Ploumen: pauzeknop voor TTIP
Volgens minister Lilianne Ploumen gaat het niet meer lukken een vrijhandels- en investeringsverdrag met de VS af te ronden voor het einde van het jaar. Dit zegt de minister in Bratislava, waar zij is voor een informele bijeenkomst met haar collega handelsministers. Ploumen: 'Commissaris Malmström heeft de feiten duidelijk op tafel gelegd: de VS beweegt echt onvoldoende op voor de EU cruciale zaken als openbare aanbestedingen en een eerlijker en transparanter geschillenmechanisme voor investeringsbescherming (Investment Court System - ICS). Wij hebben helaas geen aanwijzingen dat zij dat de komende maanden alsnog gaan doen. Feitelijk zijn we in een pauze beland.'
Volgens Ploumen kunnen de gesprekken de komende maanden wel voortgaan, om die onderwerpen waar de EU en de VS het wel over eens zijn, goed af te ronden. Daarnaast is het een kans om nogmaals de voor de EU belangrijke punten als ICS en markttoegang bespreekbaar te krijgen. 'Maar als de presidentsverkiezingen in de VS geweest zijn en begin 2017 een nieuwe president van start gaat in de VS, zal er een periode van reflectie nodig zijn aan beide zijden voordat de onderhandelingen weer opgepakt kunnen worden. Wat mij betreft gebruiken we deze periode om een brede dialoog aan te gaan met belangenorganisaties, NGO's, bedrijven, vakbonden en wie ook maar wil meepraten over hoe een verdrag met de VS eruit moet zien. Dit is een mogelijkheid voor een nieuwe start, voor een reset van TTIP en een transparanter en breder gedragen onderhandelingsproces.’
Ploumen benadrukt nog steeds voorstander te zijn van een gebalanceerd en ambitieus akkoord met de VS: 'Ik ben ervan overtuigd dat zo'n verdrag goed is voor Nederland, voor onze werknemers, consumenten en ondernemers. Laten we vooral van deze pauze gebruik maken om te zorgen voor een verdrag dat, net als met CETA de toon zet voor een nieuwe wereldwijde handelspolitiek. Voorwaarden daarbij zijn transparantie, welzijn van mens en milieu en eerlijke rechtspraak.'
CETA stond ook op de agenda in Bratislava. Volgens de minister is er volop steun voor het verdrag. Ploumen: 'CETA combineert een ambitieuze handels- en investeringsagenda met een rigoureuze keus voor duurzaamheid en transparantie. Er moet een juridisch bindende verklaring komen bij het besluit tot ondertekening van CETA, waarin nog eens heel duidelijk wordt aangegeven hoe Canada en de EU een aantal bepalingen uitleggen'. Zo moet volgens Ploumen duidelijk zijn dat de duurzaamheidshoofdstukken over bijvoorbeeld arbeidsrechten en milieu tanden moeten krijgen: als deze bepalingen worden geschonden, moeten organisaties en belanghebbenden verhaal kunnen halen.
Ook wil de minister een ondubbelzinnige bevestiging dat staten zelf mogen bepalen welke diensten in publieke handen moeten blijven. Denk aan watervoorziening of het openbaar vervoer. Ten slotte wil Ploumen dat het voorzorgsprincipe, dat bepaalt dat alleen producten en productieprocessen zijn toegestaan waarvan is vastgesteld dat ze niet schadelijk zijn voor het milieu of de gezondheid, expliciet genoemd wordt als het geldende principe voor handel met de EU.
Ploumen: 'Niet alleen de EU lidstaten willen dit. Ik heb hier ook met Canada over gesproken, en ik heb goede hoop dat wij uiteindelijk in staat zijn om een overeenkomst te bereiken en deze verklaringen toe te voegen aan CETA. ‘Ik verwacht dat we voor de EU-Canada Top een formeel besluit kunnen nemen over de ondertekening en over de voorlopige toepassing van bepaalde onderdelen. Maar voor we zover zijn, moeten we wel nog belangrijke stappen zetten. Daarover wordt nu gesproken.'
Voorlopige toepassing is volgens Ploumen goed voor Nederland, want CETA brengt grote voordelen met zich mee voor de Nederlandse consument en voor het bedrijfsleven. Nederland bepleitte in Bratislava om de bepalingen over investeringsbescherming en een nieuw geschillenbeslechtingsmechanisme voor investeringsbescherming (Investment Court System - ICS) uit te sluiten van voorlopige toepassing, met brede instemming van andere lidstaten. Ook is bepaald dat een aantal bepalingen die onder de exclusieve bevoegdheid van lidstaten vallen niet voorlopig worden toegepast.