijen in gesprek te blijven. Ook wil het kabinet afspraken maken over de invulling van de transitie naar een CO2-arme economie en samenleving.
Voor consumenten die zelf energie opwekken wordt het aantrekkelijker de energie op te slaan. Zij kunnen de energie verkopen op momenten dat er vraag naar is. Opslag maakt het ook mogelijk de energie te gebruiken op het moment dat de consument zelf nodig heeft. Bijvoorbeeld in de avonduren.
Betaalbaar voor burgers en bedrijven
Er bestaan verschillende berekeningen over de kosten die gemoeid zijn met de energietransitie. Vanwege de grote verschillen hiertussen is uitgebreider onderzoek nodig.
Daarbij zal ook gekeken worden naar de mogelijkheden voor financiering van de benodigde investeringen. De eerste uitkomsten daarvan worden halverwege 2017 verwacht. Uitgangspunt is dat de energietransitie betaalbaar blijft voor burgers en bedrijven.