Persconferentie na ministerraad 26 augustus 2016

Letterlijke tekst van de persconferentie van viceminister-president Asscher na afloop van de ministerraad op 26 augustus 2016.

Inleidend statement

Goedemiddag. We hebben vandaag in de ministerraad stilgestaan bij de verwoestende aardbeving in Italië. Een aantal dorpen in het midden van het land zijn van de kaart weggevaagd. Honderden doden en enorme schade tot gevolg. We hebben als kabinet direct ons medeleven betuigd en hulp aangeboden waar nodig. Vandaag hebben we ook de laatste hand gelegd aan de Rijksbegroting voor het jaar 2017, het is ons gelukt om een solide begroting op te stellen die goed is voor de economie, die solide is, waarmee we Nederland weer sterker kunnen maken. Met extra aandacht voor onderwerpen als de zorg en de veiligheid. Natuurlijk hebben we, met name de afgelopen weken, ook gewerkt aan het koopkrachtbeeld, dat hoort bij de augustusbesluitvorming. U heeft allemaal gezien dat in de cijfers van het Centraal Planbureau daar nog minnen stonden voor ouderen en mensen met een laag inkomen, en met het nodige passen en meten, en duwen en trekken, is het gelukt om dat te corrigeren. Hoe dat er precies uitziet, dat ziet u en iedereen met Prinsjesdag, want dan komen we met alle concrete plannen en cijfers naar buiten. Afgelopen week zijn de scholen in het midden van het land weer begonnen. Komende week het noorden, daarna het zuiden. En we hebben juist vanwege de ontwikkelingen in Turkije en de invloed daarvan op de Nederlands-Turkse gemeenschap extra opgelet, samen met gemeentebesturen en met de scholen, om alert te zijn op spanning. Spanningen rond kinderen met een Turkse achtergrond. We begrijpen heel goed dat de gebeurtenissen daar soms hele heftige emoties kunnen oproepen, maar we zullen niet accepteren dat spanningen waar dan ook ter wereld leiden tot bedreiging, tot intimidatie, tot onvrijheid hier. En dat geldt in het bijzonder als het om kinderen gaat. Bedreigingen en intimidatie zullen we nooit, nooit toestaan, en dus al helemaal niet bij kinderen. En vooralsnog hebben we gezien dat het afgelopen week niet heeft geleid tot ernstige ongeregeldheden. De gemeenten, het ministerie van Onderwijs en de scholen zelf zitten daar bovenop. Je ziet wel dat een aantal ouders hun kinderen van scholen wil afhalen die in verband worden gebracht met de Gülenbeweging, en daarvoor geldt dat het je natuurlijk vrij staat om een school voor je kind te kiezen, maar dat het verplicht is om je kinderen naar school te sturen. Dat betekent dat als ouders hun kinderen van school halen en ze hebben geen andere school, dat de leerplicht daarop afgestuurd zal worden. Kinderen, die hebben recht op school, en dat recht is belangrijker dan de emoties die ouders soms voelen aan de hand van gebeurtenissen in Turkije. Dus de hoofdlijn is dat we niet accepteren dat conflict daar wordt geïmporteerd naar Nederland.

Spanningen in Turkse gemeenschap

BREEDVELD (NOS)
Ik twijfelde even tussen twee onderwerpen, maar laten we maar bij het eerste beginnen. Heeft u begrip voor de ergernis van de Rotterdamse burgemeester over de brief van de Turkse consul?

ASSCHER
Nou, de burgemeester van Rotterdam heeft gezegd dat die brief bij hem de wenkbrauwen deed fronsen. En dat begrijp ik heel goed. Wij zijn van mening dat die coup, die couppoging, verkeerd is. Het parlement is beschoten, er zijn 200 doden gevallen. We vinden wel dat Turkije in de reactie daarop proportioneel moet handelen en de rechtsstaat zou moeten eerbiedigen. We vinden onder geen beding dat er inmenging met de Nederlandse politiek gerechtvaardigd is. En dat hebben we ook uitgedragen. Koenders onmiddellijk in de nasleep, vlak nadat die couppoging was gestrand. Hij gaat maandag ook naar Turkije, weer ook met die boodschap. En dat is precies wat Aboutaleb ook zegt. We hebben hier onze vrijheid. Dat betekent dat Nederlanders een enorme vrijheid genieten te geloven wat ze willen, te zeggen wat ze willen, maar dat voor een ander ook accepteren. En daar past geen buitenlandse inmenging bij.

BREEDVELD
Het is een hele emotionele aangelegenheid voor veel Turken. Daar wees onze minister van Buitenlandse Zaken ook op. Maar wat vindt u er dan in dat verband van dat als het dan eens tot ergernis over en weer komt, dat dan een gepland gesprek daarover niet doorgaat, afgezegd wordt?

