Toespraak van minister Koenders tijdens de herdenking van de Slag om Arnhem
Toespraak van minister Koenders tijdens de herdenking van de Slag om Arnhem op 16 september 2016 in Arnhem.
Dames en heren, deze conferentie behandelt een zeer serieus onderwerp tegen de achtergrond van een voor ons land en deze stad zo essentiële historische context: de herdenking van operatie Market-Garden.
Laat ik daarom beginnen met een kleine anekdote.
Want wist u dat ik een bescheiden rol speelde in deze militaire operatie?
Ik zie u denken, zo oud kan de minister toch nog niet zijn…
Het was dan ook niet in september 1944, maar 33 jaar later, in 1977. Zoals alle jongeren wilde ik bij de film. Dus was ik trots om als figurant mee te mogen spelen in het epos 'Een brug te ver' van Richard Attenborough, naast mijn helden Sean Connery, Anthony Hopkins, Robert Redford and Liv Ullman.
De film gaat, zoals u weet, over de slag bij Arnhem - mijn geboortestad. Mijn rol was klein en eenvoudig en ik had geen tekst. Ik hoefde alleen maar de brug over te steken. Ik was een tiener en vond het geweldig. Ik was in deze stad opgegroeid en me zeer bewust van wat er 20 jaar geleden was gebeurd, bij de evacuatie van Arnhem.
Vandaag is mijn rol weer bescheiden, zeker naast de echte helden en heldinnen die tijdens deze conferentie aan bod komen, zoals de 102-jarige mevrouw Hebe Kohlbrugge, en ik spreek dan ook met ontzag voor hen. Ik heb vandaag wel tekst, maar ga er geen Oscar mee winnen. Toch hoop ik dat mijn bijdrage waardevol is.
Ladies and gentlemen, Mr. Foreign Secretary,
I am glad, Foreign Secretary Johnson, that you decided to honour us with your presence. On a day like this, we owe the United Kingdom a special word of thanks: for the role your brave countrymen of the First Airborne Division played in operation Market Garden. For the role Winston Churchill played in the decision to set it up and deploy it - Boris, you wrote an impressive biography about him, and I am glad you are here today.
Dames en heren,
De herdenking van operatie Market-Garden herinnert ons aan wat echt belangrijk is. Vrijheid, en de bereidheid die te verdedigen.
Dankbaarheid jegens diegenen die hebben geholpen die vrijheid te heroveren: nooit zullen we de heroïsche rol vergeten van de internationale coalitie van Britse, Amerikaanse, Canadese en Poolse soldaten. Dankzij hen konden wij na hier in Arnhem na de oorlog in vrijheid opgroeien.
En, met een blik op de toekomst: alertheid. Wanneer de waarden, opgebouwd op de ruïnes van de Tweede Wereldoorlog, in het geding zijn, moeten we bereid zijn die te verdedigen. Gezamenlijk, met onze vrienden en bondgenoten. In een tijd van hernieuwde geopolitieke spanningen is dat des te belangrijker.
Een van die waarden, ten grondslag aan het thema van de conferentie van vandaag, en waarnaar we in ons werelddeel consistent hebben gestreefd, is de gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
U hebt vandaag teruggeblikt op de rol van vrouwen in WW-II. Onder meer in het openingsinterview met de 102-jarige Hebe Kohlbrugge. Daarna hebt u ontwikkelingen en perspectieven voor de toekomst besproken.
Het is passend om een heldin als mw. Kohlbrugge te eren en van haar ervaringen te leren. Lange tijd bleven de bijdragen van vrouwen zoals zij vrijwel onzichtbaar. In het Britse leger, en dus ook in de 1st Airborne Division, zaten destijds geen vrouwen. Toch speelden ze op de achtergrond een essentiele rol. Een van de monumenten in Arnhem verwijst daarnaar ook expliciet.
Over deze zaken wil ik het vandaag hebben. Ik zal daarbij ook ingaan op mijn eigen ervaringen als SR SGVN in Mali, waar ik te maken had met vredesprocessen en de rol van vrouwen.
Maar voor ik dat doe, wil ik eerst nog even terug naar het jaar 1959. In dat jaar verscheen bij een klein Zwitserse uitgever het verhaal van een anonieme schrijfster, getiteld 'Een vrouw in Berlijn.' 14 jaar na de oorlog was geen Duitse uitgever geïnteresseerd in dit dagboek, dat de verschrikkingen van Duitse vrouwen in de laatste maanden van de oorlog beschreef.
