Toespraak van minister Hennis-Plasschaert bij de medaille-uitreiking op het Binnenhof ter gelegenheid van Veteranendag 2016
Toespraak bij medaille-uitreiking op het Binnenhof ter gelegenheid van Veteranendag 2016 door de minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert, op zaterdag 25 juni te Den Haag.
Let op: alleen het gesproken woord geldt!
Majesteit, Ridder der Militaire Willems-Orde, Veteranen, Aangetreden militairen, Dames en heren, Jongens en meisjes,
Onlangs schreef de 15-jarige Aisha Mahamed van de Gooise Praktijkschool in Hilversum een brief aan alle militairen en veteranen in Nederland. Aisha vluchtte met haar ouders uit Somalië. Ze was toen 10 jaar oud. In die brief beschrijft Aisha wat ze heeft gevonden in Nederland. Rust. Veiligheid.
Ook spreekt ze haar respect uit voor de inzet van alle Nederlandse militairen en ik citeer enkele zinnen:
'Ik dank u dat u voor onze wereld vecht. Het is bijzonder hoe iemand zijn leven wil geven om andere mensen veilig te laten zijn. (…) Niet iedereen kan vechten voor andere levens. (…) Alleen mensen met een sterk en groot hart kunnen dit doen!! Ik hoop dat deze brief u laat zien hoe belangrijk u voor mij bent, hoe belangrijk u bent voor alle kinderen op deze wereld! Dank u wel!'
Dames en heren,
Voor mij staan 80 militairen die aan 16 verschillende VN-, NAVO- of EU-missies hebben deelgenomen en onlangs zijn teruggekeerd. Zij hebben zich ingezet voor vrijheid en veiligheid. En daarvoor ontvangen zij straks de Herinneringsmedaille Vredesoperaties. Het zijn mannen en vrouwen met, zoals Aisha Mahamed dat zo mooi zei, een sterk en groot hart.
En laat het duidelijk zijn: uw vrijheid, mijn vrijheid, ónze vrijheid, die vrijheid is goud waard. Ook in gebieden hier ver vandaan. En dit kostbare goedje moeten we wíllen beschermen.
Want laten we wel wezen, ook onze vrijheid, begint bij die van een ander. En onze militairen dienen vanuit dit besef.
Dames en heren,
Wij bevinden ons op het Binnenhof, het hart van onze parlementaire democratie. Ook hier vinden verhitte debatten plaats over recht en onrecht, over militaire missies, over de omstandigheden waaronder onze militairen moeten opereren.
Onze militairen worden uitgezonden in opdracht van de Nederlandse regering. En zij gaan! Hoe moeilijk die opdracht ook is.
De Dutchbat-veteranen weten hier alles van. Uitgezonden in VN-verband. Naar Bosnië, de enclave Srebrenica, uitgeroepen tot veilig gebied.
Niets hieraan was duidelijk, behalve dat er geen mandaat uit voortvloeide tot een échte militaire verdediging van het gebied of van de bevolking. En daarmee werd een illusie van veiligheid gecreëerd.
Terwijl andere landen weigerden, besloot Nederland te gaan. En Dutchbat ging, zonder adequaat te zijn voorbereid op de specifieke omstandigheden, met onvoldoende middelen en capaciteiten, een zwakke informatiepositie, om vrede te handhaven waar geen vrede was. Een opdracht die - reeds op voorhand - onuitvoerbaar was.
Begin juli 1995 trokken Bosnisch-Servische militairen de enclave binnen. Srebrenica werd onder vuur genomen, observatieposten van Dutchbat onder de voet gelopen, Nederlandse militairen gegijzeld. Luchtsteun bleef uit.
Zoals later bleek, was het de opmaat naar die beestachtige massamoord op duizenden en duizenden moslimjongens en -mannen.
Op dit drama was Nederland in geen enkel opzicht voorbereid. Het ging ieders voorstellingsvermogen te boven.
De verwijten waren niet van de lucht. Ook de Dutchbatters kregen het bij thuiskomst zwaar te verduren. Waarom hadden zij het drama niet weten te voorkomen?
Let wel, zij hebben, naar eer en geweten, en onder werkelijk onmogelijke omstandigheden…hun taken zo goed mogelijk proberen uit te voeren. Die verwijten kwamen dan ook hard aan. En meer dan dat.
Samen met de minister-president, sprak ik vorig jaar in Amersfoort met veteranen van Dutchbat III. Ik maakte kennis met gevoelens van machteloosheid, schaamte, verdriet en pijn.