ASSCHER
Dat kan. Dan komt er weer een nieuw gesprek. Dat lijkt me aan de betrokkenen om dan weer een nieuw moment te plannen. Maar waar het om gaat is natuurlijk het standpunt van de Nederlandse regering, tevens het standpunt van de burgemeester van Rotterdam: we willen hier geen inmenging in de Nederlandse politiek door buitenlandse mogendheden. En waarom willen we dat niet: omdat ieder in dit land, ongeacht waar je ouders vandaan komen, zijn eigen individuele keuzes moet kunnen maken. En dat staat onder druk. Op het moment dat er intimidatie plaatsvindt, dat mensen elkaar verklikken. Op het moment dat kinderen in zo'n conflict betrokken worden. Dan staat dat onder druk. Dus moeten we ook heel helder zijn: er is best begrip voor het feit dat een aanval op een parlement hele grote emoties oproept, maar je moet denken aan je toekomst hier en aan de toekomst van je kinderen in Nederland.

BREEDVELD
Hoe lang accepteren wij nog dat het Turkse consulaat dus kennelijk dit soort basis-, kernwaarden van onze samenleving toch met de voeten treedt? Omdat… het is niet voor het eerst. Consulaat ging al eerder over de schreef met een oproep om Gülen-aanhangers aan te geven. Dus kortom, moeten we niet forsere stappen ondernemen?

ASSCHER
Nou, we moeten in ieder geval heel duidelijk zijn in wat wij wel en niet accepteren. En dat is waarom Koenders meteen die drie elementen heeft genoemd. Nee, een couppoging door militairen tegen een democratisch gekozen regering: niet acceptabel. Beschieting van het parlement, burgerdoden. Maar wij vinden als Nederland, als Europa, dat ook in de reactie daarop je de rechtsstaat, de mensenrechten, moet eerbiedigen. We vinden heel duidelijk, heel stellig, dat wat daar gebeurd is… die couppoging is niet gedaan door basisschoolleerlingen in Utrecht. Dus je moet echt een hele duidelijke grens trekken tussen een reactie op dingen die daar gebeurd zijn, die ook binnen de grenzen van de rechtsstaat moet, en inmenging met hoe Nederlanders met een Turkse achtergrond hun leven hier leiden.

BREEDVELD
Ja, maar die grens wordt overschreden, althans dat meen ik te kunnen opmaken uit de reacties van onder meer Aboutaleb en de brief die het consulaat eerder heeft gestuurd over het aangeven van Gülen-aanhangers, maar we doen er niks aan. Ja, we zeggen hoe wij het hier in Nederland regelen, maar ondertussen gaan ze gewoon door.

ASSCHER
Ik weet niet of die conclusie gewettigd is. Ik heb begrepen dat deze brief, die inmiddels ook al weer meer dan een maand oud is, dat leidde tot een verzoek om een afspraak en die gaat nu niet door. Dus ik weet niet of je dan kan zeggen dat dat doorgaat. Maar het is in ieder geval helder wat onze reactie daarop is. En dat is precies ook de ergernis zoals Aboutaleb die heeft verwoord.

VAN DER AA (AD)
Meneer Asscher, u bent niet alleen vicepremier maar ook minister van Integratie. Ik kan me niet voorstellen dat u vindt dat op deze manier de integratie bevorderd wordt van Turkse Nederlanders in Nederland.

ASSCHER
Nee, dat is ook de reden dat ik natuurlijk de afgelopen jaren ook in mijn gesprekken met organisaties waarin mensen zich verenigen heb benadrukt de vrije keuze. Het staat mensen vrij hun eigen geloof te belijden, om zich te verenigen, om je eigen school te kiezen. Maar het is niet de bedoeling dat een vreemde mogendheid zich bemoeit met de keuze die Nederlanders maken.

VAN DER AA
Maar zoals een collega terecht zegt: er blijven incidenten zich opstapelen. Is het niet nodig dat de Nederlandse regering een keer hard op de grond stampt, de consul op het matje roept, misschien hem tijdelijk uitzet, om maar concrete maatregelen te noemen. Zijn dat geen opties voor het kabinet?

ASSCHER
Wat we hebben gedaan is onmiddellijk die reactie geven. Ik geloof dat Koenders de eerste is geweest die heeft gereageerd van de Europese landen. Hij gaat niet voor niets daar nu naartoe. En die boodschap is eensluidend, die is vrij helder. Ik zal hem hier niet nog een keer herhalen, maar hij is vrij helder. Dat is belangrijk. Het is belangrijk dat Nederland dat niet alleen doet, maar dat we ook in Europees verband op die manier reageren op wat er daar gebeurt. Vervolgens is het vooral van belang dat men daar kalmte bewaart en dat Nederlanders hier, ook als ze geëmotioneerd zijn over wat er daar gebeurt, het hoofd koel houden. Dat lijkt me ons eerste belang.

