Grotere aandacht slangenbeten
Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) ondersteunt inspanningen om mensen in ontwikkelingslanden beter te beschermen tegen slangenbeten. ‘Het gaat hier om een onderschat probleem. Waarbij we zien dat zowel op het gebied van preventie als de productie van tegengif veel verbeterd kan worden’, aldus de minister die dit voorjaar tijdens een bezoek aan een kliniek van Artsen Zonder Grenzen in Ethiopië met eigen ogen heeft gezien hoe groot de impact van slangenbeten is.
Momenteel zijn 5 miljoen mensen per jaar het slachtoffer van slangenbeten. Daarvan sterven er 125.000, 400.000 anderen houden er blijvend letsel aan over. Ploumen: ‘Extra wrang als je weet dat het tegengif er op zich wel is, maar dit medicijn om economische redenen in meerdere landen niet of nauwelijks beschikbaar is. De productie van voldoende betaalbaar, veilig en effectief antigif is daarom van levensbelang.’
Om de inzet tegen slangenbeten te vergroten zal de minister het Global Snakebite Initiative ondersteunen met 460.000 euro voor de komende 2 jaar. Deze van oorsprong Australische NGO van wetenschappers is gespecialiseerd in preventie, eerste hulp en behandeling van slangenbeten. Het secretariaat wordt beheerd door de in Amsterdam gevestigde organisatie Health Action International (HAI). Het HAI, dat over de nodige veldervaring beschikt, werkt samen met lokale organisaties in onder meer Zambia, Kenia en Uganda.
Naast deze donatie zal Nederland, dat de komende 3 jaar in de uitvoerende raad van Wereldgezondheidsorganisatie WHO zit, het Global Snakebite Initiative ondersteunen om slangenbeten weer op de lijst van verwaarloosde ziekten te krijgen. ‘Daarbij gaat het overigens niet alleen om de productie van betaalbaar tegengif. Betere preventie, voorlichting en het verzamelen van betrouwbare data zijn evenzeer van groot belang om meer mensenlevens te redden,’ aldus Ploumen. Nederland levert overigens ook op andere manieren een bijdrage aan het terugdringen van slangenbeten en de soms fatale gevolgen daarvan, bijvoorbeeld via het wetenschappelijk werk van het Naturalis Biodiversity Center in Leiden.