Duidelijk is dat de gebeurtenissen van toen - bijna 21 jaar geleden - voor velen nog lang geen voltooid verleden tijd zijn. En dat ook nooit zullen worden.
Vandaag, dames en heren, wil ik mijn respect uitspreken, mijn respect voor Dutchbat. En hoe gek dat wellicht ook klinkt, ik wil u vragen om een groot applaus. Zij verdienen onze erkenning en waardering.
Dames en heren,
Tijdens de uitzending van Dutchbat III kwamen soldaat der eerste klasse Van Renssen en soldaat der eerste klasse Broere om het leven.
Straks onthult Zijne Majesteit de Koning samen met de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer het monument 'Lijst van gevallenen tijdens oorlogen en missies sinds de Tweede Wereldoorlog'.
Van Renssen en Broere staan op deze lijst. Samen met de namen van ruim 6.400 andere Nederlandse militairen die sinds de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.
Zo ook de namen van Kapitein Zeetsen en Eerste Luitenant Mollinger. Ruim een jaar geleden kwamen zij in Mali om het leven bij een noodlottig ongeval met een Apache-helikopter.
Majoor Schouten en luitenant Bijl zagen het vanuit een andere Apache gebeuren. Zij zijn hier aanwezig.
Majoor Schouten,
Toen u de Apache naar de grond zag gaan, bedacht u zich geen moment. U zette uw eigen helikopter aan de grond en verleende eerste hulp aan uw zwaargewonde collega's. Luitenant Bijl moest in de verbinding blijven met het operatiecentrum en, voor zover mogelijk, de beveiliging van de crashsite verzorgen.
Door de vrijgekomen kerosine en de nog aanwezige munitie, was de kans op een ontploffing of uitslaande brand zeer reëel.
U deed er alles aan om uw collega's te redden. Voor u vanzelfsprekend. Maar laat helder zijn, u heeft in alle opzichten een daad verricht van moed, beleid en zelfopoffering. En u ontvangt hiervoor de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon, in zilver. Een bijzondere onderscheiding. Na de Militaire Willems-Orde is het de oudste nog bestaande Nederlandse dapperheidsonderscheiding. U ontvangt de onderscheiding uit handen van onze minister-president, de heer Rutte.
Dames en heren,
Ook 3 andere veteranen, van respectabele leeftijd, ontvangen vandaag een bijzondere onderscheiding.
De heer Wijs, 92 jaar oud. De oudste van de 3! Hij krijgt een dubbele onderscheiding.
Voor zijn inzet in voormalig Nederlands-Indië...het Ereteken voor Orde en Vrede. En daarnaast vind ik het een grote eer om hem - voor zijn inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog - ook het Mobilisatie-Oorlogskruis te mogen opspelden.
Dan de heer Geelhoed, 88 jaar oud. Voor zijn inzet in voormalig Nederlands-Indië ontvangt hij uit handen van de Commandant der Strijdkrachten, generaal Middendorp, het Ereteken voor Orde en Vrede, met de gesp 1949.
En tot slot de heer Schepers, 'slechts' 82 jaar oud. Hij ontvangt het Nieuw Guinea Herinneringskruis uit handen van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, tevens Inspecteur der Veteranen, Luitenant-generaal Hoitink.
En laat ik benadrukken hoe bijzonder ik het vind dat u hier alledrie - ondanks uw hoge leeftijd - aanwezig bent. Ook uw ervaringen en verhalen zijn van onschatbare waarde om het veteranenbeleid van vandaag de dag vorm te kunnen geven.
Dames en heren,
Onze militairen kunnen hun werk niet doen zonder steun van het thuisfront. Familie, partners en vrienden. Online contact maakt natuurlijk veel goed, maar niet de onzekerheid en het gemis van de dagelijkse aanwezigheid. De impact daarvan kan groot zijn, dat besef ik maar al te goed.
En als blijk van waardering zal ik 'de anjerspeld' uitreiken aan enkele vertegenwoordigers van het thuisfront. Zonder thuisfront, geen inzet.
Dames en heren, tot slot…
Ons land kent meer dan 100.000 veteranen. Gewone mensen. Maar wel mensen die bijzondere dingen hebben gedaan. Zij hebben zich ingezet voor een vrije en veilige omgeving, dichtbij en ver weg. Zij waren bereid daarvoor te vechten en - indien nodig - hun leven te wagen.
En heel graag wil ik alle aanwezigen nogmaals vragen om een groot applaus. Voor de veteranen die hier vandaag aanwezig zijn, voor alle veteranen in Nederland.
Dank u wel.