Toespraak Plaatsvervangend Commandant der Commandant der Strijdkrachten ter gelegenheid van de herdenking van de Herculesramp

Toespraak Plaatsvervangend Commandant der Commandant der Strijdkrachten, Vice-admiraal Rob Bauer, ter gelegenheid van de herdenking van de Herculesramp op 15 juli 2016, te Eindhoven.

Let op: Alleen gesproken woord geldt!
(2 minuten stilte)
(…)
Stilte.
Voor uw dierbaren.
(…)
Voor uw zoon.
Uw dochter.
Uw partner.
Uw broer.
Uw zus.
Uw vriend of vriendin.
(…)
Stilte voor al die bijzondere, veelal jonge mensen die niet meer bij ons zijn.

Maar deze dag, bestaat niet uit stilte alleen…
Ook muziek klinkt.
Muziek van Leonard Bernstein bijvoorbeeld.
We hoorden net nog het muziekstuk Make our garden grow, uitgevoerd door het koperkwintet van de Fanfare ‘Bereden Wapens’.
Maar ook andere prachtige stukken die al gespeeld zijn, of nog gaan klinken tijdens het vriendenconcert.
Want muziek bindt niet alleen, troost niet alleen en roept fijne herinneringen op…
Muziek was ook de passie en de levensader van uw dierbaren.
Allemaal waren ze liefhebbers van muziek.
En speelden daarom ook vol overgave in het fanfarekorps van de Landmacht.
Net zoals sommigen van hun collega’s, die het afschuwelijke ongeval meemaakten en hier vandaag aanwezig zijn.
Voor het leven getekend…
Maar ook enorme krachtige en positieve mensen.
Ook voor hen is muziek nog steeds een passie. Een reden om samen te komen.
En dat maakt deze herdenking, ondanks alle triestheid, ook heel mooi, en waardig.
(…)

Maar de pijn, die blijft.
Altijd.
(…)
In één klap verandert je leven.
Het gemis slaat blijvende littekens.
Dat zien we ook bij nabestaanden van gesneuvelde militairen, jonge mensen uit het leven weg gerukt.
'Waarom?'
'Waarom mijn dierbare?'
Die vraag blijft rondspoken in je hoofd.
(…)
U, u weet dat als geen ander.
Maar voor u kwam daar bovenop nog eens het gevoel van ongeloof en onmacht.
'Hoe heeft dit ooit kunnen gebeuren?'
(…)
Zoveel vragen.

Zo weinig duidelijkheid.
Ook door de krampachtige reactie van onze organisatie toen.
(…)
Dames en heren,
Ik weet dat het voor sommigen van u een jarenlange zoektocht is geweest.
Een zoektocht naar zekerheid, antwoorden, en gerechtigheid.
Alsof je jarenlang met pijn en moeite de moeilijkste berg beklimt, waarbij je de top nooit bereikt.
Een helse strijd.
(…)
En woorden schieten te kort…
Maar ik ben dankbaar dat ik hier – ondanks het pijnlijke verleden – in uw midden mag zijn om samen met u te gedenken.
Het is bewonderenswaardig, en voor mij inspirerend om te zien, hoe uit de puinhopen van de ramp, uit het verdriet, ook een enorme verbondenheid tussen u is ontstaan.
Mede natuurlijk dankzij de oprichting van de Stichting Herculesramp.
Een stichting ontstaan om belangen te behartigen, saamhorigheid te bevorderen en herinneringen te bewaren.

En dat lukt.
Want al twintig jaar lang komt u hier bijeen.
Om gedichten voor te lezen, namen te noemen, kaarsen te branden, bloemen te leggen, en muziek te maken.
En zo samen het zware verlies te dragen.
Hoe moeilijk dat ook iedere keer weer is.
Want ik weet dat de gang naar de vliegbasis voor velen zwaar is.
En dat de jaarlijkse herdenking voor spanning zorgt en herbeleving van die verschrikkelijke dag in de zomer van ‘ 96.
En hoe moe en leeg u zich ook voelt na afloop.
Maar toch… komt u ieder jaar weer hier bijeen, omdat u samen wilt zijn.
Omdat u samen wilt herinneren. Samen gedenken.
(…)
Het is ook goed dat hier de laatste jaren steeds meer kinderen aanwezig zijn.
Zij maken een tekening, een gedicht, of spelen muziek.
Zoals Marlou, het nichtje van Sjef van Sambeeck.
Zij kreeg op tienjarige leeftijd de saxofoon van haar tante Helga, de echtgenote van Sjef.

'Sjef zou gewild hebben dat er weer op zijn saxofoon gespeeld werd', had Helga gezegd.
En daarom speelde Marlou hier drie jaar geleden voor u een aria van Eugène Bozza.
Het was een prachtige ode aan 'haar ome Sjef' en aan al zijn collega’s.
(…)
Dames en heren,
U geeft herinneringen door aan een nieuwe generatie.
U houdt herinneringen levend zodat niemand vergeet.
Ik leg zo een krans bij het Houten Kruis, het Herculesmonument, namens de hele krijgsmacht.
Maar ik wil ook graag na afloop van de bloemenhulde naar de zuil van brons lopen, waar de namen op staan, van al die bijzondere jonge mensen, van uw dierbaren.
Om daar - namens de hele krijgsmacht - stil te staan. En te gedenken.
(…)
Opdat wij nooit vergeten.
(…)
Dank u.