Meerjarig programma om ecologie in Eems-Dollard op te knappen

Het Rijk en de provincie Groningen gaan samen aan ecologische verbetering van de Eems-Dollard werken, om zeldzame natuurwaarden veilig te stellen en de balans met economische activiteiten te verbeteren. In het meerjarige programma 'Eems-Dollard 2050' staat wat ze de komende jaren gaan doen om de troebelheid van het water te verminderen.

Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu en gedeputeerde Staghouwer van de provincie Groningen hebben vandaag het programma Eems-Dollard 2050 vastgesteld.

In de Eems-Dollard zijn allerlei ecologische problemen. Het MIRT-onderzoek ‘Economie en Ecologie Eems-Dollard in balans' van vorig jaar november heeft deze in kaart gebracht. Dit onderzoek was aanleiding voor de minister om samen met de provincie een inhoudelijk programma op te stellen met maatregelen voor verbetering van de kwaliteit van de Eems-Dollard.

 

Resultaten

Dat programma ligt er nu, inclusief afspraken over samenwerking, uitvoering en financiering, met een concrete uitwerking tot 2020. Deze eerste fase moet leiden tot de volgende resultaten:
 

  • Langs de rand van het Eems-Dollard estuarium liggen nieuwe leefgebieden voor kenmerkende flora en fauna van de Eems-Dollard, in combinatie met dijkversterkingen
  • In verschillende pilots is ervaring opgedaan met nieuwe manieren om slib uit de Eems-Dollard te halen, te bewerken en een nieuwe toepassing te geven. Als voorbeeld: het slib wordt omgezet in klei, dat gebruikt wordt bij dijkversterkingen
  • Er is inzicht in kosten en baten van concepten om slib te verwerken, die passen bij de ambitie om jaarlijks 1 miljoen ton slib uit het estuarium te halen en een nuttige toepassing te geven
  • Er bestaat meer inzicht in het samenspel van stroomsnelheden van water, zand en slib en mogelijkheden om deze dynamiek te beïnvloeden om de vertroebeling in het estuarium te verminderen

 

Meerjarig

'Eems-Dollard 2050' geeft een gedetailleerde invulling tot en met 2020 en biedt een doorkijk naar de periode tot 2050. Die lange periode is nodig om tot een ecologisch streefbeeld te komen: hoe de natuur er tegen die tijd uit moet zien. Gedurende die periode komt er meer kennis beschikbaar: het is leren door doen. Als het nodig is, wordt het programma onderweg bijgesteld.

De ecologische situatie in het Nederlandse deel van het Eems-estuarium hangt nauw samen met de situatie in het Duitse deel en andersom. Dat geldt ook voor het effect van de maatregelen voor ecologische verbeteringen. Daarom is samenwerking met Duitsland essentieel om dit programma te doen slagen.

Hoofdlijnen

Uit onderzoek blijkt dat de Eems-Dollard twee cruciale problemen heeft die een gezonde en veerkrachtige ecologie in de weg staan. Er is te veel slib in het water, waardoor de algenproductie die aan de basis staat van de voedselketen onvoldoende is. De troebelheid vormt ook een obstakel voor de passeerbaarheid van trekvissen.

Tweede probleem is dat er te weinig geleidelijke overgangen zijn tussen zoet en zout water, maar ook tussen land en water. Daardoor is er weinig variatie in leefgebieden voor flora en fauna en komt ook weer de passeerbaarheid van trekvissen in het geding.

In het programma tot 2020 wordt de kustzone aangepakt. Er  worden leefgebieden toegevoegd en hersteld op de overgangen van zoet naar zout water en van land en water. Tegelijk komt er een deelprogramma waarin innovaties worden uitgewerkt om jaarlijks tenminste 1 miljoen ton slib op een nuttige en economisch rendabele manier te verwerken.  Ook ligt er een groot onderzoeks- en monitoringsprogramma klaar, om te kijken welke effecten deze maatregelen hebben op de ecologie en wat er nog meer mogelijk is om de ecologie te herstellen.

 

Financiën

'Eems-Dollard 2050' is de gezamenlijke ambitie van het Rijk en de regio. Rijk en regio stellen gezamenlijk ruim € 60 miljoen beschikbaar voor de eerste uitvoeringsfase. Dit is inclusief subsidies uit bijvoorbeeld het Waddenfonds en het Hoogwater Beschermingsprogramma (HWBP). Ook het bedrijfsleven in en rond de Eemshaven draagt bij.