Aanscherping meldcode met nieuwe beroepsnormen voor slachtoffers van ernstige kindermishandeling en huiselijk geweld
Er komt een aanscherping van de meldcode voor slachtoffers van ernstige kindermishandeling en huiselijk geweld. Deze vormen van mishandeling zijn het meest voorkomende geweld in onze samenleving, en herhaling komt veel voor. Om het geweld zo snel mogelijk te stoppen en de kans op herhaling zo klein mogelijk te maken, moeten professionals om het kind heen - zoals artsen, leraren en hulpverleners - Veilig Thuis inseinen als zij constateren dat er in hun ogen sprake is van ernstige mishandeling. Professionals bepalen via nieuwe beroepsnormen zelf wanneer daarvan sprake is. Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) komt met dit beleidsvoornemen op advies van Jan-Dirk Sprokkereef, onafhankelijke deskundige op het terrein van hulpverlening bij kindermishandeling en huiselijk geweld. Van Rijn omarmt dit advies.
Veiligheid voorop
Veilig Thuis kan in gemelde gevallen van ernstige mishandeling beter nagaan of een kind of volwassene eerder slachtoffer is geworden van mishandeling, beoordelen of de veiligheid voldoende is gewaarborgd en meedenken over de hulpverlening die nodig is. De nieuwe werkwijze betekent niet dat Veilig Thuis de hulpverlening overneemt. De gestarte hulpverlening kan gewoon blijven doorlopen.
Goed werkend systeem kan beter
Van Rijn: "We hebben in Nederland een goed werkend systeem met de meldcode die alle professionals om een kind of andere kwetsbare mensen gebruiken. Maar het kan nog beter. Nu kan het voor komen dat betrokken professionals hulp verlenen of verleend hebben aan een kind of gezin in ernstige problemen zonder dat ze dat van elkaar weten. Dat kan betekenen dat kinderen -ondanks de volledige inzet van individuele hulpverleners - niet de hulp krijgen die voor hen het beste is. We zijn het aan kinderen en andere slachtoffers verplicht om daar een einde aan te maken."
Gesprekken met hulpverleners en deskundigen
Jan-Dirk Sprokkereef heeft zijn advies gemaakt op basis van uitgebreide gesprekken met beroepsgroepen die de nieuwe werkwijze in hun dagelijkse praktijk moeten gebruiken om kindermishandeling tegen te gaan. Hij sluit in zijn advies zo veel mogelijk aan bij de huidige werkwijze van professionals met de meldcode en bij het werken met professionele beroepsnormen.
Van Rijn: "Ik ben mij er zeer van bewust dat er professionals zijn die zich zorgen maken over meer verplichtingen omdat ze de mogelijkheid willen houden om zelf hulp te bieden zonder bij Veilig Thuis aan te kloppen. Tegen hen zou ik willen zeggen: we houden het bestaande systeem intact maar maken sluitende afspraken voor de ernstige situaties waarin onze huidige meldcode nu niet optimaal werkt. We hebben het dus nadrukkelijk niet over een 'platte meldplicht' waarin alle vermoedens van mishandeling gemeld moeten worden. Huisartsen, leraren, jeugdhulpverleners en andere professionals kunnen in elke situatie het best inschatten of er sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld. Maar we moeten nu met elkaar regelen dat we dit bij ernstige mishandeling altijd delen met Veilig Thuis. Dit is een noodzakelijke stap om veel vaker de cirkel van geweld te kunnen doorbreken.”