VAN DER AA
Dan heb ik nog een andere vraag over een ander onderwerp.

SCHROVER
Eerst even dit onderwerp afronden, er zijn nog een aantal collega's die dat ook willen.

JANSEN (BNR)
Meneer Asscher, u had het net over de leerplicht. Heeft u aanwijzingen dat kinderen van Turkse komaf zich niet aan de leerplicht houden op dit moment?

ASSCHER
Nog niet. Maar het lijkt me belangrijk te benadrukken, omdat de discussie natuurlijk is: hou je kinderen van school? Dan moeten we in ieder geval heel duidelijk zijn dat kinderen recht hebben op school. De leerplicht is er om kinderen te beschermen tegen volwassenen. Dat is al zo sinds de introductie. U weet, Schimmelpenninck heeft dat toen proberen tegen te houden, viel van zijn paard, vandaar de uitdrukking 'het paard is wijzer dan de man'. Maar die leerplicht is er nooit geweest om kinderen te plagen, maar om ze te beschermen tegen volwassenen die soms de verkeerde keuze maken.

JOOSTEN (ELSEVIER)
Gaat de regering nog iets doen tegen buitenlandse bemoeienissen met onze scholen?

ASSCHER
Nou, buitenlandse bemoeienis met onze scholen is natuurlijk überhaupt niet acceptabel. Wat we zien is dat Nederland vrije onderwijskeuze heeft, de vrijheid om scholen op te richten. Maar dat daar natuurlijk wel regels voor zijn. Die regels zijn heel belangrijk, die zorgen voor kwaliteit, die zorgen ervoor dat kinderen daar opgevoed worden zodat ze hun toekomst hier in Nederland goed kunnen vormgeven. Dat ze leren over burgerschap en al die andere dingen die kinderen moeten leren. Daar heeft geen enkel buitenland iets mee te maken.

JOOSTEN
Maar iedereen weet dat die bemoeienis er wel is via buitenlandse financieringsstromen, via ideologische beïnvloeding. Dat weten we al heel lang, maar kennelijk neemt de regering geen actie.

ASSCHER
Dat zijn een paar aannames tegelijk. Kijk, buitenlandse financiering is een netelig onderwerp maar wel een belangrijk onderwerp waarbij we heel duidelijk ook grenzen afbakenen. De terreurfinanciering, zorgen dat het de veiligheid niet bedreigt. Maar hoe een school ook gefinancierd wordt, de onderwijsinspectie blijft bevoegd om na te gaan of het onderwijs daar wordt vormgegeven in overeenstemming met de Nederlandse rechtsstaat. In overeenstemming met de leerdoelen. De kwaliteit moet goed zijn. Dus de vrijheid van onderwijs is nooit de vrijheid om slecht onderwijs te geven, of om onderwijs te geven dat kinderen vervreemdt van de Nederlandse rechtsstaat. Daar zijn we scherp op, daar is de onderwijsinspectie voor. Veel moeilijker is het bij het niet formele onderwijs. Dus als mensen elkaar juist buiten het echte onderwijs lesgeven. Niet voor niets doen we in Utrecht onderzoek naar het pedagogisch klimaat rond het informele onderwijs dat aan kinderen wordt gegeven. Maar het zijn wel twee verschillende kwesties. We hadden het nu over de scholen die met Gülen in verband worden gebracht. Ouders die daar nu beslissingen nemen, dan is belangrijk dat ouders hun emoties voor zichzelf houden en de kinderen daar niet mee lastig vallen. Dat als je van mening bent dat je kind van school moet, dat je eerst een andere school moet vinden. Kinderen hebben recht op dat onderwijs. Maar dat staat op zichzelf los van de eveneens belangrijke discussie wat voor financieringsstromen gaan er naar religieuze instellingen, wat is de agenda die daar achter zit?

JOOSTEN
En wat gaat u er aan doen?

ASSCHER
Daar heb ik al het één en ander over gezegd. Je hebt daar niet alleen de wetgeving over die gaat rond terrorismefinanciering die mogelijkheden met zich meebrengt soms om tegoeden te bevriezen of die financiering te verhinderen. Maar ook als dat niet kan, hebben we in onze aanpak van het salafisme gezegd, is er soms aanleiding om te zeggen: dan moet je nog steeds proberen te verhinderen dat een pand op een bepaalde manier gebruikt wordt of dat financiering kan leiden tot activiteiten die de Nederlandse samenleving ontwrichten.

RADIO RIJNMOND
De school waar sprake van is in Rotterdam die door een stichting uit Qatar zou worden gefinancierd, doelt u daar dan ook op als u zegt: de aanpak tegen salafisme en verspreiding van salafisme, dat daar dan heel specifiek naar gekeken wordt, naar die school?

