Oostenrijk sluit zich aan bij geneesmiddelencoalitie Benelux

Oostenrijk heeft zich aangesloten bij het samenwerkingsverband van Nederland, België en Luxemburg, dat opgericht is om gezamenlijk prijsonderhandelingen te gaan voeren met farmaceutische bedrijven, informatie uit te wisselen en samen te werken bij de uitdagende ontwikkelingen rond geneesmiddelen.
Oostenrijk tekende daartoe vandaag in Luxemburg een intentieverklaring. Dit gebeurde tijdens een Raad van Europese gezondheidsministers, onder voorzitterschap van Nederland. Nederland, België en Luxemburg hadden eerder al de handen ineengeslagen.
 

Door betere samenwerking moet de toegang tot dure geneesmiddelen voor de patiënt gewaarborgd blijven. De samenwerking betreft niet alleen de op te starten gezamenlijke prijsonderhandelingen. De vier landen gaan ook gezamenlijk onderzoeken welke innovatieve – maar ook vaak ook zeer dure – geneesmiddelen er in de nabije toekomst aan komen, informatie over hun geneesmiddelenbeleid (zoals pakketadviezen) uitwisselen en innovatieve zorgtechnologie beoordelen. Ook meer transparantie over kosten en prijzen staat op de gezamenlijke agenda.
Door meer op deze terreinen samen te werken wordt het gemakkelijker gezamenlijk te onderhandelen met farmaceutische bedrijven over de prijzen van geneesmiddelen.

Oostenrijk past goed bij de bestaande coalitie, omdat het een vergelijkbaar welvaartsniveau heeft en de geneesmiddelenproblematiek een vergelijkbaar karakter heeft. Bovendien lijken de zorgsystemen voldoende op elkaar om onderlinge samenwerking daadwerkelijk mogelijk te maken. De toetreding van Oostenrijk past binnen een steeds sterker wordende behoefte van Europese lidstaten om meer vrijwillig te gaan samenwerken om zo een betere positie ten opzichte van farmaceutische bedrijven te krijgen.

Schippers: “Ik ben erg blij met deze stap van Oostenrijk. Het is een waardevolle versterking van het samenwerkingsverband. Internationale coalities kunnen er immers voor gaan zorgen dat veelbelovende, innovatieve geneesmiddelen ook betaalbaar blijven. En dat is in het belang van patiënt en premiebetaler.”

De Belgische minister van Volksgezondheid, Maggie de Block: “De deelname van Oostenrijk aan ons gemeenschappelijk doel is een belangrijke stap voorwaarts. Dit laat zien dat we allemaal geloven dat we samen sterker staan in het belang van onze patiënten. We spraken hierover voor het eerst met Nederland in december 2014. Anderhalf jaar later werken vier landen samen om weesgeneesmiddelen toegankelijker maken voor onze patiënten. Ik hoop van harte dat uiteindelijk nog meer EU-landen zullen meedoen."

De Luxemburgse minister van Volksgezondheid, Lydia Mutsch: "De hoge prijzen van geneesmiddelen hebben meer en meer invloed op ons beleid ten aanzien van de toegankelijkheid van kwalitatieve gezondheidszorg voor onze burgers, vooral voor degenen die lijden aan zeldzame en complexe ziekten. Ik ben ervan overtuigd dat de samenwerking met onze Belgische, Nederlandse en vanaf nu, de Oostenrijkse partners een belangrijke stap is in een gezamenlijke en constructieve aanpak van pragmatische oplossingen in het belang van de patiënten."

De Oostenrijkse minister van Volksgezondheid, Sabine Oberhauser: "Ik kijk ernaar uit om ideeën uit te wisselen met onze partners in de Benelux-landen. Wij vinden het allemaal belangrijk om voor onze patiënten de toegang te waarborgen tot innovatieve therapieën tegen reële prijzen. In een sector zo geglobaliseerd als de farmaceutische industrie, is het essentieel om ook wereldwijd te handelen en denken. Ik ben van mening dat we met deze coalitie onze positie kunnen versterken, meer transparantie kunnen genereren en een betere samenhang in termen van prijsstelling."