Beleidskader energieprestatie
In een brief aan de Tweede Kamer van juli 2015 heeft minister Blok (Wonen en Rijksdienst) aangegeven een beleidskader te willen ontwikkelen waarbinnen marktpartijen hun eigen bepalingsmethoden voor de energieprestatie van gebouwen zouden kunnen toepassen. Bureau Nieman Raadgevende Ingenieurs heeft opdracht gekregen in 2015 om een dergelijk beleidskader op te stellen.
Hierbij is geconcludeerd dat een kader met meerdere toepasbare methoden binnen nauwkeurige grenzen alleen maar kan als er:
-ofwel een aantal randvoorwaarden dermate gedetailleerd wordt opgesteld dat fetelijk principieel verschillende methoden dermate wordt beperkt dat deze optie alleen in theorie bestaat;
- voldoende “referentie” is opgebouwd om de methoden te kunnen toetsen (genoemd: “praktijkreferentie”). Deze praktijkreferentie is thans onvoldoende aanwezig.
Om die reden adviseert de onderzoeker:
Het beleidskader vast te stellen teneinde beleidsmatige aspecten en de bepalingsmethode duidelijk te onderscheiden;
- Het beleidskader gelijktijdig met de herziening van de prestatie-eisen (dus met de introductie van de BENG-eisen per 2021) aan te wijzen;
- Te kiezen voor het aanwijzen van één methode in plaats van meerdere methoden bij de invoering van het beleidskader;
- De bepalingsmethode vooralsnog te baseren op het berekenen van de energieprestatie (in plaats van het baseren op praktijkmetingen).