De schrijfster had anonimiteit bedongen tot na haar dood. En dat was niet voor niets. Na de eerste publicatie van haar boek viel haar geen waardering en compassie ten deel, maar verwijten: ze had 'de eer van de Duitse vrouw bezoedeld'.
Eerder, in 1945, had ze het effect van haar dagboek op haar toenmalige vriend al mogen ervaren. Hij had haar na lezing gevraagd ‘wat de afkorting VKRNG betekende'. Verkrachting, natuurlijk, zei de schrijfster. Hij wilde daarna niets meer met haar te maken hebben.
Het is een van de vele voorbeelden van het dubbele slachtofferschap dat vrouwen in conflict vaak ten deel valt. Eerst de VKRNG. Dan de stigmatisering en schaamte. En vaak de straffeloosheid, waardoor de daders vrijuit gaan.
Gelukkig is er sinds WO-II, zeker in Europa, veel veranderd. Maar het is bij lange na niet genoeg.
Als een Congolese vrouw aan een onderzoeker vertelt over de verkrachting die ze heeft doorstaan: 'Oh, maar dit is hier gewoon heel normaal…'
Als een meisje uit Chibok, na haar bevrijding uit de handen van Boko Haram, ons vertelt: 'Ik praat niet over wat daar is gebeurd. Dat is alleen voor mij. Ik kijk nu naar de toekomst.'
Als blijkt dat een provinciale vertegenwoordiger in Zuid-Kivu zijn mannen opdracht heeft gegeven kleine kinderen te misbruiken en zo een hele gemeenschap te destabiliseren….
… dan is het duidelijk: er moet nog zoveel meer worden gedaan. Door mannen, door vrouwen, door regeringen, door de internationale gemeenschap en door NGO’s.
Daar wil ik het vandaag over hebben, en de rol die NL speelt op dit terrein.
Dames en heren,
Gemiddeld krijgt 1 van de 5 vrouwen in haar leven te maken met sexueel geweld. In conflict situaties gaat dit cijfer dramatisch omhoog. Het is een keerpunt in elk leven, wanneer en waar dan ook ter wereld: in Kavumu, in Beni, in Chibok, in Berlijn.
Natuurlijk besteden we daar aandacht aan. Via wetgeving, via (internationale) strafbaarstelling, via hulp aan de getraumatiseerde slachtoffers.
Maar wat ik hier vandaag vooral zou willen benadrukken, is iets anders: vrouwen in conflict zijn zoveel meer dan alleen slachtoffer van seksueel geweld. We doen al die moedige vrouwen ernstig tekort door de beeldvorming daartoe te beperken.
Vrouwen spelen in conflict alle rollen die ze in een vreedzame, gezonde samenleving ook spelen. En misschien nog wel meer - juist omdat de samenlevingen in conflict door de afwezigheid van de mannen zijn ontwricht. Behalve slachtoffers zijn ze zowel strijders als spionnen, verzetsstrijders en verraders, activisten en kostwinners. Dat, en meer. Naast, met, en ook in de plaats van mannen.
Ik ben blij dat de vorige sprekers die veelheid van rollen vandaag ook hebben benadrukt. Want het is die verscheidenheid van maatschappelijke rollen van vrouwen die we moeten ondersteunen. Het is die brede benadering van 'gender' die leidt tot 'empowering' op de langere termijn - de bevestiging van slachtofferschap alleen kan dat niet.
Daarvoor is dan wel de erkenning nodig dat de rol van vrouwen in conflict vaak niet op zichzelf staat, maar een afspiegeling is van de positie en genderbalans in dat land in het algemeen. Dat was zo in de Tweede Wereldoorlog, en dat is nu nog steeds het geval. Zo lang vrouwen en mannen in vredessituaties niet als gelijken behandeld worden en geen gelijke kansen hebben, wordt dat in conflictsituaties op dramatische wijze gereflecteerd.
Dames en heren,
We hebben sinds 15 jaar VNVR resolutie 1325 'vrouwen, vrede en veiligheid.' Dat is geen papieren tijger. Het is een internationale norm op het hoogste niveau.
Het is bovendien een nuttige kapstok voor beleid. Zowel internationaal - door in missies aandacht te vragen en specifieke capaciteit toe te wijzen aan het onderwerp gender, als ook nationaal - via de Nationale Actieplannen. Steeds meer landen zijn ermee aan de slag gegaan.
