Extra geld voor internationale strijd tegen terrorisme
Nederland trekt 2,5 miljoen euro extra uit voor internationale projecten om terrorisme te bestrijden. Dat heeft minister Koenders van Buitenlandse Zaken woensdag in New York aangekondigd tijdens een bijeenkomst met andere ministers van het Global Counterterrorism Forum (GCTF) die werd voorgezeten door Nederland.
Het bedrag komt bovenop de ruim 7,5 miljoen euro die Nederland al inzet voor de internationale strijd tegen terrorisme. De 2,5 miljoen zal gaan naar de-radicaliseringsprojecten in lokale gemeenschappen in landen waar radicalisering een groot probleem is. Daarnaast wordt extra ingezet op samenwerking met de Verenigde Naties en nationale overheden, zoals in Mali, om voorbereid te zijn op de terugkeer van buitenlandse strijders (Foreign Terrorist Fighters).
Het GCTF is een informeel forum en brengt 29 landen en de EU bij elkaar in de strijd tegen terrorisme. De GCTF-leden hebben gezamenlijk toegezegd om 40 miljoen dollar extra te besteden aan het ondersteunen van overheden in landen met een terrorismeprobleem om de cirkel van radicalisering naar gewelddadig extremisme en terrorisme te doorbreken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het signaleren en voorkomen van radicalisering bij jongeren, het trainen van rechters, gevangenisbewaarders en sociaal werkers en betere bescherming van openbare gelegenheden.
Het GCTF, waarvan Nederland en Marokko sinds een jaar covoorzitter zijn, bestaat dit jaar 5 jaar. In die jaren zijn ruim 1000 rechters, aanklagers en politiemensen getraind voor betere vervolging en onderzoek in terrorismezaken. Ook zijn er 3 instituten opgezet om de juridische sector te trainen, regeringen te ondersteunen bij het opstellen van nationale actieplannen tegen terrorisme en lokale gemeenschappen te helpen weerbaarder te zijn tegen gewelddadig extremisme.
De uitdagingen zijn groot en kunnen niet door elk afzonderlijk land worden aangepakt, benadrukte Koenders. De bestrijding van terrorisme is volgens hem een zaak van lange adem en verre van makkelijk. ‘Een terrorist vangen is niet zo gemakkelijk als het vangen van een Pokémon. Maar er is geen reden ontmoedigd te raken’, zei Koenders tegen zijn collega’s.
Er is en wordt al veel gedaan en het is volgens hem belangrijk gezamenlijk te blijven optrekken en nieuwe ontwikkelingen in de strijd tegen terrorisme samen tegen te gaan. 'We zien steeds meer eenlingen die aanslagen plegen met alledaagse voorwerpen als wapen. Ook is de onderlinge communicatie, door het gebruik van versleutelde apps, lastig te onderscheppen. Via het GCTF werken landen gezamenlijk aan een antwoord op deze trends,' aldus Koenders.