ASSCHER
Inderdaad, dat is een pand dat in het voorjaar is aangekocht op een niet-transparante manier. Waar een financieringsconstructie is die te herleiden is tot het buitenland, en waarbij dus alle aanleiding is om met iedereen die daar wat van heeft te vinden, daar naar te kijken. Heb je nog niet meteen het antwoord van 'wat kan je dan precies doen?', maar er wordt nu wel naar gekeken.

RADIO RIJNMOND
Maar is er een mogelijkheid om iets te doen, uiteindelijk?

ASSCHER
Dat zal moeten blijken. Daar wordt nu naar gekeken, dus daar kan ik nu niet meer doen dan het proces schetsen. Maar daar zijn twee elementen die ons niet bevallen: het eerste is dat er niet transparant is gehandeld. Niet in de richting van de gemeente Rotterdam, niet in de richting van de samenleving. En het tweede is dat de financieringsstroom dusdanig schimmig is, dat je ook daarbij de vraag hebt 'wat is nou de agenda?'. Wel belangrijk om vast te stellen dat je daar niet zomaar een school kunt oprichten. Dat is het onderscheid wat ik net ook maakte: voor het oprichten van een school gelden strenge eisen, ter bescherming van de leerling, eisen aan kwaliteit. Maar ook als je geen school opricht is belangrijk dat de aankoop van een pand in overeenstemming is met de wet. Dat men van plan is daar activiteiten te ontwikkelen die de rechtsstaat eerbiedigenen. Dus we kijken daar nu naar, en ik kan op dit moment nog niet zeggen waar dat toe leidt.

Sancties tegen Rusland

BREEDVELD (NOS)
De minister van Buitenlandse Zaken had veel kritiek op het voorzitterschap van Slowakije, van de EU. Maakte zich zorgen over het feit dat de premier daar gezegd heeft van 'nou, die sancties met Rusland kunnen we zo langzamerhand wel gaan opheffen'. De vraag die een beetje bleef liggen in dit verband was 'wat gaat Nederland daaraan doen?'.

ASSCHER
Nou, op zichzelf was het al eerder zo dat Slowakije een afwijkend standpunt had over de sancties tegen Rusland. Nederland, maar bijvoorbeeld een land als Duitsland, ziet nu geen aanleiding om die sancties op te heffen. Als je gewoon ook objectief kijkt naar wat er gebeurt, dan zien wij geen reden om die sancties op te heffen.

BREEDVELD
Nee, helder, maar de voorzitter spreekt namens het collectief. Dus vandaar ook de ergernis.

ASSCHER
In dit geval dus niet. Dit is echt een lidstaat die een opvatting heeft, die diezelfde lidstaat al eerder heeft gehuldigd. Maar als voorzitter mag straks van Slowakije verwacht worden, en dat is de taak van een voorzitter, om te peilen hoe de lidstaten als collectief ergens over denken, en dat zal niet noodzakelijk het standpunt van Slowakije zelf zijn.

BREEDVELD
Maar het was wel raadzaam, kennelijk, om Slowakije in dit verband even op de vingers te tikken?

ASSCHER
Blijkbaar vond Slowakije het raadzaam om dit standpunt op dit moment te herhalen. Ja, dan weet men daar ook dat niet iedere lidstaat het daarmee eens zal zijn.

Kandidatenlijst PvdA

JANSEN (BNR)
Meneer Asscher, bent u blij dat minister Ploumen zich kandideert voor de lijst van de Partij van de Arbeid, en sluit u zich daarbij aan?

ASSCHER
Of ik me daarbij aansluit? Hoe moet ik me daarbij aansluiten?

JANSEN
Bij de lijst.

ASSCHER
Bij de lijst? Ik sta hier natuurlijk als vicepremier, dus dat maakt het een beetje ingewikkeld om…

JANSEN
U mag even één minuut buiten dat kader stappen van mij.

ASSCHER
Ontzettend bedankt. Ja, ik vind het geweldig, want ik vind minister Ploumen én een hele goede minister, én iemand die met hart voor de zaak, waardegedreven, ontwikkelingshulp en handel combineert. En die bijvoorbeeld heel actief is om te zorgen dat ook mensen die in Bangladesh werken fatsoenlijke arbeidsomstandigheden krijgen. Dus ik ben heel trots dat zij mijn collega is, en het is natuurlijk mooi als zij van plan is zich te kandideren voor zo'n eervol ambt.

JANSEN
En bent u straks ook in de Tweede Kamerfractie haar collega?

ASSCHER
Mijn minuut is nu voorbij. Bovendien weet u dat ik van plan ben om ergens in oktober te besluiten over mijn eigen toekomst binnen of buiten de politiek. Dus daar is dit niet het moment voor.