Nederland geeft voedselhulp aan in het nauw gedreven Syrische vluchtelingen
Nederland gaat voedselhulp leveren aan Syrische vluchtelingen die vastzitten in een niemandsland tussen Jordanië en Syrië. Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) heeft dit besloten op verzoek van het Wereldvoedselprogramma van de VN (WFP).
Het gaat om Syrische vluchtelingen die vast zitten in de zogenaamde "berm", in het grensgebied van Syrie en Jordanie. Na een aanslag op Jordaanse grenswachten vorige maand is het vanwege veiligheidsmaatregelen onmogelijk geworden om de berm in te komen. Nu de Jordaanse overheid de berm kortstondig openstelt voor humanitaire hulp moet snel gehandeld worden en zoveel mogelijk hulp geleverd worden. Ploumen: 'De mensen in de berm zijn verstoken van alle basisbehoeften. Mensen dreigen ondervoed te raken en kampen mogelijk met ziektes. Hierdoor lopen de spanningen tussen de vluchtelingen op, met alle veiligheidsrisico’s van dien. Nu de kans zich voordoet te helpen, moeten we die meteen grijpen'.
Het is onduidelijk hoeveel mensen precies in het niemandsland van de berm vastzitten. Naar schatting gaat het om meer dan 60.000 mensen, waarvan ongeveer 75% vrouwen en kinderen zijn. Het aantal vluchtelingen dat de berm binnengaat, loopt per dag op met 100-150 mensen. Met de huidige beschikbare fondsen kan het Wereldvoedselprogramma van de VN (WFP) voedsel leveren waar 60.000 mensen 15 dagen van kunnen eten. Door de extra Nederlandse bijdrage van 400.000 euro kan WFP deze periode bijna verdubbelen.