U kent ongetwijfeld het gezegde: 'If you are not at the table, you end up on the menu.' Het is zo belangrijk dat vrouwen aan de onderhandelingstafel zitten, waar na bloedig conflict het pad naar vrede wordt uitonderhandeld. Het was hun oorlog misschien niet, maar het moet wel hun vrede worden. Dus zullen ze mee moeten praten over de modaliteiten. Lijkt logisch. Maar vanzelfsprekend is het helaas niet altijd.
De speciale gezanten van de VN in Syrie en voor het Grote Meren gebied zien er op toe dat hier voldoende aandacht voor is. En er zijn vele NGO’s die goed werk verrichten op dat gebied. Wij steunen die graag. Via programma’s als Women on the Frontline, bijvoorbeeld, aan vrouwenorganisaties in Irak. Via UN Women aan vrouwenorganisaties in Syrie, zodat die deel kunnen nemen aan de vredesbespekingen in Geneve. Via Oxfam in Afghanistan.
Als Speciaal Gezant en Hoofd van de VN missie in Mali zag ik de belangrijke invloed van vrouwen op het vredesproces. Hoewel in de onderhandelingsteams van de verschillende delegaties relatief weinig vrouwen zaten, speelden ze wel degelijk een rol in het vredesproces. Zeker binnen de Tuareg gemeenschap in het Noorden van Mali hebben vrouwen een zeer invloedrijke positie. Een onderhandelingsresultaat was pas definitief als het de toets van de Tuareg vrouwen had doorstaan.
Dank zij resolutie 1325 is er ook binnen VN-missies meer aandacht voor het thema. Nederland draagt daar aan bij. In samenwerking met UN Women vergroot Nederland het aantal vrouwelijke militaire experts in VN missies via speciale trainingen. Nederland heeft MINUSMA en MONUSCO senior gender experts geleverd. Die missies hebben gespecialiseerde afdelingen die strijd tegen sexueel geweld in Mali en de DR Congo coordineren. Ze kunnen op successen bogen: de cijfers laten sinds 2013 een substantiele daling zien van het aantal sexuele geweldsdelicten.
De rol van ‘gender’ in gemengde teams in vredesoperaties, waarbij ook de militaire, politie en civiele component met elkaar samenwerken, is van groot belang. Dat heb ik zelf van dichtbij gezien in Mali en Ivoorkust, maar het geldt natuurlijk overal. Wel zie ik dat daarbij relatief veel aandacht naar sexueel geweld gaat. Gender en vrouwelijk leiderschap zouden hoger op de agenda mogen staan.
Versterken van dat vrouwelijk leiderschap kan een grote uitstraling hebben.
Een sprekend voorbeeld daarvan is Marcelina in Juba, Zuid Sudan.
Dank zij een door Nederland gefinancierde training trad zij in de jaren '80 bij de lokale politie in dienst. Het was midden in de burgeroorlog en ze was een van de weinige politievrouwen. Haar collega’s waren weinig geinteresseerd in zedenmisdrijven. Dat waren toch familie-zaken?
Marcelina ging tegen de stroom in. Ze pakte gecompliceerde zaken op en bracht ze tot succesvolle afronding. Daarmee deed ze niet alleen iets tegen geweld tegen vrouwen. Ze deed ook iets wat misschien nog wel belangrijker was: ze inspireerde andere vrouwen om dienst te nemen bij de politie. Inmiddels, vele jaren later, is de gender-balans daar nu veel gezonder. Zelf is ze nu hoofd van de Special Protection Unit.
Dames en heren,
In 2003 verscheen in de Sudddeutsche Zeitung een artikel met de kop: ''Als jongens wereldgeschiedenis schrijven, spelen meisjes een zwijgende rol.' Aanleiding was de controverse rond de identiteit van de schrijfster van het Berlijnse dagboek, die toen net was overleden.
Ik denk dat u het met me eens bent dat die stelling uit die kop op een groot misverstand berust.
Meisjes en vrouwen spelen veel meer dan een zwijgende rol. Ze zijn geen passieve slachtoffers, maar belangrijke 'drivers of change'.In die hoedanigheid verdienen ze onze ondersteuning. In een wereld waar gelijke rechten voor vrouwen erkend en gerespecteerd worden kan hun capaciteit ten volle worden ingezet voor een vreedzamere wereld. Nederland staat daar al jaren voor. We gaan daar de komende jaren mee door, ook als we straks weer een jaar niet-permanent lid zijn van de Veiligheidsraad zijn.
Dank u wel.