Nederland zet satellieten en technologie in tegen honger in ontwikkelingslanden
Nederland wil intensievere samenwerking tussen high-tech bedrijven en maatschappelijke organisaties om voedselschaarste in ontwikkelingslanden aan te pakken. Dat liet minister Lilianne Ploumen vandaag weten op de klimaattop in Marrakesh. In totaal maakt de minister 20 miljoen euro extra vrij voor het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW).
Dit programma, dat uitgevoerd wordt door het Netherlands Space Office, helpt met gebruik van technologie en satellietdata kleine boeren meer en beter te produceren en zich te wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Ploumen: ‘In veel ontwikkelingslanden neemt de komende jaren de behoefte aan goed en voedzaam voedsel toe, terwijl het voor veel kleine boeren steeds moeilijker wordt voldoende te produceren. Ze hebben bijvoorbeeld te maken met droogte, stijgende temperaturen of wateroverlast. Door gebruik te maken van slimme technologieën op basis van satellietdata kunnen wij hen helpen meer en beter te produceren, tegen lagere kosten.’
In het G4AW programma werken banken, verzekeringsmaatschappijen, telecombedrijven, zaad- en andere inputleveranciers, ngo’s en satellietinformatie-bedrijven samen om kleine boeren en veehouders in ontwikkelingslanden te ondersteunen. Op dit moment zijn er 17 consortia in 10 landen werkzaam, met meer dan 80 partners, waarvan 30 Nederlandse bedrijven. In Mali wordt bijvoorbeeld een informatiedienst opgezet voor 75.000 nomadische veehouders, die via hun mobiel worden geïnformeerd over de beschikbaarheid en kwaliteit van voer en drinkwater, marktprijzen en hoeveel vee al aanwezig is in bepaalde gebieden. Zo weten zij op welke plekken zij hun kuddes het beste kunnen laten grazen en waar zij hun producten het beste kwijt kunnen. In Ethiopië verzorgt een consortium van financiële instellingen, de universiteit van Twente en het nationale meteorologie agentschap van Ethiopië verzekeringen voor miljoenen kleine boeren tegen klimaatrisico’s, zoals onverwachte droogte. Met behulp van betere meetgegevens kunnen risico’s beter worden ingeschat en kunnen premies betaalbaar blijven. Ploumen: ‘Met het programma zullen we de komende jaren minimaal 3 miljoen kleinere voedselproducenten ondersteunen, en waarschijnlijk nog veel meer, naarmate technologieën geavanceerder en betaalbaarder worden.’
De samenwerking in G4AW is volgens de minister een mooi voorbeeld van de rol die bedrijven kunnen spelen in de strijd tegen klimaatverandering, een punt waar Nederland aandacht voor vraagt tijdens de conferentie in Marrakesh. Ploumen: ‘Klimaatverandering is geen zaak van wereldleiders en overheden alleen. We gaan de doelstellingen van Parijs alleen halen als ook bedrijven stappen nemen om de uitstoot van broeikasgassen en energieconsumptie terug te dringen en slimme oplossingen te vinden voor problemen veroorzaakt door klimaatverandering.’ Met Ploumen is een delegatie van Nederlandse bedrijven meegereisd, die hun klimaatvriendelijke oplossingen in Marrakesh zullen presenteren. Ploumen: ‘Het mooie is dat bedrijven echt niet uit liefdadigheid hoeven te handelen: klimaatverandering biedt een hele interessante business case.’ Zo concludeert een rapport van de Global Commission on the Economy and Climate (2015) onder andere dat door te investeren in het zuiniger omgaan met energie de mondiale economie in 2035 met 18 biljoen dollar kan groeien. Daarnaast constateert het rapport dat de markt voor koolstofarme goederen en diensten op dit moment 5,5 biljoen dollar waard is en met 3% per jaar groeit.