Korte toespraak van minister-president Mark Rutte bij de opening van de tentoonstelling ‘The art of the Islamic book from Leiden – eastern beauty in reproductions’, Tunis
Dames en heren,
In 1796 reisde de Nederlander Jean Emile Humbert als jong militair ingenieur naar Tunesië. Hij was door de plaatselijke heerser ingehuurd om te werken aan een nieuwe haven in Tunis. Ongetwijfeld deed hij zijn werk als waterexpert prima, maar dat is niet de reden waarom hij in de geschiedenis van dit mooie land een ereplaats inneemt.
Humbert was namelijk niet alleen deskundig op het gebied van water, hij ontwikkelde ook een grote fascinatie voor de geschiedenis van Tunesië. Met zijn avontuurlijke en onderzoekende geest en met een ongelooflijke vasthoudendheid wist hij in 1817 de locatie van het Punische Carthago terug te vinden. Die stad was in het midden van de tweede eeuw zo vakkundig verwoest door de Romeinen, dat de resten al eeuwenlang onder het stof van de geschiedenis waren verdwenen. Jean Emile Humbert zette het historische Carthago letterlijk en figuurlijk weer terug op de kaart, als een vroeg 19e-eeuwse Indiana Jones. Daarmee heeft zijn plaats in onze gezamenlijke geschiedenis meer dan verdiend.
Het verhaal van Jean Emile Humbert laat zich vertellen als een spannend jongensboek. Maar de tentoonstelling die ik vandaag mag openen, laat zien dat hij in een stevige traditie stond van Nederlandse belangstelling voor cultureel erfgoed in de Arabische wereld. Sinds 1613, dus al meer dan 400 jaar, kent de universiteit van Leiden een leerstoel voor Arabische en Islamitische studies. In die vier eeuwen is een werkelijk fantastische collectie van meer dan 6000 bijzondere, soms unieke manuscripten bijeengebracht. Een klein deel daarvan is op deze fototentoonstelling te zien.
Deze rondreizende tentoonstelling is al voor het vierde jaar succesvol onderweg, van Amman tot Khartoem en van Caïro tot Ramallah. En nu dus ook te zien in Tunis. Het doet mij veel genoegen dat ik vandaag als alumnus van de Leidse Universiteit en als minister-president van Nederland de kans krijg deze expositie te openen.
Er is hier veel bijzonders te zien. Bijvoorbeeld de oudste bestaande kopie van een beroemd botanisch werk uit de eerste eeuw of een dubbele pagina uit een Koran uit de achtste eeuw. Maar misschien is wat we niet meteen zien nog wel belangrijker. Want voor mij staan deze cultuurhistorische schatten voor nog veel meer. Voor eeuwen van wederzijds respect en gedeelde kennis, voor eeuwen van culturele en religieuze dialoog, en voor eeuwen van handel en waardevolle contacten tussen mensen, zoals in het verhaal van Jean Emile Humbert.
Het kan in deze tijd geen kwaad dat we de waarde van die historische banden en het belang van deze goede contacten zo af en toe duidelijk onderstrepen. En dat is precies waarom ik samen met mijn Belgische en Luxemburgse collega’s naar Tunesië ben afgereisd om de relatie te versterken. Het is een kansrijke relatie die sinds 2011 in snel tempo intensiever is geworden en die wij graag verder willen uitbouwen.
Ik feliciteer de Tunesische en Nederlandse organisatoren van harte met deze tentoonstelling en ik wil hen danken voor een positieve en inspirerende bijdrage aan de relatie tussen onze landen. Ik hoop dat velen de weg naar deze mooie beelden weten te vinden.
En daarmee open ik deze tentoonstelling. Heel veel succes en dank voor uw aandacht.